Le magnifique – How to Destroy the Reputation of the Greatest Secret Agent (1973)

Regie: Philippe de Broca | 90 minuten | actie, komedie, romantiek, fantasie | Acteurs: Jean-Paul Belmondo, Jacqueline Bisset, Vittorio Caprioli, Hans Meyer, Monique Tarbès, Mario David, Bruno Garcin, Raymond Gérôme, Jean Lefebvre, Fabrizio Moresco, André Weber, Hubert Deschamps, Bernard Musson, Thalie Frugès, René Barrera, Rodrigo Puebla, Jean-Pierre Rambal, Gaëtan Noël, Micha Bayard, Roger Muni, Victor Jarson, Caline Bautte, Claude Salino, Jean-Paul Jarre, Max Desrau, Robert Berri, Lucienne Legrand, Guy Simonnet, Sébastien Floche, Laure Moutoussamy, Michel Thomass, Pierre Assena, Maurice Auzel, Jack Berard, Philippe de Broca, Henry Czarniak, Raoul Guylad, Charly Koubesserian, Louis Navarre, Jacques Wajsmark

De Franse filmmaker Philippe de Broca leerde het vak niet van de minsten. Voordat hij zelf als regisseur aan de slag ging, werkte hij als assistent van grootheden als Claude Chabrol en François Truffaut. Begin jaren zestig stond hij definitief op eigen benen en boekte hij successen met de komedies ‘Les jeux d’amour’ (1960), ‘L’amant de cinq jours’ (1961) en ‘L’homme de Rio’ (1964). Met die laatste prent sleepte hij zelfs een Oscarnominatie in de wacht voor beste scenario (de nominatie deelde hij met Jean-Paul Rappeneau, Ariane Mnouchkine en Daniel Boulanger). Hoewel zijn ster daarna licht doofde, bleef hij altijd films produceren. In 1973 kwam hij met een parodie op de in die tijd razend populaire James Bond-reeks. In ‘Le Magnifique’ (internationaal uitgebracht onder de titel ‘How to Distroy the Reputation of the Greatest Secret Agent’) rijgt De Broca vakkundig fictie en realiteit aaneen tot een knotsgekke actiekomedie.

Ster van de film is de in die tijd immens populaire Franse acteur Jean-Paul Belmondo. Als de coole maar bijzonder ijdele geheim agent Bob Saint-Clare krijgt hij een zware opdracht voor de kiezen. De setting is de Koude Oorlog; Albanese agenten smokkelen raketten en platforms over zee naar Mexico. Een Amerikaanse spion ter plaatse, die deze ontdekking doet, komt op gruwelijke wijze aan zijn einde. Aan Saint-Clare de taak om een en ander te onderzoeken. In Acapulco loopt hij de verleidelijke Tatiana (Jacqueline Bisset) tegen het lijf, maar hun ontluikende romance wordt bruut onderbroken wanneer ze worden aangevallen door een leger aan Albanese diepzeeduikers, gewapend met machinegeweren. Tussen al het bloedvergieten zien we ineens een schoonmaakster die met haar stofzuiger over het strand gaat. Ze opent de deur naar een klein strandhuis… En plots zijn we in een rommelige flat in Parijs, waar François Merlin (dubbelrol van Belmondo), schrijver van pulpromannetjes, zijn 43e spionageverhaal probeert te schrijven.

Zijn alter ego Bob Saint-Clare is alles wat Merlin niet is: stoer, sterk, woest aantrekkelijk en bijzonder geliefd bij de vrouwen. Merlin is eenzaam, duf en eigenlijk maar een slapjanus, die zich door zijn uitgever Charron (Vittorio Caprioli) laat uitbuiten. Heimelijk is hij verliefd op zijn jonge buurvrouw Christine (wederom Bisset). In zijn romans laat hij al zijn fantasieën tot leven komen; hij neemt wraak op zijn uitgever (die hij laat opdagen als de leider van de Albanese smokkelactie) en verovert het hart van Christine. Op een dag komt zij langs om wat van zijn boeken te lenen. Ze raakt al gauw geobsedeerd door zijn fictie, aangezien ze in de verhalen bijzonder veel informatie vindt die ze in haar scriptie kan gebruiken. Als studente sociologie doet ze namelijk een onderzoek naar de populariteit van flutromannetjes. Maar Merlin denkt dat Christine Bob Saint-Clare prefereert boven hem zelf en besluit zijn alter ego te vernietigen…

Gezien zijn typische Koude-Oorlog-setting is ‘Le Magnifique’ echt een product van zijn tijd. Deze bruisende en bizarre spionageparodie komt desondanks toch tijdloos over. Hoewel het verhaal begint als een spoof van een actie- of spionagethriller – die regelmatig zwaar over de top gaat – komt na ongeveer 25 minuten de ware aap uit de mouw. ‘Le Magnifique’ blijkt een portret te herbergen van een eenzame, verbitterde schrijver, die zijn frustraties wegdrukt door zich terug te trekken in een fantasiewereld, waarin hij de populaire held Bob Saint-Clare is. De charismatische Jean-Paul Belmondo speelt zowel de onzekere schrijver als de stoere geheim agent – twee tegenpolen – en komt er gemakkelijk mee weg. Zijn ongedwongen performance is een van de sterke troeven van de film. Hoewel de plot vrij simplistisch lijkt, blijft de prent toch overeind. En dat ondanks – of misschien wel dankzij – de overdaad aan camp en slapstick. De Broca’s instinctieve flair voor komedie en zijn schat aan ervaring zorgt ervoor dat de film niet verandert in een onoverzichtelijke puinhoop à la ‘Casino Royale’ (1967). Zelfs met de excessieve geweldsexplosies – waarbij liters nepbloed in de rondte vliegen – komt hij weg omdat hij het op een mooie gestileerde, haast cartooneske manier weet te brengen.

Al die overdaad was een van de redenen voor schrijver Francis Veber om zijn handen van het project af te trekken en zich van het project te distantiëren. De laatste puntjes op de i werden gezet door De Broca en diens vriend en collega-regisseur Jean-Paul Rappeneau. De onvrede zat blijkbaar hoog, want Veber wilde ook niet vermeld worden in de credits (hoewel iedereen die zijn werk kent onmiddellijk de hand van de schrijver zal ontdekken). Het Franse publiek was lang niet zo gereserveerd als Veber en sloot ‘Le Magnifique’ massaal in de armen. Ook over de grens deed de film het goed, wat ongetwijfeld mede te danken is aan de internationale cast, met naast Belmondo de Britse rijzende ster Jacqueline Bisset en de populaire Italiaanse komische acteur Vittorio Caprioli (what’s in a name?). ‘Le Magnifique’ is een knotsgekke parodie die regelmatig over de schreef gaat. Desondanks zit de prent inventief in elkaar en verveelt hij geen moment!

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 23 mei 1974