La prima cosa bella (2010)

Regie: Paolo Virzì | 122 minuten | drama, komedie | Acteurs: Valerio Mastandrea, Micaela Ramazzotti, Stefania Sandrelli, Claudia Pandolfi, Marco Messeri, Fabrizia Sacchi, Aurora Frasca, Giacomo Bibbiani, Giulia Burgalassi, Francesco Rapalino, Sergio Albelli, Isabella Cecchi, Emanuele Barresi, Dario Ballantini, Paolo Ruffini

In het huidige Milaan leren we Bruno kennen, een somber gestemde veertiger, die ondanks een op het oog gebalanceerd leven – inclusief baan en lieve vriendin – er niet in kan slagen gelukkig te zijn. In verloren uurtjes koopt hij illegaal medicijnen in het park om zijn depressieve gevoelens te onderdrukken. Als zijn jongere zus Valeria plotseling langskomt, wil hij niet van haar weten. Dan blijkt hun moeder een terminale vorm van kanker te hebben en kan Valeria Bruno toch overhalen mee te gaan naar hun geboorteplaats Livorno. Aldaar wacht de nog immer mooie Anna, op haar sterfbed, en met haar de vele herinneringen aan hun jeugd. Die brengen ons naar de mooie jaren zeventig, en dan in Italië, waar de vrouwen nog mooier en de mannen nog stoerder waren dan elders. Waar het ouderwetse machismo nog alom aanwezig was maar de vrije jaren zeventig-mentaliteit op de loer lag. Daar besloot de vrijgevochten Anna met haar twee jonge kinderen haar jaloerse man te verlaten voor een onzeker maar vrijer leven. Dat dit voor de kinderen – voor Bruno meer dan zijn nog te jonge zusje – vooral veel wrok en onzekerheid opleverde, blijkt allengs uit de beelden.

De huiselijke settings die film rijk is, vol chagrijnige mannen, praatgrage vrouwen, latent aanwezige frustraties, spanningen, nieuwsgierige pubers en onderlinge conflicten doen heerlijk Italiaans aan. Elke Italiaanse regisseur is hiermee wel een beetje verschuldigd de klassiekers van Fellini en consorten, of zal ten minste even aan ze denken, net als de kijker zal doen. De beelden doen daardoor vaak aangenaam vertrouwd aan, en toch weet regisseur Paolo Virzì zijn film een eigen gezicht te geven. Virzì, zelf geboren in Livorno, toont met de film ook een terugblik voor alle kinderen die jong waren in die jaren zeventig, kind van ouders die koste wat het kost hun eigen levensgeluk wilden ontwikkelen. Dat veel kinderen daaraan een flinke tik van de molen hebben overgehouden, verbeeldt ‘La prima cosa bella’ op subtiele wijze, zonder de zoektochten van ouder noch van kind teniet te doen.

Het Livorno van de jaren zeventig is natuurlijk bij uitstek een belichaming van het ouderwetse Italië, waar een vrouw vooral een goede echtgenote en moeder moet zijn, terwijl ondertussen de zinderende schoonheid van een vrouw als Anna geen man onberoerd laat. In dit ingewikkelde machismo en voorzichtige feminisme is het lastig vast te stellen naar wie met een beschuldigende vinger gewezen moet worden. De vrijgevochten vrouw die een matrimoniale gevangenis verruilt voor een onzeker leven vol minnaars die haar al niet veel beter behandelen dan haar jaloerse echtgenoot dat deed? De jaloerse echtgenoot die zijn vrouw niet wil delen? De wrok koesterende zoon die meent zijn leven door toedoen van zijn moeder te hebben verpest? De overspelige mannen die er binnen- en buitenshuis hele verschillende normen op na houden? Het is duidelijk dat de mannen in de film er niet al te best vanaf komen, en toch maakt Virzì ze geen slechteriken. De vrouwen – mits ze een balans kunnen vinden in emancipatie zonder egoïsme, levenslust mét verantwoordelijkheden – doen het aanzienlijk beter in de wereld van Virzì, die daarmee wellicht een toespeling maakt op het hedendaagse – of toekomstige – Italië.

‘La prima cosa bella’ wijst op een zoetsappig liedje dat Anna voor het slapen gaan aan haar kinderen zingt, die de verleiding niet kunnen weerstaan en zich laten meeslepen in de ontroerende wereld van hun moeder. Dit is precies wat de kijker zal overkomen wanneer hij ‘La prima cosa bella’ aanschouwt.

Ruby Sanders

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 25 augustus 2011
DVD-release: 13 februari 2012