Journey of a Red Fridge (2007)
Regie: Lucian Muntean, Natasa Stankovic | 52 minuten | documentaire
De jonge Hari heeft grote plannen. Het liefst wil hij medicijnen studeren en in zijn dorpje een ziekenhuis beginnen. Verrassend genoeg is hij in het bezit van een ontzettend scherpe blik en ziet hij precies wat er goed en minder goed gaat in zijn omgeving. Ook analyseert hij in twee zinnen hoe het met de ‘westerse’ toeristen gesteld is die zijn land bezoeken. De vrouwen zijn fit, intelligent en kunnen werken, maar ze klagen zoveel en worden vaak plotseling heel boos. Hij heeft duidelijk recht van spreken, aangezien hij vooral pakketten van toeristen vervoert, en één keer zelfs een Australische toerist met overgewicht vijf dagen lang moest tillen. Samen met een andere koerier, dat wel. Tegelijkertijd maakt hij korte metten met de traditionele geneeswijze die zijn landgenoten uitoefenen op zieken. Nadat zijn moeder zelf gestorven is na een val en gebrek aan professionele hulp, heeft hij weinig geduld met mensen die hun zieke familieleden uit handen geven aan sjamanen van in de tachtig.
Duidelijk is dat voor deze jongen een groots leven is weggelegd. Tot die tijd moet hij echter wel genoeg geld verdienen om zijn opleiding te kunnen betalen. Hij is in plaats van medicijnen al een andere studie gaan doen met een minder zware financiële last. Maar ook deze opleiding moet hij zelf betalen: zijn moeder is immers gestorven en zijn vader woont met een aantal andere kinderen in een klein huisje en vraagt Hari steeds om geld, in plaats van andersom. Daarom werkt Hari als koerier in de bergen van de Himalaya. Hij brengt pakketten van het ene naar het andere dorp en de film volgt hem tijdens een klus: hij heeft opdracht gekregen een knalrode, Coca-Cola koelkast naar de dichtstbijzijnde stad Pokhara te vervoeren. Hij tilt het enorme ding op zijn rug en heeft, net als de meeste koeriers daar, een handige constructie van touwen gemaakt, die uitkomt op een hoofdband zodat het meeste gewicht door zijn hoofd wordt gedragen. Dat daar soms duizelingen en hoofdpijn van komen, moet Hari maar voor lief nemen. Vergeleken met koeriers die pakketten van soms wel tachtig kilo vervoeren, valt zijn koelkast nog mee.
De directe manier van filmen levert af en toe komische momenten op, bijvoorbeeld wanneer de filmploeg onderweg twee jonge meisje tegenkomt. Hari raakt met ze in gesprek, maar de meisjes blijken vooral geïnteresseerd in de cameraman en de rest van de crew. “Wat zijn ze rood geworden door de zon!” “Wat een rare kleren hebben de vrouwen aan!” De meisjes kunnen het niet geloven, maar voelen ook absoluut geen gêne om zo direct over het gezelschap te spreken.
Naast de verrassende ontmoetingen en personages, is de film ook visueel adembenemend: we trekken dwars door de Himalaya, via kronkelweggetjes en bossen, langs piepkleine dorpjes waar de sympathieke Hari meestal wel iemand kent en een hapje eten kan versieren. Maar achter deze romantische beelden, schuilt wel een schrijnend dilemma waar Hari steeds weer mee geconfronteerd wordt: of hij mist lessen en tentamens door zijn werk, of hij werkt niet en kan dan zijn opleiding niet betalen. Hier wordt niet expliciet de nadruk op gelegd, maar het blijft wel door je hoofd spoken. Hij moet het helemaal alleen opknappen en ondanks alle goede bedoelingen en mooie plannen is het maar de vraag wat er van zijn toekomst zal worden. En dan is hij slechts een voorbeeld voor honderden andere kinderen in hetzelfde lastige parket.
Ruby Sanders