Late Autumn – Akibiyori (1960)
Regie: Yasujirô Ozu | 128 minuten | komedie, drama | Acteurs: Setsuko Hara, Yôko Tsukasa, Mariko Okada, Keiji Sada, Miyuki Kuwano, Shin’ichrô Mikami, Shin Saburi, Chishû Ryû, Nobuo Nakamura, Kuniko Miyake, Sadako Sawamura, Ryûji Kita, Fumio Watanabe, Ayako Senno
De films van de Japanse meester Yasujirô Ozu hebben vaak hun eigen manier van inwerken op de kijker en nemen de tijd voor het openbaren van hun grote kwaliteit en, ja, genialiteit. Dit is ook het geval bij ‘Late Autumn’, een van de laatste films van Ozu. In het begin of zelfs de hele eerste helft van de film, kan het allemaal vrij gewoontjes lijken; los van de filmstijl dan, die, met zijn lage en statische camerastandpunten, recht in de camera kijkende acteurs, en contemplatieve shots van ‘stillevens’, allesbehalve gewoontjes is. Het acteerwerk is kalm en moeiteloos, het verhaal kabbelt rustig voort en er is weinig dat overdreven de aandacht op zichzelf vestigt, zoals in sommige opzichtig naar Oscars hengelende Amerikaanse drama’s gebeurt. Nee, je wordt deelgenoot gemaakt van gesprekken tussen vrienden en familieleden en raakt gaandeweg steeds meer betrokken bij hun komische en dramatische verwikkelingen. Totdat het drama zodanig verdiept en je inmiddels zoveel geïnvesteerd hebt in deze personages, dat je een echte band met ze lijkt te hebben opgebouwd en je diep geroerd achterblijft.
‘Late Autumn’ behandelt veelal dezelfde thema’s als ‘Late Spring’ uit 1949, waarin Setsuko Hara, de muze van Ozu, een meisje speelde dat niet wilde trouwen omdat ze haar vader – een weduwnaar – niet alleen wilde laten. Hier speelt Hara moeder en weduwe Akiko, wier dochter Ayako (Yoko Tsukasa) zich in ongeveer dezelfde positie bevindt. Tegelijkertijd lijkt de moeder hier bereid haar wensen en verlangens voor zichzelf op te offeren om het geluk van haar dochter mogelijk te kunnen maken. Ze moedigt haar dochter namelijk juist aan om te trouwen. Dit is ook gewoon hoe het hoort.
Met dit laatste onderwerp wordt interessant genoeg ook nog lange tijd ‘gespeeld’. Het idee dat je ervoor zou willen kiezen om gewoon niet te trouwen, zelfs niet als je op iemand verliefd bent geworden of van iemand houdt met wie je de rest van je leven zou willen doorbrengen, blijkt iets onbegrijpelijks te zijn voor de machtmakers in de film, drie oude schoolvrienden (gespeeld door Ryûji Kita, Nobuo Nakamura, en Shin Saburi, die de hoofdrol had in ‘Equinox Flower’) die vroeger allemaal een oogje hadden op Akiko en nu haar dochter aan een partner willen helpen. Het is grappig hoe Ayako doodleuk keer op keer zegt dat ze eigenlijk nog niet aan een huwelijk heeft gedacht en misschien wel helemaal nooit wil trouwen. Dit concept moet ook erg vreemd zijn geweest in het Japan van de (vroege) jaren zestig. Het was ergens mooi geweest als Ayako – of desnoods iemand anders in de film – ook echt deze houding had mogen houden, maar in dit geval blijkt de achterliggende reden wat minder principieel te zijn. Ayako wil gewoon niet dat haar moeder alleen, eenzaam en ongelukkig achterblijft. Maar het bezorgt de film wel een wat gevoeliger laag door het toegevoegde (melo)drama tussen moeder en dochter. Ozu heeft in zekere zin toch de kwestie kunnen aansnijden, maar slaagt er daarnaast in om de kijker een brok in de keel te bezorgen aan het einde van het verhaal.
Tegelijkertijd heeft ‘Late Autumn’ ook een erg luchtige, komische kant, vooral wanneer het gaat om de stuntelige manier waarop de drie jeugdvrienden te werk gaan in hun poging om Ayako te helpen, eigenlijk bedoeld om hun ego’s te strelen en bij Akiko in een goed blaadje te komen. De mannen zelf grappen er ook regelmatig op los en ook de lichtvoetige, Jacques Tati-achtige muziek tijdens de luchtigere stukken onderstreept deze toon nog eens.
Net als in ‘Equinox Flower’ en verschillende andere Ozu-films is ook hier een sterke rol voor vrouwen weggelegd. De vrouwelijke visie is vaak verbonden aan de jeugd en moderne tijd – zoals wanneer Ayako en haar vriendin Yuriko (Mariko Okada) zelfverzekerd hun mondje roeren in gesprek met de oude mannen – maar dit hoeft niet. Akiko zelf is namelijk vooral traditioneel ingesteld, maar laat desalniettemin niets voor haar beslissen, ondanks haar aanvankelijke nederigheid. Het toppunt, en ook het hoogtepunt van de humor in de film, vindt plaats wanneer Yuriko op hoge poten naar de drie matchmakers gaat om ze op het matje te roepen vanwege hun onhandige koppelpogingen, die meer onrust dan geluk opleveren. Wanneer het even later is bijgelegd en ze, op kosten van de mannen, gaan dineren in een sushirestaurant, neemt Yuriko ze op een creatieve manier in de maling, terwijl ze grappen maakt en een beetje flirt met de niets vermoedende heren (en, vanwege de kijkrichting van actrice Okada, ook met de camera). Marika Okada is hier onweerstaanbaar door haar frivole en bijdehante vertolking. Het is goed te begrijpen hoe de mannen door haar overdonderd zijn en eigenlijk geen weerwoord hebben.
‘Late Autumn’ heeft een interessant soort symmetrie. Hij begint met een herdenkingsdag voor de overleden man van Akiko, en eindigt met een bruiloft, maar met de twist dat het begin een komische ondertoon heeft (door luchtige gesprekken van de aanwezige vrienden) en het einde sterk melancholisch en contemplatief is. De omslag in de laatste akte van de film is minder poëtisch of subtiel dan die aan het einde van ‘Late Spring’, maar daarmee maakt hij niet minder indruk. En er is een oplossing bereikt, een oplossing die oorspronkelijk ook beoogd werd, maar er is niet echt voor iedereen een ‘happy end’. Mede daardoor blijft het interessant om na te denken over de verschillende personages en hun toekomst. Grappig genoeg lijken de koppelende oude mannen er even op te zinspelen dat ze weer aan een volgend ‘projectje’ willen gaan beginnen, maar dit plan wordt vriendelijk doch resoluut afgeserveerd. Misschien niet onverstandig. Al is een vervolgfilm van Ozu natuurlijk altijd reden tot blijdschap.
Bart Rietvink
Waardering: 4.5
DVD-release: 15 juni 2016 (DVD-box Yasujirô Ozu).