L’âge ingrat (1964)

Regie: Gilles Grangier | 95 minuten | komedie | Acteurs: Jean Gabin, Fernandel, Marie Dubois, Franck Fernandel, Paulette Dubost, Claude Mann, Madeleine Sylvain, Christine Simon, Henri Rellys, Frank David, Nicole Valgran, Joël Monteilhet, Georges Rostan

Marie en Antoine hebben elkaar als studenten leren kennen in Parijs. Ze zijn zo verliefd dat ze hun voorgenomen huwelijk zo spoedig mogelijk willen laten plaatsvinden. Om kennis te maken met de familie van zijn aanstaande schoonzoon stelt Émile Malhouin (Jean Gabin) voor dat Antoine met zijn ouders en broers de zomer komt doorbrengen in hun vakantieverblijf in Luc-sur-Mer. Maar voordat Émile ook maar iets kan zeggen, wordt hij onder een waterval van woorden bedolven door Adolphe Lartigue (Fernandel), de aanstaande schoonvader van Marie, en zit hij binnen de kortste keren met zijn vrouw en twee andere dochters in de auto op weg naar de Midi naar de familie van Antoine.

De sfeer tussen de families is in het begin wat stroef, maar zeker niet onaangenaam. Het huishouden van Adolphe Lartigue is rommelig, maar wel erg gezellig en de keurige, Parijse heer die Émile Malhouin is, past zich prima aan, zij het na enig gebrom, aan dit licht chaotische, maar ontspannen en gezellige leven. De wederzijdse echtgenotes en alle kinderen hebben het sowieso erg naar hun zin aan het strand met zon en water. Maar dan krijgen Marie en Antoine ruzie en trekken de vaders ieder fel partij voor hun eigen kind. Dit komt de onderlinge verhouding bepaald niet ten goede.

Om Jean Gabin en Fernandel in een film samen zo goed zien te acteren, is een voorrecht. Jean Gabin verschilt met zijn intense en ernstige, bijna chagrijnige manier van acteren behoorlijk van Fernandel die alleen al door zijn brede lach met kingsize tanden een lach opwekt. Maar zie, een klein wonder geschiedt. Jean Gabin is grappiger dan ooit en er lijkt een groot komische talent verloren te zijn gegaan. En Fernandel moet op zijn beurt een tandje hoger draaien om een iets serieuzere kant van zichzelf te laten zien, maar doet dat vrijwel moeiteloos. De woorden ‘goede onderlinge chemie’ zijn voor dit soort films uitgevonden.

Het verhaal lijkt zich van scène naar scène te ontwikkelen en al doende te zijn ontstaan en het niveau van het overige acteerwerk wisselt sterk. Wel wordt het juiste gevoel opgeroepen van een zomervakantie met heel veel mensen en alle drukte en plezier die daarbij komen kijken, maar ook van de grote en kleine irritaties die onafwendbaar zijn in een groot gezelschap met zoveel verschillende karakters met ieder hun eigen voorkeuren en zwakke plekken. Die chaotische maar gezellige sfeer maken dit tot een aangename film.

Diana Tjin-A Cheong