La promesse (1996)
Regie: Jean-Pierre Dardenne, Luc Dardenne | 92 minuten | drama | Acteurs: Jérémie Renier, Olivier Gourmet, Assita Ouedraogo, Jean-Michel Balthazar, Frédéric Bodson, Katarzyna Chrzanowska, Florian Delain, Hachemi Haddad, Alain Holtgen, Sophie Leboutte, Rasmane Ouedraogo
Alleen aan de oppervlakte zijn de films van Jean-Pierre en Luc Dardenne hopeloos grauw. Onder de grijze rook van de Waalse provincie Luik geven de Dardennes óók kleur aan het indrukwekkende ‘La promesse’ (De Belofte). Er is hoop. Zelfs in Wallonië, het economisch verdriet van België.
Wie in de wereld van ‘La promesse’ wil overleven, kan zich niet bekommeren om andermans lot. Empathie of vrijgevigheid kun je je niet veroorloven. Het is eten of gegeten worden. Zo ziet Roger de wereld. En de vijftienjarige Igor dus ook. Kijk naar het terloopse gemak waarmee hij de portemonnee steelt van een oud vrouwtje. Zijn stage in een garage is slechts een bijgedachte. Zeker voor Roger, die een handel in illegale werkkrachten runt. Igor draait volop mee. Je zou haast vergeten dat Roger niet zijn baas is, maar z’n vader. Gezamenlijk vangen ze een lading economische migranten op die per oplegger het land in is gesmokkeld. Onder hen een vrouw: Assita, met baby. Ze is haar man Hamidou nagereisd en wekt Igors belangstelling. Misschien omdát het een vrouw is. Roger biedt iedereen onderdak in een bouwvallig pand en bezorgt hen zwart werk op bouwplaatsen. Voor vader en zoon zijn de migranten puur een inkomstenbron. Als de burgemeester een actie tegen illegalen aankondigt, verraadt Roger ijskoud een handvol Roemenen. Toch is Roger geen carrièrecrimineel. Hij is niet behangen met goud en zijn droom is bescheiden: hij spaart om de sjofele flat die hij met Igor bewoont, te kunnen kopen.
Jong als hij is, zet Igor volwassen mannen onder druk om hun maandhuur te betalen, zaken zijn zaken. Zijn vale teint, zijn strakke gezicht. Een lach zou er bij vloeken. Hij rookt saffies of hij nooit anders deed. In meer opzichten is Igor een kopie van Roger. Diens macht over Igor is totaal. Mondjesmaat breken spel en ontspanning door Igors quasi-volwassenheid heen. Met vriendjes sleutelt hij aan een go-kart. Maar een terugkeer uit die kinderdroom vergt hooguit een schreeuw van Roger. Hun momenten samen voelen nergens oprecht liefdevol. De tatoeage die Roger eigenhandig in Igors schouder kerft, komt vooral over als oormerk. Als gebaar is het even primitief als de vooroudercultus van Assita. Even klaart de lucht op, als vader en zoon een samen zingen. “Zaï, zaï, zaï, zaï!” Maar de galm van de klappen die Roger zijn zoon gaf, echoot dan nog na. Hoe tragisch en logisch dat een moeder ontbreekt. De ommekeer begint als de arbeidsinspectie onverwacht een bouwplaats binnenvalt. Hamidou valt van een steiger. In doodsnood vraagt hij Igor om voor zijn vrouw en kind te zorgen. Igor belooft het. Het is misschien wel de eerste keer dat Igor wordt geconfronteerd met gevoelens van empathie en medelijden. Zo niet Roger, die een even consequente als meedogenloze keuze maakt. Het leidt tot een ontwrichtend moment. En voor het eerst weigert Igor een bevel van zijn vader op te volgen. Zijn ogen zijn geopend, hij kan ze niet meer sluiten. Hij komt zijn belofte na, en zo recht tegenover zijn vader te staan.
Het realisme van de film zit ‘m minder in de ongepolijste stijl dan in de manier waarop het verhaal zich ontrolt: in een zwijgend, volgzaam hier en nu. De gebeurtenissen regisseren de film, niet andersom. Ongefilterd dringen beelden en geluiden tot je door: het flikken van een aansteker, een krakerige transistorradio, het knargeluid van Igors brommer. Filmmuziek zou je emoties in een richting dwingen. ‘La promesse’ komt zo dichtbij dat je haar aan kunt raken en gunt je als kijker zowel alle vrijheid en verantwoordelijkheid om betekenis te geven aan wat je ziet. Zelfs het gemak van een vrolijke of verdrietige blik wordt je niet gegund. Bijna overal in ‘La Promesse’ zijn de gezichten als maskers zonder uitdrukking. Machteloosheid en verwarring uiten zich bij Igor niet in trillende lippen, maar in de manier waarop hij onder de douche stapt: naakt, maar met zijn sokken nog aan.
Het zou te makkelijk zijn te concluderen dat ‘La promesse’ cynisch en pessimistisch is. Daartoe dient de troosteloze arena niet. Kijk naar de matter-of-fact-achtige wijze waarop het verhaal wordt verteld: oordelen mag je zelf doen. Je stelt zelf de vraag waarom er gebeurt wat er gebeurt. ‘La promesse’ gaat in op de vraag of (in hoeverre) ons karakter – wie wij zijn – is aangeboren, of aangeleerd en gevormd door onze leefomgeving. In het laatste geval zou Igor zijn vader rechtstreeks achterna zijn gegaan. Dat doet hij niet. Hij keert eigenhandig het tij en offert zijn relatief veilige leven op voor het lot van een vrouw en haar kind. Dat besluit duwt in ‘La promesse’ het pessimisme opzij. Het maakt plaats voor het hoopvolle idee dat je altijd zelf kunt kiezen hoe je omgaat met bepaalde gebeurtenissen, in welke omstandigheden die ook plaatshebben. Daarom kan ‘La promesse’ alleen gemaakt zijn door mensen met een groot vertrouwen in onze natuur en onze wil.
Martijn Laman
Waardering: 4
Bioscooprelease: 2 mei 1997