J’ai perdu mon corps (2019)

Recensie J'ai perdu mon corps CinemagazineRegie: Jérémy Clapin | 81 minuten | animatie, drama | Originele stemmencast: Victoire Du Bois, Hakim Faris, Patrick d’Assumçao, Alfonso Arfi, Hichem Mesbah, Myriam Loucif, Bellamine Abdelmalek, Maud Le Guenedal, Nicole Favart, Quentin Baillot, Céline Ronté, Deborah Grall, Pascal Rocher, Bruno Hausler, Jocelyn Veluire, Raymond Hosni, Guillaume Desmarchellier

Beeld je eens in: in een laboratorium staat een soort koelcel met allerhande lichaamsdelen. Een pot vol ogen, organen op sterk water, een stuk of wat ledematen. Maar dan begint er ineens een losse hand te bewegen. Ook een oog rolt uit de pot en lijkt zijn omgeving minutieus in zich op te nemen. De hand daarentegen oogt opgejaagd; alsof hij zo snel mogelijk weg moet uit het lab. Ondanks zijn verminking is hij nog best behendig, want hij klimt zo langs een skelet naar boven. Onderweg vallen er de nodige botten naar beneden, waardoor de professor onraad ruikt en een kijkje komt nemen. Stiekem kruipt de hand via een hoge kast naar het openstaande raam, nog voor de professor hem heeft kunnen betrappen. In de wijde wereld hoopt hij het lichaam te vinden waar hij bij hoort. Het oog? Dat wordt vertrapt als het niet op tijd opzij kan rollen wanneer de professor het raam dicht wil doen… Als je denkt dat deze scène uit een horrorfilm afkomstig is, dan heb je het mis. Want ‘J’ai perdu mon corps’ (2019) is hoofdzakelijk een liefdesverhaal, ingetogen en sober met thema’s als het noodlot, onthechting, hoop, eenzaamheid en rouw. Deze Franse animatiefilm voor volwassenen (een genre waar de Fransen uitstekend mee uit de voeten kunnen, zagen we onder meer in ‘Persepolis’ (2007)) werd gemaakt met verschillende technieken waaronder rotoscopie, wat de beelden heel realistisch maakt.

‘J’ai perdu mon corps’ zou net zo goed ‘J’ai perdu ma main’ hebben kunnen heten, want de film volgt twee verhaallijnen die langzaam naar elkaar toe kruipen. Enerzijds is er de dappere hand, die de Parijse straten trotseert om zijn bijbehorende lichaam te vinden en daarbij onder meer onder een brug slaapt en met agressieve ratten, een apporterende hond en een slapende baby in aanraking komt. Anderzijds zijn er de lange flashbacks waarin we de twintigjarige Naoufel leren kennen, de ‘eigenaar’ van de hand. Hij groeide op in Marokko, waar hij er als klein jongetje van droomt om astronaut én pianist te worden. Maar het noodlot slaat toe wanneer zijn beide ouders bij een auto-ongeluk om het leven komen en de nog jonge Naoufel naar zijn nurkse oom en oudere neef in Parijs wordt gestuurd. Van een vrolijke jongen verandert hij in een in zichzelf gekeerde, schuchtere en warrige tiener die de zuurverdiende centen die hij opstrijkt met zijn bijbaantje als pizzabezorger meteen bij thuiskomst mag inleveren bij zijn oom. Naoufel is op een dood spoor geraakt als hij op een avond Gabrielle ontmoet. Of nou ja, ontmoet – ze spreken elkaar via de intercom. Naoufel is veertig minuten te laat met de pizza die ze bestelde, dus hij maakt niet direct een goede beurt bij haar. Maar hun ontmoeting maakt hem een ander mens. Alleen, in plaats van haar aan te spreken, besluit hij haar te volgen. Te stalken als het ware. Naoufel is kennelijk niet het type dat de makkelijkste weg kiest.

Aan de basis van ‘J’ai perdu mon corps’ – het debuut van Jeremy Clapin – ligt de roman ‘Happy Hand’ van Guillaume Laurant. Mocht die naam je niet direct iets zeggen; hij werkt veelvuldig samen met Jean-Pierre Jeunet, de regisseur van onder meer ‘Le fabuleux destin d’Amélie Poulain’ (2001). Clapin maakt er echter helemaal zijn eigen verhaal van; onder meer de ontmoeting met Gabrielle via de intercom is geheel uit zijn eigen brein ontsproten. Zijn toon is serieuzer dan wat we van Laurant gewend zijn, melancholieker ook. De figuur Naoufel loopt met zijn ziel onder de arm. In zijn nog jonge leven heeft hij al heel wat drama en tragedie ervaren maar ruimte voor rouw en verwerking was er niet of nauwelijks, met als gevolg dat hij wanhopig op zoek is naar een reddingsboei. Je weet al dat er ergens een punt komt dat hij zijn hand verliest; een moment dat als een zwaard van Damocles boven de film hangt. Ook weet je dat er een moment komt dat de hand en het lichaam elkaar weer terugvinden. Die wetenschap houd je volledig betrokken in het verhaal. En als het de verteltechniek niet is die je geboeid houdt, dan is het toch zeker de bijzondere animatietechniek. Naoufel is zo ontzettend verlegen, dat hij opmerkelijke keuzes maakt in zijn leven. Desondanks heeft hij onze sympathie; we hopen niet alleen dat hij en zijn hand elkaar terugvinden, maar ook dat hij de liefde vindt bij Gabrielle. ‘J’ai perdu mon corps’ is zwanger van de symboliek; in vrijwel elke scène zien we wel een vliegje, paraplu of een iglo en de hand zelf is natuurlijk het symbool van Naoufels schuldgevoel. Iets minder symboliek had de effectiviteit zeker vergroot.

‘J’ai perdu mon corps’ is een sobere maar fascinerende animatiefilm over een onthechte jongen die op zoek is naar houvast in het leven, letterlijk en figuurlijk. Een film die enerzijds een surrealistisch uitgangspunt heeft, maar anderzijds een uit het leven gegrepen verhaal vertelt. Bijzonder hoe debutant Clapin hierin het evenwicht weet te vinden.

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 5 december 2019
VOD-release: 10 april 2020 (Lumièreseries)
DVD-release: 21 april 2020