J.C. Lamster, een vroege filmer in Nederlands-Indië (1912-1913)

Regie: J.C. Lamster | 138 minuten | documentaire

De camera is het oog op de wereld. Het gunt ons een blik in een andere tijd en een andere plek. Zo bezien was de film vooral in haar beginperiode het ultieme wapen van de ontdekkingsreiziger. Want wat is er mooier dan al je ontdekkingen in levend beeld vast te leggen om zo de mensen thuis te verbazen? Maar ook onderwijzen was vaak een doel. In vreemde landen werden vaak met een toeristisch oog vele films geschoten die de merkwaardige en typische gebruiken en dagelijkse gang van zaken van het desbetreffende land in beeld bracht en zo de kennis en het begrip hiervoor vergrootte. Zeker in koloniale gebieden die een boeiende en levendige nieuwe wereld vormden, was de camera het enthousiaste oog voor belangstellenden in het thuisland. Zo ook in koloniaal Nederlands-Indië.

Toen begin twintigste eeuw de ethische politiek werd ingesteld met betrekking tot onze koloniën ging de Nederlandse overheid zich actiever bemoeien met het begeleiden en helpen van de inheemse bevolking. Scholingsprojecten en betere gezondheidszorg waren hiervan concrete maatregelen. In het kader van deze veranderende houding in het besturen van Indië werd de Nederlandse kapitein J.C. Lamster, op dat moment werkzaam bij de Topografische Dienst, gevraagd om een aantal films te maken in de koloniën. Deze waren bedoeld om Nederlanders enthousiast te maken voor het koloniale project maar ook om ze op een verantwoorde manier kennis te laten maken met alle typische zaken in het koloniale gebied. Aldus geschiedde.

Lamster toog, na een korte cursus in Frankrijk, naar Indië en schoot zo’n 56 films bij elkaar. Deze werden onderverdeeld in verschillende thema’s zoals “Onderwijs”, “Maatschappelijk Leven” en “Religieuze gebruiken”. De korte filmpjes uit deze categorieën laten verschillende aspecten zien van het leven van de inlanders maar ook van bijvoorbeeld het KNIL (Koninklijk Nederlands Indische Leger). De filmpjes hebben allen een duidelijk documentair karakter en zijn voorzien van bijpassende muziek. Bovendien zijn bij sommige filmpjes commentaren toegevoegd die gebaseerd zijn op de teksten die de films oorspronkelijk begeleidden.

De DVD met de films van Lamster is uitgebracht door het EYE Film Instituut Nederland in samenwerking met het Tropenmuseum te Amsterdam en KIT Publishers. Behorende bij de DVD is een gelijknamig boek (geschreven door Janneke van Dijk, Jaap de Jonge en Nico de Klerk) waarin de historische context van de filmer Lamster en zijn materiaal beschreven wordt. De aanloop naar de productie van de film, hoe het koloniaal instituut de opdracht gaf aan Lamster voor het vervaardigen van de films en de motieven die hieraan ten grondslag lagen. Ook Lamsters werkwijze en de ontvangst en exploitatie van de films in Nederland komt aan bod. Naast dit overzicht van de het leven en werk van Lamster en de plek die zijn Indonesië films daarin innemen, wordt er ook dieper ingegaan op de films zelf waarbij zij aan een analyse worden onderworpen door Nico de Klerk. Dit hoofdstuk is onmisbaar voor een beter begrip voor de films en Lamsters werkwijze.

Concluderend kunnen we stellen dat het project rond de films van Lamster niet alleen een unieke historische inkijk geeft in het leven in de koloniën aan het begin van de 20ste eeuw maar ook een uniek onderdeel laat zien van de vroege Nederlandse filmcultuur. Een bijzonder prijzenswaardig initiatief van het Tropenmuseum, EYE instituut en de verschillende partners/auteurs die dit project mogelijk hebben gemaakt.

Joost Hoedemaeckers