La Pianiste (2001)

Recensie La pianiste CinemagazineRegie: Michael Haneke | 128 minuten | drama | Acteurs: Isabelle Huppert, Annie Girardot, Benoît Magimel, Udo Samel, Anna Sigalevitch, Cornelia Köndgen, Thomas Weinhappel, Georg Friedrich

In ‘La pianiste’ maken we kennis met Erika Kohut (Huppert). De vrouw is een begenadigd pianolerares. Wat haar leerlingen niet weten is dat achter het strenge voorkomen van Kohut, een labiele, onzekere vrouw schuilgaat. Erika mag ondertussen de dertig al ruimschoots zijn gepasseerd, ze woont nog steeds bij haar dominante moeder. Als de pianiste plots les moet geven aan de enigmatische Walter Klemmer, verandert haar leven. Walter is geobsedeerd door Erika. De sociaal onbeholpen vrouw begint ook gevoelens te krijgen voor de jongeman, maar ze weet niet hoe ze haar gevoelens moet uiten.

Als je na het lezen van de synopsis denkt met een romantisch liefdesdrama te maken te hebben, dan heb je het mis. Goed mis. ‘La pianiste’ is in niets romantisch. Sterker nog: wat Haneke je hier voorschotelt is (misschien wel) zijn meest depressieve film ooit. Het verhaal van Erika en Walter is bitter en tragisch. Haneke spaart de kijker niet en vuurt de meest schokkende onderwerpen op zijn publiek af. Zelfmutilatie, verkrachting en onderdrukking komen allemaal in de film voor. Haneke toont de verborgen, dierlijke kant van de mensheid. De op het eerste gezicht onfeilbare pianolerares, blijkt een naar liefde hunkerend emotioneel wrak te zijn. De ogenschijnlijk levenslustige leerling is in werkelijkheid een gewelddadige man.

‘La pianiste’ vergt veel van je inlevingsvermogen. De karakters die Haneke je voorschotelt zijn op z’n minst opmerkelijk te noemen. Erika is allerminst een sympathiek hoofdpersonage. De vrouw balanceert tussen de grens tussen genialiteit en gekte. Kohut is egocentrisch, sociaal onbeholpen, walgelijk en onvoorspelbaar. Maar bovenal is de vrouw een ongelukkige ziel, een diep ongelukkig mens dat lijdt aan haar bestaan. Huppert weet haar moeilijke rol overtuigend te brengen.

Ondanks alle vreselijke dingen die haar karakter uithaalt, blijft het gevoel van medelijden bestaan. De leegte, instabiliteit en depressiviteit in de pianolerares zijn bijna tastbaar. Huppert weet dit door haar gezichtsuitdrukking, stemverheffing en lichaamstaal erg goed uit te beelden. De make-up van Huppert is minimaal gehouden, om het realisme te handhaven. Een knappe, stralende lerares heeft niet de problemen die haar karakter heeft. De onverzorgde, verwarde uitstraling van Huppert past goed bij haar personage. In een ware tour de force zorgt Huppert ervoor dat haar getormenteerde personage je bijblijft.

Naast Huppert valt ook de jonge acteur Magimel op met zijn sterke spel. Langzaamaan zie je de kringen rondom zijn ogen groter worden als resultaat van de vreemde relatie tussen zijn personage en de pianolerares. Magimel’s karakter maakt een metamorfose door, van een levenslustige student naar een tirannieke onderdrukker. De identiteit van lieve jongen weet Walter heel goed te handhaven voor de buitenwereld.

De scènes tussen Huppert en Magimel zijn ontzettend sterk. De twee zijn goed op elkaar ingespeeld. Hun karakters krijgen een ongelijkwaardige relatie die uiteindelijk uitloopt op zelfdestructie. De kilte van hun samenzijn, wordt treffend gefilmd. Met onduidelijke, lege camerahoeken is er amper iets te zien van het gevrij. De afstand, desinteresse van de camera illustreert de gecompliceerde verhouding tussen leerling en lerares. De vreemde machtsspelletjes en de botsende verlangens stevenen af op een onvermijdelijk einde.

In tegenstelling tot zijn eerdere films, zit er in ‘La pianiste’ geen politieke of sociaal-kritische boodschap gestopt in Haneke’s verfilming van Elfriede Jelinek’s roman. Je kunt ‘La pianiste’ het beste als een karakterschets beschouwen van een Borderline-patiente. Een gitzwarte, depressieve film die je hoe dan ook nooit meer vergeet.

Frank v.d. Ven

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 6 september 2001
Bioscooprelease: 11 juli 2019 (re-release in het kader van het Eye zomerprogramma “Le monde d’Isabelle Huppert”)