Kon-Tiki (1950)

Regie: Thor Heyerdahl | 77 minuten | documentaire, avontuur | Met: Thor Heyerdahl, Herman Watzinger, Erik Hesselberg, Knut Haughland, Torstein Raaby, Bengt Danielsson, Ben Grauer, Lorita

Het is 1947. De Noorse avonturier Thor Heyerdahl (1914–2002) is ervan overtuigd dat mensen uit Zuid-Amerika zich ver vóór de tijd van Columbus hebben kunnen vestigen op de Polynesische eilanden. Heyerdahls theorie is dat de altijd aanwezige westwaartse stroom van Peru naar de Polynesische eilanden er toen ook al zou zijn geweest. En dat zij, ondanks dat zij niet de vijftiende-eeuwse schepen tot hun beschikking hadden, de 8000 kilometer lange tocht over de Grote Oceaan tóch hadden kunnen maken.

Om zijn theorie te bewijzen wil hij met de beperkte middelen van toen, en een bemanning van in totaal zes man, de oversteek naar de eilanden gaan maken. Samen met zijn bemanning bouwt hij in Peru een groot vlot van grote balsa-boomstammen en een roer van mangrovehout. Op het vlot komt een hut te staan gemaakt van bamboe. Hij noemt het vlot Kon-Tiki, naar de Inca-god, die beter bekend staat als Viracocha.

Op 28 april 1947 is het dan zover. Samen met vier andere Noren, een Zweed en Lorita de papegaai als enige vrouwelijke bemanningslid aan boord, vertrekken zij vanuit het kustplaatsje Callao in Peru. Inclusief een klein aantal moderne middelen aan boord zoals een radiozender, een sextant en een 16mm-camera en met het laatste filmden zij hun 101 dagen durende reis. Deze beelden resulteerden in 1950 in de documentaire ‘Kon-Tiki’, die in 1951 een Oscar won. ‘Kon-Tiki’ had in 1950 veel bekijks, onder andere doordat vlak daarvoor (de eerste druk verscheen in 1949 in Noorwegen) Heyerdahls boek ‘De Kon-Tiki expeditie: 8000 kilometer per vlot over de Grote Oceaan’ uit was gekomen. Het vertelt in 287 pagina’s Heyerdahls bevindingen tijdens de lange reis.

Hoewel de documentaire wordt ingeleid door de Amerikaanse televisie- en radiopersoonlijkheid Ben Grauer, functioneert Thor Heyerdahl in de rest van de film als verteller in zowel de Noorse als de Amerikaanse versie van ‘Kon-Tiki’. In het begin is het even wennen aan de monotone vertelstem. Door Heyerdahls Noorse accent is het aanvankelijk wat moeilijk om je te kunnen concentreren op het verhaal, maar dit went al snel. De vertelling vanuit de eerste persoon maakt het reisverslag zeer persoonlijk. Ook vertelt Heyerdahl de gebeurtenissen, spannend of niet, op een vaak ludieke en droge manier. De montage doet vooral erg ouderwets aan en de overgangen zijn af en toe zeer abrupt, maar als je hier als kijker vooraf rekening mee houdt, is het goed te doen.

En juist doordat het echte, inmiddels historische, handheld beelden zijn, voel je het persoonlijke van ‘Kon-Tiki’ des te meer. De beelden zijn uniek en geven goed het verloren gevoel weer van hoe het zou zijn wanneer er niets anders is overgebleven dan zes man op een vlot in het midden van de oceaan (de bemanning had een bootje bij zich van waaruit zij het gehele vlot konden filmen). Je voelt je bijna deelgenoot van de groep omdat het zo’n hecht groepje vrienden is waar je naar kijkt. Zij nemen zichzelf niet al te serieus en daardoor komt ‘Kon-Tiki’ over als een lange, avontuurlijke maar vooral gezellige reis.

Jolanda Lutz