La vie en rose (2007)

Regie: Olivier Dahan | 140 minuten | drama, muziek, biografie | Acteurs: Marion Cotillard, Gérard Depardieu, Sylvie Testud, Pascal Greggory, Jean-Paul Rouve, Emmanuelle Seigner, Marc Barbé, Caroline Sihol, Catherine Allégret, Jean-Pierre Martins, Jil Aigrot, Paulina Bakarova, Dominique Bettenfeld, Elisabeth Commelin, Marie-Armelle Deguy, Pierre Derenne, David Fellowes, Harry Hadden-Paton, Lana Likic, Ryan McBay, Dominique Paturel, Nicholas Pritchard, Laura Stainkrycer, Diana Stewart, Vit Zavodsky

‘La vie en rose’ (ofwel ‘La Môme’) verbeeldt het leven van Edith La Môme Piaf (niet haar werkelijke achternaam, maar een bijnaam: “de kleine mus”). Een leven dat – alhoewel zeer gepassioneerd – niet bepaald over rozen ging. Nu moet men in elke biografie selecties maken, onbelangrijke zaken weglaten en belangrijke gebeurtenissen uitvergroten. Edith Piafs leven blijkt echter zo rijk aan belangrijke gebeurtenissen dat regisseur Dahan zichtbaar moeite heeft alles aan bod te laten komen: er wordt vreselijk druk in de tijd gereisd.

Aanvankelijk reizen we alleen van 1918 (toen Piaf een schattige kleuter was) naar 1959 (toen ze tijdens een optreden in elkaar zakte) en verloopt het verhaal redelijk chronologisch, maar naarmate de film vordert vliegen verschillende tijden steeds meer door elkaar heen. Dit is niet zozeer verwarrend, maar voornamelijk vervelend doordat het je de kans niet geeft volkomen met Edith mee te leven op al deze momenten in haar leven. Hiermee hebben we echter gelijk het enige minpunt van de film gehad.

Allereerst moeten de decors en de cameravoering geroemd worden. Die cameravoering is afwisselend maar steeds gepast: als mensen dronken of hysterisch zijn zwiert hij onrustig mee, op serieuze momenten houdt de camera zich rustig en soms durft hij zo dicht op de huid te komen dat het schrijnt. De decors zijn tot in de details verzorgd, waarbij bijvoorbeeld de beeltenissen van de ‘originele’ Piaf op platenhoezen en in krantenberichten zorgvuldig vervangen zijn door die van Cotillard, die – met behulp van goede visagie – een bekwame look-a-like vormt. Marion Cotillard (we kennen haar van ‘Jeux d’enfants’, ‘Big Fish’ en ‘Un long dimanche de fiançailles’) is als Edith natuurlijk de ster van de film. Cotillard weet La Piaf overtuigend neer te zetten vanaf haar twintigste tot haar laatste levensadem. Ze is daarbij absoluut niet bang er lomp, lelijk, hysterisch of reumatisch bij te lopen. Edith Piaf was niet de subtielste, ze heeft zich omhoog gevochten van straatmeid (nog net geen ‘sloerie uit de sloppen’) naar wereldster en dit ging als we de film moeten geloven gepaard met het nodige geschreeuw, uit verdriet en uit woede.

Een terugkerend thema is dat Ediths geliefden (haar moeder, haar vader, haar ‘pleegmoeder’, haar manager, haar geliefde) uit haar leven verdwijnen zonder dat zij hier zelf controle over uit kan oefenen. Maar – zo wil de ongetwijfeld geromantiseerde filmversie van haar leven het – dankzij haar zangtalent komt zij er in min- of meerdere mate steeds weer bovenop. Voor dat erbovenop komen heeft La Môme – wiens zwakke gezondheid vanaf het begin wordt benadrukt – echter steeds meer morfine nodig, ze gedraagt zich ronduit onuitstaanbaar en als kijker weet je dat dit onmogelijk veel langer op deze wijze door kan gaan. ‘La vie en rose’ barst van schoonheid en gevoel en doet recht aan de kleine grootse Parijse legende. Al probeert Dahan er wat te veel verschillende levensmomenten in te stoppen, op zichzelf zijn al deze stukjes Piaf interessant genoeg om de kijker te blijven boeien, zelfs degenen die haar nooit eerder hebben horen zingen

Emy Koopman

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 8 maart 2007