Ladies of Leisure (1930)

Regie: Frank Capra | 99 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Barbara Stanwyck, Ralph Graves, Lowell Sherman, Marie Prevost, Nance O’Neil, George Fawcett, Juliette Compton, Johnnie Walker

Jerry ontvlucht een ruig en decadent feest in zijn eigen schilderstudio en gaat een eind rijden in zijn auto. Het is vier uur ’s nachts als hij Kay ontmoet die slechts gekleed is in een dunne avondjurk. Ze bietst bij hem een rit met de waarschuwing dat ze alle smoezen kent om de auto tot stilstand te brengen, dus dat hij niet hoeft te beweren dat de benzine op is. Ze krijgt zijn jasje tegen de kou omgeslagen en ziet aan de inhoud van zijn portemonnee al snel dat Jerry bijzonder welgesteld is.

Tot Kay’s verbazing huurt Jerry haar in als schildersmodel. Hij heeft een idee voor een nieuw schilderij en Kay is precies de vrouw die hij zoekt. Tijdens de vele vermoeiende sessies raakt Kay steeds meer op hem gesteld en wordt zelfs verliefd, wat tot haar grote verdriet lastig te verenigen is met haar voormalig leven als dame van lichte zeden. Jerry weet echter allang wat haar broodwinning is en vindt dit geen obstakel voor hun liefde. Wanneer hij zijn ouders van hun trouwplannen op de hoogte stelt, wil zijn vader (George Fawcett) echter niets meer van hem weten. Zijn moeder (Nance O’Neil) daarentegen doet een beroep op Kay’s liefde voor Jerry en vraagt Kay om Jerry op te geven.

Geen Capra drama is compleet zonder romantiek en humor. In dit product van de eerste, zeer geslaagde samenwerking tussen Capra en Barbara Stanwyck is het tijdperk van de stomme film amper afgesloten, maar kun je toch al volop genieten van lekker scherpe grappen en dialogen. Zeker als Kay nog niet verliefd is op Jerry strooit ze sexy en wereldwijs met bijdehante opmerkingen en is daardoor onweerstaanbaar. Barbara Stanwyck in haar element.

Erg leuk zijn de gesprekken tussen Kay en Bill Standish (Lowell Sherman), de vriend van Jerry die ook een oogje op haar heeft, en met haar kamergenote en collega Dot Lamar (Marie Prevost). Dot raakt door de opmerkingen van Kay over haar alsmaar uitdijende figuur zo geobsedeerd, dat ze als een Conny Breukhoven avant-la-lettre een trilmachine gebruikt om af te vallen om maar haar marktwaarde niet te verliezen. De manier waarop Capra het bestaan van deze ‘working girls’ portretteert zonder het te veroordelen of te romantiseren, is kenmerkend voor de liefdevolle manier waarop hij mensen in hun waarde laat in al zijn films.

Jerry wordt wel erg ingetogen gespeeld door Ralph Graves en ook Barbara Stanwyck is minder sterk in een paar al te sentimentele en ietwat langdradige scènes, maar verder past alleen maar een hele diepe buiging voor het genie Frank Capra die een klein meesterwerk heeft afgeleverd met dit moderne en eigenzinnige werk in het toen relatief onbekende terrein van een volwaardige geluidsfilm. Een film die gewoon gezien moet worden, al was het alleen maar om respect te betuigen aan een van de allergrootste filmregisseurs ooit.

Diana Tjin-A Cheong