Jailhouse Rock (1957)

Regie: Richard Thorpe | 96 minuten | drama, misdaad, musical | Acteurs: Elvis Presley, Judy Tyler, Mickey Shaughnessy, Vaughn Taylor, Jennifer Holden, Dean Jones, Anne Neyland, Dorothy Abbott, Peter Adams, François André, Robert Bice, Bill Black, Don Burnett, George Cisar, Fred Coby, John Daheim, Joan Dupuis, Bess Flowers, William Forrest, Percy Helton, Carl Milletaire, Robin Raymond, Grandon Rhodes, Glenn Strange, Katherine Warren, Dan White, Wilson Wood

Elvis Presley had veel gemeen met Frank Sinatra en Bing Crosby. Alledrie waren ze buitengewoon succesvolle Amerikaanse zangers, die op basis van hun roem en charisma eveneens een filmcarrière konden opbouwen. Maar waar Sinatra en Crosby zich als echte acteurs wisten te profileren en uiteindelijk zelfs Academy Awards in de wacht sleepten, verliep het avontuur op het witte doek voor Elvis minder voorspoedig. Enkele films uit zijn beginperiode zijn aardig gelukt, maar de studiobonzen wilden meeliften op het succes van de razend populaire zanger waardoor de films waarin ze hem lieten spelen steeds sneller na elkaar gemaakt werden. En dat ging uiteraard ten koste van de kwaliteit. Tegen de tijd dat hij zijn studiocontract had uitgediend, was de (film-) carrière van Elvis op sterven na dood.

De bekendste film van Elvis is ‘Jailhouse Rock’ uit 1957, de derde film die hij maakte en ook een van de betere. Elvis speelt Vince Everett, een frisse jonge knul die nogal snel op zijn tenen is getrapt. Wanneer hij in de kroeg ruzie krijgt met een man, slaat hij hem dood. De jonge Vince moet voor een jaar de bak in. Daar wordt hij celmaatjes met de door de wol geverfde Hunk Houghton (Mickey Shaughnessy), die hem inwijdt in het reilen en zeilen van het leven in de gevangenis. Hunk leert hem bovendien zingen en gitaar spelen als blijkt dat Vince talent heeft. Wanneer hij uit de bak komt, heeft Vince een nieuw doel in zijn leven; hij wil rijk en beroemd worden met zijn muziek. Toevallig loopt hij net Peggy Van Alden (Judy Tyler) tegen het lijf, een jonge platenplugger die meent dat Vince echt talent heeft. Via haar contacten in de muziekwereld lukt het hen – weliswaar met vallen en opstaan – om een plaatje op te nemen. Vince is in een klap een ster, en daar gedraagt hij zich dan ook naar. Tot onvrede van Peggy en de inmiddels ook vrijgekomen Hunk, die hun vriend steeds verder zien wegzakken in een poel van egoïsme en arrogantie.

Het mag duidelijk zijn; Elvis was niet de beste acteur die er op deze aardkloot heeft rondgelopen. In principe speelde hij altijd zichzelf. Hij vertrouwde volledig op zijn charisma en populariteit, acteerlessen waren dus niet nodig. Bij iedere film waar hij in zat moest er natuurlijk ook een soundtrack worden verkocht, dus al zijn films zitten boordevol liedjes. Zingen, dansen en gitaar spelen is per slot van rekening datgene wat The King het beste kon. Songwriters Jerry Leiber en Mike Stoller hebben hun best gedaan en stopten ‘Jailhouse Rock’ vol met aanstekelijke liedjes, waaronder ‘Treat Me Nice’, ‘Baby, I Don’t Care’ en ‘Don’t Leave Me Now’. Het absolute hoogtepunt is de titelsong, speciaal voor de film opgenomen in een gevangenissetting en compleet met de eigengereide choreografie van Elvis. De plot was bijzaak; het publiek wilde Elvis zien. En in ‘Jailhouse Rock’ kregen ze wat ze wilden. Zingend en dansend en zelfs een Elvis met ontbloot bovenlijf, behoorlijk shockerend voor 1957! Het doet er niets aan af dat deze film behoorlijk oppervlakkig blijft. Het uitgangspunt is – vergeleken bij later werk van Elvis – niet eens zo slecht, maar de uitwerking van regisseur Richard Thorpe mist overtuigingskracht. Het einde van de film is ronduit moraliserend, op het vervelende af.

Het personage dat Elvis speelt is bovendien totaal niet sympathiek. Nadat hij uit de gevangenis komt is hij verbitterd, arrogant, lomp en nukkig. En dan niet op de James Dean ‘Rebel without a Cause’-manier. Nee, eigenlijk is deze Vince Everett maar een klootzak, die bovendien nog een kort lontje heeft ook. Zelfs wanneer de lieflijke, stralende Peggy hem komt helpen blijft hij een nare vent. Judy Tyler die Peggy speelt was overigens dé ontdekking van deze film. Helaas kwam zij enkele dagen nadat de opnamen waren afgerond op tragische wijze om het leven bij een auto-ongeluk. Ze werd slechts 23 jaar. Naar verluidt was Elvis zo van slag na het horen van haar overlijden dat hij de film niet meer wilde zien, omdat de herinnering aan Tyler te pijnlijk zou zijn. Behalve Judy Tyler is ook Mickey Shaughnessy (‘From Here to Eternity’, 1953) goed als Hunk Houghton, die aanvankelijk een beetje jaloers is op het succes van Vince maar later samen met Peggy degene is die de omhooggevallen ster met beide benen terug op aarde zet. Elvis acteert ongeïnteresseerd en laconiek. Ironisch detail is dat zijn personage Vince op het hoogtepunt van zijn roem het ook probeert als acteur. In een scène waarin hij met de opnamen van een film bezig is, blijkt dat Vince absoluut niet kan acteren. Elvis acteert die slechte scène echter zoals alle andere…

‘Jailhouse Rock’ is als film op zich maar matig, ook al is het een van de betere van The King. Het is logisch dat in 1957 de mensen in de rij stonden om deze film te gaan bekijken, omdat Elvis toen op het hoogtepunt zijn roem was. Decennia later vraag je je af waar iedereen zich zo druk om maakte. Het enige dat deze film echt de moeite waard maakt zijn de prachtige liedjes, die Elvis op zijn geheel eigen wijze presenteert. Met name ‘Jailhouse Rock’ zelf, een klassieker van de bovenste plank, is memorabel. Voor de rest is dit een luchtig filmpje zonder enige inhoud. Leuk voor de verstokte Elvis-fan, maar meer ook niet.

Patricia Smagge