Lebanon (2009)
Regie: Samuel Maoz | 93 minuten | drama, oorlog | Acteurs: Reymond Amsalem, Ashraf Barhom, Oshri Cohen, Yoav Donat, Michael Moshonov, Zohar Shtrauss, Dudu Tassa, Itay Tiran
Kritische films over een bepaalde oorlog worden meestal niet tijdens die betreffende oorlog gemaakt, maar op zijn minst een decennium of wat later (uitzondering hierop is ‘Apocalypse Now’ die vier jaar na het einde van de Vietnam oorlog in première ging). Een verklaring hiervoor is dat de actualiteit van zo’n oorlog achter de rug moet zijn en de gemoederen hebben kunnen bedaren voordat een kritische reflectie mogelijk is. Oorlogsfilms die wel ten tijde van een conflict uitkomen spelen zich vaak af in een voorgaande oorlog. Bekend voorbeeld is ‘M*A*S*H’ dat zich afspeelde in ten tijde van de oorlog met Noord-Korea maar feitelijk over Vietnam ging. Een andere reden is dat oorlogsfilms regelmatig door voormalige soldaten worden geregisseerd en dan zijn ze meestal al de dertig gepasseerd, denk aan Olivier Stone en zijn Vietnamtrilogie waarvan de bekendste ‘Platoon’ is.
De recente stroom van Israëlische films over de oorlog in Libanon van 1982 deed nog langer op zich wachten. Na ‘Beaufort’ en de originele animatiefilm ‘Waltz With Bazir’ sluit ‘Lebanon’ zich nu aan bij het rijtje uitstekende films over een oorlog waarin Israël niet zoals in de decennia daarvoor triomfeerde als een David tegen Goliath op het slagveld, maar mede door het bloedbad in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila door Falangisten, uitliep op een blamage voor Israël. Libanon is een pijnlijke geschiedenis voor de Israëlische staat en niet in de laatste plaats voor de soldaten die erin hebben gevochten. Voor regisseur Samuel Maoz is ‘Lebanon’ de verwerking van een oorlogstrauma waarmee hij 25 jaar heeft rondgelopen, aldus de regisseur wiens belevenis als kanonnier van een tank het onderwerp van de film vormt.
Wat ‘Lebanon’ in zijn genre bijzonder maakt is dat de film geheel vanuit een tank wordt verteld. De enige beelden die we te zien krijgen van de buitenwereld zijn door de telescoop van het vizier van de kanonnier. En waar de beelden van de tank binnen donker en groezelig zijn, zijn de beelden van de buitenwereld haarscherp, helder, kleurrijk en extreem grafisch. Door de telescopische beeldzoeker worden de gruwelijkheden van de oorlog zonder enige reservering getoond; van een om hulp smekende kippenfokker zonder ledenmaten (geraakt door de kanonskogel van Maoz’ alter ego in de film, die het eerder verzuimde op tijd een aanstormende auto met terroristen te stoppen, waardoor een medesoldaat om het leven kwam) tot een opengereten maar nog levende ezel die in close-up wordt getoond en een ellenlange scène waarin een moeder die net haar man en kinderen heeft verloren ook nog van haar waardigheid wordt beroofd als haar jurk vlam vat en ze vervolgens compleet naakt en in shock in beeld blijft ronddolen. Binnenin de tank vindt dan inmiddels een kleine andere oorlog plaats die draait om het geestelijke evenwicht van de bemanning die deze koude douche aan ellende amper aankunnen. Opvallend is dat de jongens compleet onvoorbereid zijn op wat hun te wachten staat in Libanon. Dat is ook het zwakste onderdeel van de film, de emotionele malaise en de onderlinge spanningen van de jonge bemanningsleden van de tank komen niet helemaal bevredigend uit de verf, misschien ook wel omdat de personages niets anders te doen lijken te hebben dan ruzie met elkaar te maken.
Het is een groot compliment voor ‘Lebanon’ dat een film die zich zulk een strikt cinematografische vorm heeft opgelegd erin slaagt niet slachtoffer te worden van zijn beperkingen. ‘Lebanon’ blijft een fascinerende zit van begin tot einde juist vanwege de keuze het verhaal geheel vanuit het perspectief van een tank te vertellen. De kijker wordt onderworpen aan dezelfde claustrofobische werkelijkheid waaraan de bemanning is blootgesteld. Geluiden gaan bijna een belangrijkere rol spelen dan beelden: het lawaai van de motor en rupsbanden, het kraken van de bepantsering, de motorische aandrijving van het kanon, oorverdovende overvliegende straalvliegtuigen en de opvallende stilte van een inslaande anti-tankraket.
Je kan een puntje van kritiek plaatsen bij de expliciet shockerende beelden en de manier waarop de regisseur de bedoelde interpretatie van het beeldmateriaal wat al te opzicht aan de kijker presenteert. Zo wordt de kanonnier via zijn vizier plots ook een regisseur die betekenisvolle relaties legt tussen beelden, zoals die van een shot van opengereten lichamen en daarna een shot van karkassen die buiten bij een slager hangen. Of wanneer er elke keer wordt ingezoomd op de blik van een oude man of een kind die vervolgens recht het vizier inkijken.
De telescopische beeldzoeker van de kanonnier wordt daarmee niet alleen een instrument om de harde werkelijkheid te tonen maar hij toont ook een surreële opvolging van beelden die lijken op een toneelstuk. Alsof we niet van binnen naar buiten kijken, maar van buiten naar binnen in een kijkdoos waarin een merkwaardig geënsceneerd drama plaatsvindt. In die zin wordt de onbevattelijkheid van een oorlog mooi uitgebeeld door het beperkte zicht van de telescoop die het onbeschrijfelijke zichtbaar maakt en tot in het kleinste detail vergroot, maar ons uiteindelijk niet helpt de totale waanzin van oorlog te doorgronden.
Alberto Ciaccio
Waardering: 4
Bioscooprelease: 18 maart 2010