Key Largo (1948)

Regie: John Huston | 97 minuten | drama, misdaad, thriller | Acteurs: Humphrey Bogart, Edward G. Robinson, Lauren Bacall, Lionel Barrymore, Claire Trevor, Thomas Gomez, Harry Lewis, John Rodney, Marc Lawrence, Dan Seymour, Monte Blue, William Haade

Het is niet gemakkelijk een toneelstuk te bewerken tot een film. Toneel en cinema zijn twee totaal verschillende media met hun eigen mogelijkheden en tekortkomingen. Met een toneelstuk bijvoorbeeld ben je beperkt tot meestal een en soms enkele ruimtes. Film biedt veel meer mogelijkheden doordat het mogelijk is om op locatie op te nemen en allerlei effecten toe te voegen. Maar wie zoveel mogelijk trouw wil blijven aan het originele toneelstuk, ziet zich in zijn mogelijkheden beperkt. Vaak wordt er daarom een ensemblecast vol sterke acteurs ingezet; acteurs die een verhaal kunnen dragen en hun personages overtuigend kunnen brengen. Enkele geslaagde voorbeelden van toneelstukken die ook als film goed uit de verf komen zijn ‘Glengarry Glen Ross’ en ’12 Angry Men’. Ook ‘Key Largo’ van regisseur John Huston is heel behoorlijk gelukt.

Een sterke cast is daarvoor met name verantwoordelijk. Humphrey Bogart en Edward G. Robinson samen in een film staat natuurlijk al garant voor acteerspektakel. Al in 1936 waren ze samen in een film te bewonderen, namelijk in ‘Bullets or Ballots’. Robinson was toen degene met de grootste reputatie – Bogart speelde voornamelijk bijrollen in die tijd – maar al gauw werd hij door zijn jongere collega voorbij gesneld. En terwijl Robinsons ster langzaam doofde, groeide Bogart uit een van de meest gevierde acteurs aller tijden. Met films als ‘Casablanca’, ‘The Maltese Falcon’ en ‘Treasure of Sierra Madre’ op zijn palmares heeft Bogart een veel indrukwekkender oeuvre dan Robinson, die nog steeds goed speelde maar in weinig interessante films bleef hangen.

Humphrey Bogart speelt de cynische oorlogsveteraan Frank McCloud, die neerstrijkt in de Florida Keys om de weduwe van een oude dienstmaat van hem te ontmoeten. Deze Nora Temple (Lauren Bacall) runt samen met haar schoonvader James (Lionel Barrymore) een hotel in Key Largo en is gewend aan een rustig leventje waarin ze plezier heeft in het bedienen van locale vissers en indianen. Met de komst van McCloud is het gedaan met de rust, maar daar is hij niet zelf voor verantwoordelijk. De befaamde gangster Johnny Rocco (Robinson) heeft samen met zijn bende het hotel uitgekozen om zich te verbergen voor de politie. Bovendien laait er buiten een flinke storm op, dus het ziet er niet naar uit dat ze snel weer weg zullen gaan. Rocco houdt Nora, Frank en alle andere mensen in het hotel onder schot. De enige die weet hoe hij hen uit deze penibele situatie kan krijgen is Frank. En al zou hij, vanwege zijn nare herinneringen aan de oorlogstijd, liever niet willen; hij wordt gedwongen het gevecht weer aan te gaan.

Bogart imponeert in de voor zijn doen behoorlijk passieve rol van door de wol geverfde oorlogsveteraan die alles al mee heeft gemaakt en daardoor een behoorlijk cynische kijk op het leven heeft gekregen. Langzaam maar zeker zie je dat de cynicus in McCloud ontdooit en hij zich strijdbaarder durft op te stellen. Daar tegenover staat Edward G. Robinsons overweldigende, haast karikaturale portret van gangster Rocco, die iedere scène waarin hij zit domineert. Lauren Bacall, de grote liefde van Bogart (ze zouden samen vier films maken, waarvan ‘Key Largo’ de laatste was), is lieflijk maar haar personage is niet voldoende uitgewerkt om haar daadwerkelijk de mogelijkheid te geven te laten zien wat ze in huis heeft. Verder dan smachtende blikken naar Bogie komt ze eigenlijk niet. De show wordt gestolen door Claire Trevor als de aanstellerige, dronken sloerie die aanvankelijk met Rocco aanpapt maar door hem dusdanig slecht wordt behandeld dat ze de kant van Frank kiest. Ze won geheel terecht een Oscar voor haar bijrol.

John Hustons regie is sober maar buitengewoon effectief. Het oorspronkelijke verhaal van Maxwell Anderson werd ontdaan van de pompeuze uitweidingen en door Huston samen met Richard Brooks tot een bondig (97 minuten) geheel gesmeed. Het camerawerk van Karl Freund is dusdanig scherp dat je bepaalde details opvallen die je anders wellicht over het hoofd zou hebben gezien. En dat de sfeer. Claustrofobisch en dreigend, precies zoals de sfeer zou moeten zijn als je onder dreiging van gangsters opgesloten zit in een hotel en er is een tropische storm op komst.

‘Key Largo’ zit vol scherpe vondsten en prima acteerwerk. En ook al is het van het begin af aan al duidelijk dat Frank de gevierde man zal gaan worden, toch voel je als kijker de spanning en blijf je hopen dat hij de juiste keuzes zal maken. Uitstekende thriller en – hoewel de film ondergeschikt blijft aan klassiekers als ‘Casablanca’ en ‘The Maltese Falcon’ – een must see voor fans van Humphrey Bogart.

Patricia Smagge