James Dean – The Legend (1976)

Regie: Robert Butler | 94 minuten | drama, biografie | Acteurs: Michael Brandon, Stephen McHattie, Brooke Adams, Julian Burton, Candy Clark, Dane Clark, Meg Foster, Katherine Helmond, Amy Irving, Robert Kenton, Jayne Meadows, Heather Menzies, Jack Murdock, James O’Connell, Leland Palmer, Christine White, Robert Foxworth, Wes Parker, Rita Taggart

De naam William Bast zal niet veel mensen iets zeggen. De in 1931 geboren Amerikaan schrijft sinds de jaren vijftig scenario’s voor toneel en televisie en doet dat zeker niet onverdienstelijk. Bekender werd Bast echter als een van de beste vrienden van James Dean. De twee leerden elkaar begin jaren vijftig kennen toen ze zich beiden inschreven voor de opleiding Theater Arts aan de Universiteit van Los Angeles (UCLA) en samen een kamer kregen toegewezen. Toen de wispelturige Dean naar New York vertrok volgde Bast hem niet veel later naar The Big Apple. Later, toen beiden hun eigen weg gingen, bleven ze contact houden. Ook al was Dean inmiddels een bekend jeugdidool en moest Bast zich tevreden stellen met kleine opdrachten. Bast was een van de laatste mensen die Dean in leven zag en had bijna bij de acteur in de auto gezeten toen die zijn fatale trip maakte naar Salinas op 30 september 1955…

Zijn vriendschap met Dean heeft Bast geen windeieren gelegd. Wanneer er weer eens een boek wordt geschreven over de tragische filmster, laat hij zich met veel liefde interviewen. Ook schreef hij zelf een aantal boeken over zijn relatie met Dean. Aan de hand van zijn eerste biografie, ‘James Dean: Portrait of a Friend’ maakte NBC in 1976 onder dezelfde titel een televisiefilm. Bast was niet alleen verantwoordelijk voor het script maar trad tevens op als producent. In de film wordt het leven van Dean bekeken vanuit het oogpunt van zijn goede vriend. Logischerwijs volgen we de twee vanaf het moment dat ze samen studeerden aan de UCLA tot aan het noodlottige ongeval van de wispelturige acteur, ruwweg de laatste vijf jaar van zijn leven. Over Deans verleden krijgen we alleen iets te weten door wat hij vertelt aan Bast. Het tragische overlijden van zijn moeder, de liefdevolle opvang van zijn oom en tante in Fairmount, Indiana en zijn worsteling met zijn seksualiteit (wat opzienbarend was aangezien die kant van Dean altijd ontkent werd) krijgen op die manier op subtiele wijze een plaats in de film.

We zien hoe Dean (bijzonder treffend gespeeld door Stephen McHattie) en Bast (Michael Brandon) een warme maar ietwat vreemde vriendschap opbouwen. Dean geeft slechts sporadisch inzicht in zijn diepste zielenroerselen. Zijn vurige wens om het te gaan maken als acteur botsen regelmatig met zijn kwetsbare, introverte persoonlijkheid. Zoals eigenlijk iedereen is het ook voor Bast moeilijk om door te dringen tot deze ongrijpbare man. Een van de mooiste scènes is wanneer Dean zijn vriend opzoekt in zijn huis, nadat die geconfronteerd is met het onmetelijke talent van zijn vriend bij het zien van de voorpremière van ‘East of Eden’ (1954). Bast vreest dat de twee uit elkaar groeien omdat ze niet even getalenteerd zijn. Dean troost hem op zijn geheel eigen manier: door een fragment voor te lezen uit zijn favoriete boek, ‘The Little Prince’ van Antoine de Saint-Exupérie. Terwijl hij voorleest zie je het plezier van hem afstralen, evenals het immense respect dat hij heeft voor het kleine meesterwerkje. Bast is overdonderd door Deans toewijding voor de kunst en beseft pas op dat moment wat voor een uitzonderlijk talent hij eigenlijk is.

Stephen McHattie lijkt qua uiterlijk niet echt op Dean – zeker niet in vergelijking met James Franco, die de legendarische acteur in 2001 gestalte gaf in de tv-film ‘James Dean: An Invented Life’. Hij heeft zich de maniertjes, lichaamstaal en intensiteit van Dean echter volledig eigen gemaakt waardoor hij meer dan verdienstelijk voor de dag weet te komen. Bij vlagen geloof je zelfs dat je hier echt met Dean te maken hebt! Hoewel alle aandacht uiteraard uitgaat naar McHattie speelt ook Michael Brandon een prima rol als William Bast (die qua uiterlijk dan weer wel erg lijkt op zijn evenbeeld). Kleine rollen zijn er onder anderen voor Katherine Helmond (‘Brazil’, 1985), Brooke Adams (‘Invasion of the Body Snatchers’, 1978) en Amy Irving (‘Traffic’, 2000). Opmerkelijk is ook de cameo van Chris Smith, met wie Dean destijds audities deed voor de toneelschool van Lee Strassberg in New York (een scène die ook in de film te zien is). Regisseur Robert Butler heeft voldoende ervaring op het gebied van tv-films om het geheel vlekkeloos te laten verlopen. Aardig is dat hij zijn film naar een hoger plan weet te tillen door twee fragmenten in de stijl van de ‘stomme film’ te filmen. Dit zorgt voor de nodige afleiding en een kleine komische noot.

Iedereen die geïnteresseerd is in het leven van James Byron Dean doet er goed aan de documentaire ‘James Dean: Portrait of a Friend’ eens te bekijken. De invalshoek van de film – het gezichtspunt van Deans vriend William Bast – geeft een verfrissende blik op het leven van de tragische acteur. Bovendien worden onderwerpen aangekaart die vooralsnog vaak op de achtergrond zijn gebleven, zoals Deans vermeende homoseksualiteit. Stephen McHattie mag dan wat uiterlijk betreft niet echt op de acteur lijken, hij zet door zijn overtuigende manier van acteren en imiteren een levensecht portret neer. Deze biografie geeft geen volledig beeld van het leven van James Dean, maar biedt voldoende verrassende aanknopingspunten voor een boeiende filmervaring.

Patricia Smagge