La rabbia (1963)

Regie: Pier Paolo Pasolini, Giovanni Guareschi | 104 minuten | documentaire, geschiedenis | Met: Charles de Gaulle, Dwight D. Eisenhower, Yuri Gagarin, Ava Gardner, Nikita Khrushchev, V.I. Lenin, Sophia Loren, Marilyn Monroe, Pope John XXIII, Pope Paul VI, Pope Pius XII, Prince Philip, Queen Elizabeth II, Sukarno

De tragische figuur Pier Paolo Pasolini (1922-1975) inspireert nog altijd nieuwe generaties filmmakers, alhoewel zijn gewelddadige en vroegtijdige dood zijn carrière ervan weerhield zijn volle hoogtepunt als regisseur te bereiken. Pasolini’s werk belichaamt en illustreert de strijd tussen goed en kwaad in de moderne wereld. Kenmerken die al in zijn vroegste films te zien zijn, zoals in ‘Mamma Roma’ (1962), waarin Anna Magnani een vrouw speelt die ervan droomt om uit de smerigheid van de prostitutie te breken om een beter leven voor zichzelf op te bouwen. Pasolini’s werk was vaak ook zorgwekkend en provocatief. Zijn laatste en wellicht meest roemruchte film is het wrede en sadistische ‘Salò o le 120 giornate di Sodoma’ (1975). Kort nadat hij die film gemaakt had werd Pasolini onder verdachte omstandigheden vermoord. Zijn dood zou te maken kunnen hebben met zijn homoseksualiteit. Hij had zijn seksuele voorkeur nooit ontkend en liet nooit na de donkere kant van het leven in zijn films te tonen.

In 1963 maakte de toen nog maar weinig ervaren Pasolini samen met zijn collega Giovanni Guareschi de documentaire ‘La rabbia’. Guareschi had nog niet eerder een film geregisseerd en zou dat nadien ook nooit meer doen, hij was vooral bekend als schrijver (onder meer van de ‘Don Camillo’-reeks). In ‘La rabbia’ (de woede) buigen de twee tegenpolen zich over een existentieel vraagstuk: waarom laat de mensheid zich leiden door angst? Waarom wordt hun leven gekenmerkt door ontevredenheid en vrees? Hun antwoord komt in tweeën. Het eerste deel van de film is geregisseerd door de linksgeoriënteerde intellectueel Pasolini, het tweede deel door Guareschi, die er veel rechtsere opvattingen op nahoudt. De regisseurs onderstrepen hun standpunten met treffende beelden uit de naoorlogse geschiedenis, van bijvoorbeeld de Cubaanse revolutie en de Sovjet-invasie in Hongarije, maar ook van de kroning van Queen Elizabeth II van Groot-Brittannië, de voortschrijding van de wetenschap en het heldendom van talloze filmsterren als Ava Gardner, Sophia Loren en Marilyn Monroe.

De naoorlogse jaren (de film richt zich primair op de periode tussen 1950 en 1963) waren bijzonder roerig. Het communisme drukte zijn stempel in Oost-Europa; de landen die zojuist het juk van de nazi’s van zich af hadden geworpen en de vrijheid tegemoet hoopten te treden, kwamen al gauw in het volgende regime terecht. Dat is althans hoe Guareschi er tegenaan kijkt. Zijn zienswijze staat in schril contrast met de waarden die Pasolini predikt in het eerste deel van de film. Guareschi verdedigt de westerse beschaving door dik en dun. Hij eindigt zijn betoog dan ook met woorden van hoop, in traditioneel conservatieve christelijke termen, die borg staan voor de toekomst van de mensheid. Pasolini stelt in zijn 50 minuten echter de inbreuken op de westerse cultuur ten opzichte van andere culturen aan de kaak. Hij richt zijn pijlen hierbij voornamelijk op het gekolonialiseerde Afrika, het continent waar de jaren vijftig het begin vormen voor een lange strijd voor bevrijding en onafhankelijkheid. Pasolini beeldt de Afrikaanse volkeren af als voorvechters, martelaars van de ‘nieuwe wereld’. Het marxisme steunen geldt hierbij als hun ‘redding’ en de ‘onschuldige wreedheid’ zou als nieuwe godsdienst beleden moeten worden.

De verschillende zienswijzen van beide regisseurs, die in feite hetzelfde verhaal vertellen maar dan gezien door hun eigen gekleurde bril, maakt ‘La rabbia’ erg interessant. Dat geldt tevens voor de bijzondere beelden, die van grote historische waarde zijn. De film is jammer genoeg wel erg saai en langdradig, vooral Pasolini’s helft. Terwijl juist hij naam zou maken als eigenzinnig filmmaker. Zijn gedeelte is echter doorspekt met quasipoëtische strofen en eindeloze herhalingen van zinnen en zinsneden die zijn boodschap onnodig vertroebelen. Guareschi’s verhaal is rechtlijniger en daardoor beter te volgen. Ondanks zijn gebreken vormt ‘La rabbia’ een leerzame documentaire van historische betekenis. De analyses van Pasolini en Guareschi bieden een interessante kijk op de naoorlogse wereldgeschiedenis. Wordt de vraag die aan het begin van de film gesteld wordt beantwoord? Dat hangt helemaal af van je eigen standpunten.

Patricia Smagge