Lemmy (2010)

Regie: Greg Olliver, Wes Orshoski | 112 minuten | muziek, biografie, documentaire | Met: Lemmy, Dave Brock, Phil Campbell, James Britton Clardy, Fast Eddie Clarke, Jarvis Cocker, Alice Cooper, Mikkey Dee, C.C. Deville, Dave Ellefson, Jason Everman, Lars Frederiksen, David Grohl, Kirk Hammett, James Hetfield, Peter Hook, Scott Ian, Ice-T, Paul Inder, Joan Jett, Mick Jones, Pepper Keenan, Paul Levesque, Duff McKagan, Dave Navarro, Jason Newsted, Ozzy Osbourne, Corey Parks, Marky Ramone, Captain Sensible, Nikki Sixx, Slash, Dee Snider, Matt Sorum, Shel Talmy, Billy Bob Thornton, Robert Trujillo, Nik Turner, Lars Ulrich, David Vanian, Katherine von Drachenberg

Als Ozzy Osbourne zichzelf de Prince Of Darkness noemt dan mag Lemmy Kilmister zich zonder discussie de titel van koning toeëigenen. Deze metal pionier hoeft daarvoor zelfs geen vleermuizen toe te takelen of op te treden in een dwaze tv-serie. Een simpele basgitaar en een schorre, doorleefde stem volstaan om nu al door het leven te gaan als legende. Ooit was hij nog de roadie van Jimi Hendrix maar zelf spelen ging hem beter af. De frontman van Motörhead terroriseert ondanks zijn gezegende leeftijd van 65 jaar nog altijd de podia. Zijn fans dragen hem op handen en voor andere bands is hij een voorbeeld. Met een carrière die al meer dan vier decennia duurt zou het dan ook van weinig respect getuigen om de man geen rockumentary te gunnen.

Lemmy mag er op de bühne dan vervaarlijk uitzien met zijn reusachtige snor en tattoos, de slagzin van de documentaire heet niet voor niets ‘49% motherfucker. 51% son of a bitch.’, in het bijzijn van de camera ontpopt de brulboei zich verrassend tot een aimabele gesprekspartner die weliswaar gortdroog uit de hoek komt maar gedwee op alle vragen antwoordt. Maar bovenal blijkt de man gewoon zichzelf te zijn. Poses en imagovorming zijn niet besteed aan deze krasse rocker, iets wat volmondig beaamd wordt door het legertje van bekende bewonderaars die de loftrompet gretig bespelen alsof ze naar een audiëntie hengelen bij de metalpaus. Ja, zelfs Alice Cooper en Ozzy Osbourne maken een diepe buiging.

De documentairemakers volgen de rockzanger in LA en tijdens het toeren. Daaruit blijkt dat hij een voorliefde voor games en éénarmige bandieten heeft. Dit zijn niet echt de uitspattingen die je van een rock-‘n-roll icoon verwacht. Maar Lemmy heeft in zijn leven al zo veel drank en drugs gebruikt dat het een wonder mag heten dat hij überhaupt nog leeft. Zelf houdt hij het op simpel geluk. De beste momenten zijn echter opgenomen in zijn woning, die verdacht veel lijkt op een opslagplaats, wanneer hij uitpakt met zijn verzamelingen. En dat zijn er nogal wat. Van dolken tot memorabilia uit de wereldoorlogen. Wanneer de man plots opduikt in een Duits uniform om met een tank te gaan rijden wordt het plots randje Spinal Tap en moeten we even slikken. Maar ook hier lult hij zich weer uit. Een ander hilarisch moment volgt wanneer hij naast zijn zoon zit en doodleuk vertelt dat de twee weleens een vriendinnetje geruild hebben. Gelukkig wordt er ook nog aandacht besteed aan de muziek die uiteraard ruimschoots aanwezig is met als hoogtepunt een gastoptreden met Metallica en Lemmy die even demonstreert waarin hij verschilt van andere bassisten.

‘Lemmy’ is zonder twijfel een onderhoudende en bijwijlen vermakelijke documentaire over een invloedrijke muzikant die we eeuwig dankbaar blijven voor een legendarisch stukje poëzie:” If you like to gamble, I tell you I’m your man. You win some, lose some, it’s – all – the same to me.”

Jochem Geelen