Jurassic Park (1993)
Regie: Steven Spielberg | 127 minuten | actie, horror, avontuur, science fiction | Acteurs: Sam Neill, Laura Dern, Jeff Goldblum, Richard Attenborough, Bob Peck, Martin Ferrero, Joseph Mazzello, Ariana Richards, Samuel L. Jackson, Wayne Knight, Gerald R. Molen, Miguel Sandoval, Cameron Thor, Christopher John Fields, Whit Hertford, Dean Cundey, Jophery C. Brown, Tom Mishler, Greg Burson, Adrian Escober, Richard Kiley
Spectaculair gemaakt entertainment met een hoog adrenalinegehalte, dat alsmaar voortdendert naar de volgende thrill. ‘Jurassic Park’ is een film die is opgezet als een rondrit door… juist, een pretpark. Maar als de eerste spanning is weggezakt, word je weggestuurd met een wat leeg gevoel van binnen.
Wat voor mogelijkheden zijn er met de voortschrijdende ontwikkelingen op het terrein van klonen? Hoe zou het zijn als mensen en dinosaurussen samen op aarde zouden rondlopen? Die vragen boeiden de in 2008 overleden schrijver Michael Crichton zo, dat hij ze combineerde en er een boek over schreef. ‘Jurassic Park’ kwam in 1990 uit en was een enorme bestseller. Crichton was de meester van de technothriller: over de vaak destructieve invloed van menselijk handelen op nieuwe technologische ontwikkelingen. De boomlange schrijver was van huis uit arts, bedacht de tv-serie ‘E.R.’, schreef het scenario en regisseerde ‘Westworld’ (1973) en zag tal van zijn boeken met meer of minder succes door anderen verfilmd worden. Titels als ‘The Andromeda Strain’ (1971), ‘Rising Sun’ (1993), ‘Disclosure’ (1994), ‘Congo’ (1995) en ‘Sphere’ (1998) kwamen op het witte doek, maar geen van allen kwam zelfs maar in de buurt van het kassucces ‘Jurassic Park’ en de vervolgdelen.
Want een verfilming van zijn bestseller kon lang niet uitblijven en in 1993 ging met veel bombarie ‘Jurassic Park’ in première. Het door scenarist David Koepp bewerkte screenplay van Crichton zelf gooit veel van de morele en ethische bezwaren tegen klonen in het algemeen en het klonen van dino’s in het bijzonder overboord. Wat overblijft is een recht-toe-recht-aan actiefilm zonder al te veel subtiliteiten en nuances. Koepps aanpassingen waren helemaal toegeschreven naar de regie van Steven Spielberg, die wel raad weet met het basismateriaal. Het grote voordeel is dat Crichton een filmische schrijfstijl had, waardoor veel van de scènes regelrecht uit het boek konden worden overgenomen. Wat degenen die het boek kennen, vooral zullen missen, zijn de waarschuwingen over het gevaar van klonen en het intellectuele debat wat achter Crichtons vlotte schrijfstijl schuilgaat. Dat het lot van sommige personages in de film heel anders is, wordt dan op de koop toegenomen.
Bij de release maakte de film vooral veel indruk vanwege de realistisch ogende dinosauriërs. En die zijn inderdaad indrukwekkend te noemen, zeker voor begin jaren 90. De visuele effecten van Industrial Light & Magic en de speciale effecten van “goeroe” Stan Winston en zijn mensen zorgen ervoor dat je (bijna) nooit het gevoel hebt naar trucage te kijken. Spielberg gebruikt een combinatie van digitale effecten en ouderwetse animatronics (poppen die elektrisch of handmatig kunnen bewegen) in het uitbeelden van de dinosauriërs. Onder de miljoenen jaar geleden uitgestorven beesten zijn de gevreesde Tyrannosaures Rex en de intens gemene en slimme Velociraptors.
Het verhaal is – in grote lijnen – intact gebleven: de rijke industrieel John Hammond heeft een manier gevonden om dinosauriërs te klonen en heeft op een eiland voor de kust van Costa Rica een pretpark gebouwd. Na een paar ongelukken beginnen de investeerders nerveus te worden en worden een aantal gerenommeerde wetenschappers uitgenodigd om het park “veilig” te verklaren. Door middel van een rondrit door het park moet die veiligheid duidelijk worden. Naast de experts gaan ook de huisjurist van Hammonds bedrijf mee en Hammonds twee kleinkinderen. Uiteraard vindt de rondrit plaats tijdens een naderende tropische storm, terwijl één van de medewerkers probeert ingevroren dino embryo’s te stelen door alle beveiliging uit te schakelen. En laten de elektrisch voortgedreven jeeps nu net stil komen te staan voor het territorium van de T-Rex…
De oude John Hammond wordt gespeeld door veteraan Richard Attenborough, die speciaal voor Spielberg terugkwam op zijn beslissing in 1979 om te stoppen met acteren. Attenborough deed dat omdat hij vond dat niet hijzelf Oscars voor beste film en regisseur had moeten winnen voor ‘Ghandi’, maar die prijzen naar Spielbergs ‘E.T.’ hadden moeten gaan. Zijn versie van John Hammond is een wat naïeve opa, die zich te laat realiseert wat hij op de wereld heeft losgelaten.
De wetenschappers worden neergezet door Sam Neill als paleontoloog dr. Alan Grant, Laura Dern als paleobotanist dr. Ellie Sattler en Jeff Goldblum als wiskundige dr. Ian Malcolm. Van dit drietal krijgt Goldblum zo’n beetje alle goede teksten, waarin hij zijn zorgen uit over de mogelijke desastreuze gevolgen van het klonen van dinosauriërs. Ook al is zijn inbreng miniem ten opzichte van het boek, Malcolms uitleg van de “chaos theorie” is fraai uitgevoerd. Neill heeft de ondankbare taak om de conventionele held te spelen en hij heeft het vooral ongemakkelijk omdat hij als kindervrezer met Hammonds kleinkinderen Tim (Joseph Mazzello) en Alex (Ariana Richards) zit opgescheept. Dern mag een paar keer met wijd open mond staren naar de dino’s om haar heen en rent vervolgens rond in een tweede, ongeschikte verhaallijn om Grant en de kinderen te helpen redden. In kleine rollen duiken bekende gezichten als Wayne Knight (als de corrupte computerprogrammeur die de embryo’s wil stelen) en Samuel L. Jackson als ingenieur Ray Arnold.
Het verhaal verloopt tamelijk voorspelbaar (zo is het niet moeilijk te raden wie er dood gaat en wie er blijft leven) en na een langzame start met uitleg over de achtergrond van de karakters en de geschiedenis van de kloonactiviteiten van Hammonds bedrijf InGen, barst de actie los met de ene achtervolging na de andere. Technisch knap uitgevoerde en spannende scènes volgen elkaar in hoog tempo op. Spielberg bewijst maar weer eens dat hij dit werk tot in de finesses beheerst.
Maar dat kan niet verhullen dat er nauwelijks sprake is van enige karakterontwikkelingen en dat, ondanks alle interessante invalshoeken, ‘Jurassic Park’ gewoon een monsterfilm is geworden. Een effectieve, spannende monsterfilm. Er had echter veel meer uit het tot nadenken stemmende uitgangspunt gehaald kunnen worden. Spielberg had bijvoorbeeld met zijn eigen kaskraker ‘Jaws’ een prima voorbeeld voor handen. ‘Jurassic Park’ brengt het monstergenre wat extra’s door overtuigende effecten en het feit dat deze monsters officieel uitgestorven zijn. En, zo maakt de film wel duidelijk, dat is maar goed ook.
Hans Geurts
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 30 september 1993
Blu-ray-release: 15 oktober 2014 (Steven Spielberg Director’s Collection).