Joy Division (2007)

Regie: Grant Gee | 93 minuten | muziek, documentaire | Met: Richard Boon, Anton Corbijn, Kevin Cummins, Ian Curtis, Bob Dickinson, Lesley Gilbert, Iain Gray, Rob Gretton, Martin Hannett, Alan Hempsall, Annik Honoré, Peter Hook, Richard H. Kirk, Terry Mason, Paul Morley, Stephen Morris, Liz Naylor, John Peel, Genesis P. Orridge, Lindsay Reade, Peter Saville, Richard Searling, Pete Shelley, Bernard Sumner, Malcolm Whitehead, Tony Wilson, Jon Wozencroft

‘The last true story in pop’, zo wordt de documentaire ‘Joy Division’ (2007) aan de wereld gepresenteerd. Het verhaal achter de legendarische post-punkformatie uit Manchester en zijn tragische frontman Ian Curtis, die op 18 mei 1980 op slechts 23-jarige leeftijd zelfmoord pleegde, heeft al meerdere filmmakers geïnspireerd. In ’24 Hour Party People’ (2002) doet filmmaker Michael Winterbottom op ironische wijze verslag van de opkomst en ondergang van het toonaangevende Engelse platenlabel Factory, waar Joy Division als een van de eersten onder contract stond. Heel anders van toon was ‘Control’ (2007), van onze eigen Anton Corbijn, waarin de getormenteerde ziel van Curtis centraal staat. Na een sfeerverslag en een biopic kon een documentaire natuurlijk niet achterwege blijven. Regisseur Grant Gee greep die kans aan en maakte een innemend en warm portret van een band die in slechts vier jaar tijd een onuitwisbare indruk op zowel de muziekwereld als de stad Manchester heeft gemaakt.

Het begon allemaal met een optreden van The Sex Pistols in de Lesser Free Trade Hall in Manchester in 1976. Twee opgeschoten jongeren, Bernard Sumner en Peter Hook, zijn er zo van onder de indruk dat ze zelf ook een band willen beginnen. Ze zoeken alleen nog een drummer en een zanger en plaatsen een advertentie in de plaatselijke media. Ian Curtis, ook een groot fan van The Sex Pistols, voelt zich erdoor aangesproken en reageert. Dat doet ook drummer Stephen Morris; Warsaw (de voorloper van Joy Division) is geboren. Aanvankelijk spelen ze op ongeïnspireerde wijze hun favoriete punkbands na, maar naarmate ze hun instrumenten meer onder de knie krijgen, ontstaat er ook een eigen sound. Een geluid dat nauw samenhangt met de naam Joy Division. Het zou echter nog anderhalf jaar duren voor ze hun eerste plaat zouden opnemen. ‘Unknown Pleasures’ (1979), geproduceerd door de maffe maar geniale Martin Hannett, krijgt uitsluitend lovende kritieken en wordt als een baanbrekend album in de muziekgeschiedenis gezien.

Wat men niet kon bevroeden is dat de mentale én fysieke aftakeling van Curtis inmiddels had ingezet. Zijn epileptische aanvallen werden steeds heftiger en in zijn liefdesleven werd hij verscheurd door gevoelens voor twee totaal verschillende vrouwen. Bovendien zag hij de roem die voor zijn band in het verschiet lag absoluut niet zitten; eigenlijk was hij maar een verlegen man. Zo vertelde hij Hook wel eens dat hij wilde stoppen met de band om anoniem in Amsterdam een boekwinkeltje te beginnen. Een dag later was hij alweer van gedachten veranderd, maar uitspraken als deze verhullen de tweestrijd die Curtis in zijn greep hield nauwelijks. In april 1980, kort nadat Joy Division met succes zijn tweede album had gelanceerd, slikte hij een overdosis medicijnen. Hij overleefde de zelfmoordpoging en men ging vrolijk verder waar men gebleven was. Er werden zelfs plannen gemaakt voor een Amerikaanse tournee. Zo ver zou het echter niet komen, want een dag vóór ze naar de States zouden vliegen, verhing Curtis zichzelf in zijn huis in Macclesfield. Hij werd slechts 23 jaar.

Grant Gee heeft met films als ‘Meeting People is Easy’ (1998), waarin Radiohead centraal staat, al bewezen de aangewezen man te zijn om een muziekdocumentaire meer diepgang te geven. Het verhaal van Joy Division situeerde hij in de context van de stad waar de mannen vandaan komen, Manchester. Ooit de bakermat van de industriële revolutie, is het begin jaren zeventig – wanneer Curtis en co. opgroeien – een deprimerende bouwval. Dankzij de muziek van Joy Division en de andere bands die onder contract stonden bij Factory Records, kreeg de stad eindelijk weer iets om trots op te zijn. Gee kleedt zijn film aan met beelden van Manchester toen en nu, waarin inderdaad een groot verschil merkbaar is; de stad bruist inmiddels als nooit tevoren. In ‘Joy Division’ zien we uiteraard de in documentaires gebruikelijke talking heads, maar het zijn dit keer daadwerkelijk mensen die iets te melden hebben. Vrijwel alle hoofdrolspelers uit die tijd dragen hun steentje bij, met uitzondering van degenen die inmiddels zijn overleden (uiteraard Curtis zelf, de vroegere manager van de band Rob Gretton en producer Martin Hannett). Zelfs de ‘maîtresse’ van Curtis, de mediaschuwe Belgische Annik Honoré, komt aan het woord. Grote afwezige is Deborah Curtis, Ians weduwe. Zij wenste niet geïnterviewd te worden maar gaf wel toestemming om quotes uit haar boek ‘Touching from a Distance’ (waar Corbijn ‘Control’ op baseerde) te gebruiken en is zodoende in ieder geval in woord aanwezig in de film.

Meest interessant en kleurrijk zijn absoluut de bijdragen van de overgebleven bandleden Sumner, Hook en Morris (die na Curtis zijn dood verder zijn gegaan onder de naam New Order), die niet alleen met interessante anekdotes voor de dag komen, maar tevens zeer openhartig zijn over het feit dat ze spijt hebben dat ze niet eerder hebben ingezien dat Curtis dringend hulp nodig had. Zelfs na zijn eerste zelfmoordpoging gingen de heren gewoon weer door alsof er niets gebeurd was. Naast die emotionele onthullingen verzorgt met name bassist Peter Hook ook zo nu en dan een komische noot. Sumner is vooral man van overpeinzingen en Morris zweeft er ergens tussenin en valt op vanwege zijn expressieve persoonlijkheid. Opvallend is ook de bijdrage van Tony Wilson, grondlegger van Factory Records en de legendarische club Hacienda en in feite de man die Joy Division een kans gaf zich te profileren als band. Niet lang na de opnamen zou hij namelijk komen te overlijden aan een hartaanval en dit is zo ongeveer het laatste interview dat hij gaf. De gesprekken worden uiteraard naar hartenlust gelardeerd met zeldzaam beeld- en geluidsmateriaal van concerten (onder meer in Eindhoven) en televisieoptredens waar de fans van zullen smullen. Opvallend is hoe eigentijds de muziek van Joy Division nog altijd klinkt. Gee en zijn crew hebben de film bovendien voorzien van een aantal aardige stilistische hoogstandjes en een opvallende montage.

‘Joy Division’ is een geweldige documentaire die op integere en diepgravende wijze inzicht geeft in de opkomst en teloorgang van de legendarische band rond Ian Curtis. Doordat de geïnterviewden allemaal mensen zijn die er bij zijn geweest is de impact van datgene wat ze zeggen erg groot. De muziek van Joy Division dringt na al die jaren nog steeds diep door in je ziel. Zelfs wie helemaal niets heeft met muziek uit de post-punkperiode, zullen zich laten meeslepen door deze film, die samen met ‘Control’ en ’24 Hour Party People’ een prachtige trilogie vormt over de muziekscene in het Manchester van rond 1980.

Patricia Smagge