Kat en muis (2015)

Regie: Victor Nieuwenhuijs, Maartje Seyferth | 84 minuten | drama | Acteurs: Carlijn van Zijtveld, Wilma Bakker, Raymond Thiry, Patrick Linotte, Hilt de Vos

Nederlandse filmmakers Victor Nieuwenhuis en Maartje Seyferth zullen waarschijnlijk bij weinig mensen een belletje doen rinkelen, en dat is bijzonder jammer. Vanuit een arthouse sensibiliteit, en herinneringen oproepend aan werk van filmmakers als David Lynch, Lars von Trier, en Jean-Paul Godard, weten ze vaak prachtige, artistieke beelden op het witte doek te toveren en het publiek te prikkelen met abstracte, mysterieuze verhalen. Zo ook met hun laatste prent, ‘Kat en muis’, over de worsteling van een meisje met pijnlijke, verdrongen herinneringen, die langzaam maar zeker aan de oppervlakte komen.

In ‘Kat en muis’ speelt nieuwkomer Carlijn van Zijtveld de rol het getroebleerde meisje Belle. Ze wordt bijgestaan door ervaren acteurs als Wilma Bakker en Raymond Thiry. Ze heeft de moeilijke taak om de film te dragen en doet dit heel aardig. Hoewel ze op het eerste gezicht redelijk apathisch overkomt – ze zegt meestal weinig tot niets en staart veel voor zich uit – zitten er vele nuances in haar uitdrukking. Lichte angst, genegenheid, verbazing, woede, ongeloof: al deze emoties schieten in subtiele schakeringen, en af en toe in duidelijke ‘uitbarstingen’, over haar gezicht. Haar vertolking zorgt ervoor dat de film lange tijd boeiend blijft, ook is de film maar scheutig met daadwerkelijke informatie over het verhaal of de verhoudingen tussen de personages. En zodra er onthullingen komen, weet je niet zeker óf deze wel echt (op die manier) hebben plaatsgevonden, en indien toch, op welk moment. Het verhaal en de personages blijven voor het grootste deel ongrijpbaar.

Deze uiteindelijk niet te overbruggen afstand tussen kijker en personage(s) bestond ook al in eerder werk van Seyferth en Nieuwenhuis, zoals ‘Vlees’ en ‘Crepuscule’. Films die minstens zoveel geïnteresseerd leken te zijn in het vormen van of zoeken naar een specifieke filmtaal als in het vertellen van een aansprekend verhaal. Dat wilde nog wel eens teveel verzanden in een stijloefening die weliswaar prachtig was, maar de kijker inhoudelijk niet genoeg wist te binden. In ‘Kat en muis’ is er nog geen ultieme balans gevonden maar het gaat zeker de goede kant op.

Met name door de emotionele basis via het personage van de duidelijk getraumatiseerde Belle, die los wil breken uit haar verstikkende – en zelf geconstrueerde? – veilige omgeving, maar, frustrerend genoeg, nog teveel in haar angsten en trauma’s gevangen blijkt te zitten om dit te kunnen bereiken. We krijgen op zijn minst delen van het grotere verhaal en dit werkt aardig als een emotioneel anker waarmee de kijker betrokken blijft. De moeilijke relatie met haar moeder, die na jaren afwezigheid ineens ten tonele verschijnt, de traumatische herinnering aan een incident met haar halfbroertje, waar iets onduidelijks mee is gebeurd, en de (manifestatie van de) halfbroer die ze nu graag ziet, op een iets te liefdevolle manier. Het zorgt voor meer dan genoeg opgewekte interesse in haar verhaal, maar deze ‘belofte’ wordt slechts mondjesmaat ingelost.

We zien zo af en toe dat er eigenlijk heel veel levenslust, passie, liefde, en vrolijkheid in haar personage verscholen ziet, die je als kijker zo graag ziet vrijkomen maar waar ze maar niet in slaagt. Het is bijna onmogelijk om een hechte band met dit personage te ontwikkelen, enerzijds omdat ze moeilijk te kennen is en zich nooit helemaal blootgeeft, en anderzijds omdat de filmvorm ervoor zorgt dat het nooit volledig duidelijk is wat nu de (huidige) realiteit is en wat droom of herinnering. Dit is een bewuste keuze geweest van de filmmakers, die niet alles willen uitleggen en meer voor een emotionele connectie willen gaan en een directere band tussen film en toeschouwer, los van de eisen van een (traditioneel) verhaal. In die zin blijft de sfeer en de vorm de film ook heel belangrijk. De stemmige, vaak onheilspellende muziek, de beklemmende sfeer van die hele kleine en religieuze gemeenschap en symbolen – als in Lars von Triers ‘Breaking the Waves’ –, de vermenging van droom en realiteit, de prachtige cinematografie – lang aangehouden overzichtsshots van natuur, interessant gebruik van spiegels, mooi gebruik van perspectief – zorgen al voor een directe en bijzondere binding met de film.

Maar gelukkig is het niet alleen maar een stijloefening met hier en daar interessante thematiek. Na afloop blijf je – enigszins gefrustreerd misschien, maar toch – lang nadenken over de thema’s en de verhoudingen. Over de gevoelens van Belle. Wie was zij, wat wilde zij? Zoals wel vaker in de films van dit tweetal speelt seksualiteit een rol en dat is hier ook zo. Er zitten verschillende seksueel getinte scènes in de film, maar het lijkt puur een zelfontdekking te zijn voor Belle, die een beetje is blijven hangen in haar jeugd en nu lijkt te (willen) ontluiken. Ze lijkt ook niet zozeer geïnteresseerd te zijn in de seks op zich, of seks met een ander, als wel in het ontdekken van haar eigen seksualiteit. Als onderdeel van haar volwassen worden. ‘Afrekenen’ met het verleden en de relatie met haar moeder (en anderen die dichtbij haar staan) hoort daar ook bij.

Uiteindelijk is het al heel wat dat dit soort emotionele verbindingen gelegd kunnen worden, maar compleet of helemaal bevredigend wordt het inhoudelijk gezien nooit. Doordat droom en werkelijkheid zo lang door elkaar blijven lopen en er geen echte antwoorden gegeven worden, slaagt de film er niet in om de aandacht vast te houden, en treedt er zelfs enkele onverschilligheid op. Daar waar, zo lijkt het, afgaand op de dramatische laatste scène, op sterke emoties gehoopt wordt door de makers. Maar dat doet weinig af aan de verder goede kwaliteiten van deze bijzondere film.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 10 september 2015