Juju Factory (2006)

Regie: Balufu Bakupa-Kanyinda | 95 minuten |drama, komedie | Acteurs: Dieudonné Kabongo, Carole Karemera, Katik Donatien Bakomba, Emile Abossolo M’bo, Stéphane Bissot, Aline Bosuma, Sohder Leta, Manesa, Pascale Kinanga, Imhotep Tshilombo, Ken Ndiaye, Maxime Thierry, Nolda Massamba

De schrijver Congo (afkomstig uit Kongo) woont in Brussel in de Afrikaanse ‘Matonge’ wijk. Als de uitgever van het boek dat hij schrijft een soort reisboekje verlangt, gekruid met etnische ingrediënten, komt hij in gewetensproblemen. Zelf is hij geïnspireerd om een heel ander boek schrijven, gebaseerd op de complexiteit van de gekwelde menselijke zielen van Kongolese emigranten en bannelingen die hij in zijn wijk ontmoet. Hun geschiedenis, en dat wat hen in Brussel drijft, is gecompliceerd en doorspekt van de Afrikaanse spiritualiteit.

Tegelijkertijd zijn zijn geldzorgen groot. Hij wordt achtervolgd door schuldeisers en de deurwaarder dreigt zijn spullen te verkopen. Hoe kan hij overeind blijven in deze strijd tussen geweten, inspiratie, schuldeisers en een opdrachtgever die met de geldbuidel rammelt? Bij zijn worsteling tussen deze problemen zal hij beschermd worden door wat de Kongolezen een ‘Juju’ noemen. Een soort talisman, magisch amulet en zorgend voor zelfvertrouwen. Ook de liefde van zijn vrouw Béatrice helpt hem in zijn strijd.

‘Juju’ is komedie en drama tegelijk. Dieudonné Kabongo speelt een mooie rol en is overtuigend als een soort dolend schrijver met geheel eigen opvattingen en inspiratie. Gelachen kan worden om de perikelen van de vele kleine verhaaltjes en de ploeteraars die in het verhaal verweven zitten. Drama zit meer in de wijze waarop de schrijver in het verhaal de geschiedenis van het Belgisch koloniaal verleden vervlecht. Kongo was tot 1960 een Belgische kolonie, België liet een enorme chaos achter toen het land zelfstandig werd. Ondanks dat de wijk Matonge bijna een echt stukje Afrika is, zijn de Kongolezen in Brussel in meer of mindere mate ontheemden, ontdaan van hun Afrikaanse roots.

De schrijver heet niet zo maar toevallig Congo Kongo, zijn naam staat model voor de Afrikaanse cultuur en het ritme van de congo drums. De verhaallijn bevat naast hem een aantal personages dat de realiteit van het leven van de Kongolezen in Brussel weergeeft. ‘Sappelen’ om economisch overeind te blijven, jongeren die botsen met de politie (soms raciaal gerelateerd, politieke bannelingen, etcetera. Ook de Belgische instituten die met de geldbuidel rammelen om etnisch georiënteerde projecten van de grond te krijgen of eigen hobby’tjes te bedrijven, zijn flexibel in het verhaal verwerkt.

Al het kleine menselijke gedoe trekt in de film aan ons voorbij. Of de schrijver een boek zal maken, kan hier uiteraard niet worden onthuld. De film is meer een soort caleidoscopische vertelling die de kijker over zich moet laten komen. Geen grootse betogen of spitsvondige dialogen, maar veel meer een klein verhaal dat zich langzaam en zorgvuldig ontvouwt voor de kijker die feeling heeft met de universele problematiek van ontwortelden. Geen film voor de toeschouwer van actie en snelheid; voor toeschouwers die zich kunnen inleven in de problematiek zeker de moeite waard.

Rob Veerman