Jack and the Beanstalk (1952)

Regie: Jean Yarbrough | 70 minuten | komedie, familie, fantasie, musical | Acteurs: Bud Abbott, Lou Costello, Buddy Baer, Shaye Cogan, James Alexander, Dorothy Ford, Barbara Brown, David Stollery, William Farnum, Johnny Conrad

Jack (Lou Costello) en Mr. Dinkel (Bud Abbott) krijgen via het arbeidsbureau een baantje als kinderoppas bij de erg lastige Donald (David Stollery). Jack begint hem voor te lezen uit het sprookje ‘Jack and the Beanstalk’, maar struikelt steeds over de lange woorden. De vroegwijze Donald neemt het van hem over waarna Jack in slaap valt. In zijn droom is hij veranderd in de hoofdpersoon Jack Strong. Ook de mensen uit zijn omgeving veranderen in een personage uit het sprookje.

Jack komt terecht in een middeleeuws dorp dat geteisterd wordt door een gewelddadige reus (Buddy Baer) die mensen en dieren ontvoert of verslindt. De vader van Jack was een van zijn slachtoffers. Bovendien heeft hij Jack en zijn moeder beroofd van hun kip met gouden eieren waardoor ze gedwongen zijn om hun koe te verkopen, hun laatst overgebleven kostbare bezit. Jack verkoopt de koe aan de slager Mr. Dinkelpuss die hem in ruil daarvoor vijf toverbonen geeft.

Jack plant de bonen en de volgende ochtend reikt er een bonenstaak tot in de hemel. Samen met Mr. Dinkelpuss klimt hij naar omhoog naar het rijk van de kwaadaardige reus. Door hun vindingrijkheid slagen ze erin om de reus te overmeesteren, de gevangengenomen prinses Eloise te redden samen met prins Arthur met wie ze voorbestemd is te trouwen en ook nog de kip met gouden terug te brengen naar de moeder van Jack.

Hoewel Lou Costello een goede komiek is die met zijn onweerstaanbare mimiek de lach aan zijn kont heeft hangen, overspeelt hij hier zijn hand. Het samenspel met Bud Abbott biedt normaal gesproken goed tegenwicht aan zijn lach-of-ik-schiet humor, maar Bud Abbott is hier in een veel te kleine rol geduwd waardoor de film te zwaar leunt op een paar zeer breed uitgesponnen grappen en daar kan zelfs Lou Costello geen bezienswaardige film van maken. De liedjes die voornamelijk als opvulsel voor het magere verhaal dienen, zijn ook al niet zo best. Zeker, ze passen mooi binnen het suikerzoete sprookje en zijn in dat opzicht in stijl, maar het is het allemaal net niet.

‘Jack and the Beanstalk’ is bij vlagen grappig, maar vooral erg gemakzuchtig en te vaak niet leuk. Voor de echt hele grote fans van Lou Costello.

Diana Tjin-A Cheong