Killer Clans – Liu xing hu die jian (1976)
Regie: Chu Yuan | 103 minuten | actie | Acteurs: Ku Feng, Wang Chung, Yueh Hua, Lo Lieh, Tsung Hua
De in 1976 geschoten film ‘Killer Clans’ van martial arts specialist Chu Yuan is een klassieker in het kung fu genre. Het verhaal van de film is gebaseerd op een oude zwaardvechtersroman en beschrijft de vete tussen twee families die beiden willen heersen over de onderwereld.
De ‘goede’ Lung Men Society wordt geleid door oom Sun Yu en hij wordt bijgestaan door een aantal uitzonderlijke kung fu vechters, zoals rechterhand Lu Hsiang-chuan, de mysterieuze lijfwacht Han Tang en zoon en kung fu meester Sun Chien. De clan van oom Sun Yu raakt echter in conflict met de ‘slechte’ Roc Society, nadat een vechtend drietal (genaamd The Three Tigers) een aan oom Sun Yu loyale familie lastig valt. Naarmate het conflict voortduurt begint Sun Yu te vermoeden dat hij een verrader in zijn midden heeft. Wie moet hij nog vertrouwen? En de zaak wordt zelfs nog ingewikkelder wanneer huurmoordenaar Meng Sheng-Hun opdracht krijgt zich in het conflict te mengen. De film bouwt op naar een climactisch einde, waarbij Sun Yu al zijn sluwheid moet gebruiken om de verrader te ontmaskeren en de baas te worden.
Het camerawerk en het acteerwerk zijn echt in oude kung fu stijl, wat je grofweg kan omschrijven als weinig naturel, veel drama, Chinese klederdracht en karaktereigenschappen van hoofdpersonen die soms echt over de top zijn. Vechter Lu Hsian-chuan heeft bijvoorbeeld als eigenschap dat hij meer dan 76 geheime wapens bij zich heeft (waar laat hij al die spullen?). Krachtsverschil wordt uitgeschreven door de astronomische hoeveelheid tegenstanders die de helden verslaan. Een uitzonderlijke vechter hakt zonder problemen honderd man in mootjes, terwijl een normale voetsoldaat toch vooral als kanonnenvlees door het (korte) leven gaat. Emmers van neon rood bloed worden bij zo’n film gebruikt. En ook de loyaliteit die de verschillende vechters aan de dag leggen is op zijn zachtst gezegd extreem. Een zelfmoord hier of daar om een vlucht te dekken is in deze film niet ongewoon.
Het verhaal is niet erg moeilijk te volgen en dat is ook helemaal niet erg. Het gaat bij deze film eigenlijk vooral om de uitzonderlijke vechtscènes. Een toch eenvoudig verschil van mening escaleert in deze film al gauw tot een zware knokpartij, waarbij de verschillende Kung Fu meesters met de meest ingenieuze karatetrappen de ene na de andere tegenstander tegen de vlakte weten te werken. Het heeft iets van een soort balletvoorstelling, omlijst met een wat macho sprookjesverhaal dat op zichzelf ook wel aardig in elkaar zit.
Een liefhebber van kung fu kan zich bij deze film de vingers aflikken en mocht hij of zij deze film nog niet hebben gezien, dan is dit echt een aanrader. Maar ook voor de neutrale toeschouwer is deze film een mooie gelegenheid om toch eens met het kung fu genre kennis te maken. Dacht u dat met ‘Kill Bill’ al gedaan te hebben? Niet dus. Dat kan echt veel extremer.
Bram Semeijn