L’amour c’est mieux que la vie (2021)
Regie: Claude Lelouch | 116 minuten | komedie, drama, romantiek | Acteurs: Sandrine Bonnaire, Gérard Darmon, Ary Abittan, Philippe Lellouche, Kev Adams, Elsa Zylberstein, Béatrice Dalle, Xavier Inbona, Clémentine Célarié, Olivier Rabourdin, Ludivine de Chastenet, Robert Hossein, Candice Patou
Claude Lelouch mag de tachtig dan al ruim gepasseerd zijn (hij werd geboren in 1937), als filmmaker heeft hij nog het elan van iemand die aan het begin van zijn carrière staat. De liefde moet gevierd worden, zo lijkt zijn motto, wat blijkt uit zo ongeveer al zijn films. Toch gaan de jaren ook tellen en blikt de cineast ook graag terug. In ‘L’amour c’est mieux que la vie’ doet ie dat zelfs letterlijk, met een zelden of misschien wel nooit eerder vertoonde actie bedankt hij aan het eind van de film de acteurs met wie hij gedurende zijn leven samengewerkt heeft.
Met hoofdrolspeler Gérard Darmon werkte hij al eerder samen: in de lijst met maar liefst vijftig (!) speelfilms komt hij regelmatig naar voren. Robert Hossein (1927-2020), die Gérards oude vader speelt, is ook een terugkerende speler. Dit levert zo zijn voordelen op, moet Lelouch gedacht hebben. Net als in ‘Les plus belles années de la vie’ recyclet de Franse filmmaker beelden uit eerder werk, hier bijvoorbeeld uit ‘Les uns et les autres’ (1981), zodat deze als illustratie kunnen dienen wanneer Hosseins personage over zijn verleden praat.
Het is een goedkoop trucje, dat irriteert omdat het zo onnodig is. Het leidt af van het eigenlijke verhaal, dat eenvoudig is, maar toch voldoende potentie heeft om een lieve en grappige Franse komedie te vormen. Gérard heeft twee goede vrienden: Ary (Ary Abittan, die hier wel de Franse George Clooney lijkt) en Philippe (Philippe Lellouche). Gérard is de oudste van het stel, maar de vriendschap is al jaren erg hecht (dat weten we omdat het meerdere keren geuit wordt door de heren, niet omdat we het voelen). Het stel kent elkaar uit de gevangenis. Toen ze vrijkwamen zaten ze in een taxi, die bestuurd werd door iemand die zich Jezus noemt en die hen op weg hielp naar rijkdom. Sinds die tijd zijn de vrienden op het rechte pad, maar het gaat ze beslist voor de wind.
Als Ary en Philippe erachter komen dat Gérard ongeneeslijk ziek is en niet lang meer op deze aarde rond mag lopen, bedenken ze dat hun vriend, die weduwnaar is, nog één geweldige romance moet beleven. Ze spreken daarom af met Sandrine (Sandrine Bonnaire), die een escortbureau leidt. Gedurende het gesprek komt zij tot de conclusie dat zijzelf de meest geschikte kandidaat is voor deze opdracht. Het duurt echter niet lang voor Sandrine verliefd wordt op Gérard. De rest van het verhaal laat zich raden.
Als ‘L’amour c’est mieux que la vie’ alleen uit deze verhaallijn bestond, was het geen slechte film geweest. Maar de film gaat – na een korte introductie van Gérards personage – van start met een lang fragment waarin twee politieagenten een man hebben gearresteerd die zich niet alleen Jezus noemt, maar die dat ook blijkt te zijn en dat kan bewijzen. We maken in dit fragment ook kennis met de advocaat van de duivel, gespeeld door een geweldige Béatrice Dalle, die zoveel lol in deze rol heeft dat het jammer is dat ze maar zo weinig schermtijd krijgt. Jezus en Béatrice Dalle duiken nog wat vaker op in de film, maar hun aandeel in het verhaal komt totaal niet uit de verf. Wellicht heeft het door Lelouch aangekondigde deel 2 en 3 van dit verhaal daar nog een oplossing voor, maar of die er komen, is op dit moment nog niet duidelijk. En om eerlijk te zijn, we staan ook niet te trappelen.
Monica Meijer
Waardering: 2.5
Bioscooprelease: 25 augustus 2022