Les Pays Loin (1965)

Regie: Jean Rollin | 16 minuten | horror, science fiction | Acteurs: Pascal Fardoulis, Juli Ben Zimet, Bernard Papineau

Deze korte zwart-wit film ’Les Pays Loins’ van Jean Rollin duurt 16 minuten en is een van zijn vroege films. Het wordt tot de categorie science fiction gerekend, maar zaken als ruimteschepen of buitenaardse wezens die dood en verderf zaaien hoeft de kijker niet te verwachten. Het voornaamste science fiction aspect is dat de twee hoofdpersonen door een soort tunnel blijken te zijn terechtgekomen in een voor hen nieuwe en vreemde wereld en pogingen doen daar weer uit te komen. De nieuwe en vreemde wereld lijkt nog het meest op een parallel universum, waarin er diverse overeenkomsten met de eigen wereld van de hoofdpersonen zijn, maar waarin ook veel aanvankelijk verontrustende verschillen voorkomen.

Al in deze vroege film van Rollin is duidelijk te merken dat sfeer en stijl voorop staan, en verklaringen voor het een en ander blijven ook hier grotendeels achterwege. De tunnel waardoor de twee hoofdpersonen zijn gegaan wordt slechts zijdelings vermeld en de film begint pas nadat de twee hoofdpersonen al in deze nieuwe wereld zijn aangeland. Direct vanaf het begin wordt een unheimische sfeer opgeroepen: de mannelijke hoofdpersoon rent met vertwijfelde blikken zoekend door een wirwar van nauwe stegen en binnenplaatsen, en klopt aarzelend en tastend tegen deuren alsof hij daarachter een uitweg zoekt. Wat hiermee wordt opgeroepen, ondersteund door een effectieve cameravoering en door een juist gebruik van licht en donker, is een licht verontrustende sfeer van het verloren zijn in een onbekende en daardoor ook wellicht vijandige omgeving. Ook de verdere ontwikkelingen dragen hieraan bij: het onvermogen van de verdwaalde hoofdpersonen om met wie dan ook te kunnen communiceren, het geen opheldering kunnen krijgen over de plaats waar ze beland zijn, de vriendschappelijke en neutrale maar ook vijandige reacties van deze en gene…het draagt bij aan de totstandkoming van het ‘stranger in a strange land’ gevoel door het schijnbare ontbreken van een duidelijke structuur in deze nieuwe en onbekende samenleving en door de afwezigheid van zekerheden en vertrouwdheden die anders vanzelfsprekend zijn. Wat daar nog aan bijdraagt is de langzaam opdoemende wetenschap dat uit deze situatie niet meer te ontkomen is en dat men noodgedwongen er het beste van moet maken, hoe weinig aantrekkelijk deze nieuwe wereld aanvankelijk ook overkomt.

Ondanks de relatief lange tijdsduur dat de hoofdpersonen vergeefs op zoek naar een uitweg zijn, is dit geen deprimerende film. Dit doordat de ontwikkelingen voor de hoofdpersonen langzaam aan beter worden, doordat ze berusting gaan vinden in hun noodgedwongen aanwezigheid in deze nieuwe wereld en doordat ze het beste ervan proberen te maken. Ze kunnen zich na verloop van tijd dan ook ontspannen, genieten van de muziek en dansjes van de straatmuzikanten en vinden tenslotte niet alleen een verblijfplaats maar ook elkaar. Ook de muziek en de onderlinge interactie van de hoofdpersonen aan het eind van de film geven aan dat ze zichzelf niet zozeer meer als gevangenen in deze nieuwe wereld beschouwen, maar dat ze geen behoefte meer lijken te hebben naar hun vorige wereld terug te keren en in deze nieuwe wereld met elkaar wellicht meer geluk kunnen vinden dan in hun vorige wereld ooit het geval had kunnen zijn.

De omgeving is goed gekozen, en met name ook de staat waarin het zich bevindt. De straten waarin de mannelijke hoofdpersoon in het begin loopt zijn verlaten, doods en vervallen. Ook de binnenplaatsen en de in beeld gebrachte huizen kenmerken zich door verval: gaten in muren, overal brokken puin en gruis en stilte en verlatenheid alom. Dit draagt op succesvolle wijze bij aan de unheimische sfeer die vanaf het begin wordt opgeroepen. Ook in een later stadium, wanneer men in bewoonde gedeeltes van dit schijnbaar stervende plaatsje is aangeland, kenmerkt de omgeving zich voor een groot deel door verval en verlatenheid. Toch zijn in dit latere stadium het verval van de omgeving en de verlatenheid ervan niet meer zo verontrustend als in het begin. Nadat de hoofdpersonen zich langzaam bij hun lot neer gaan leggen en het beste ervan proberen te maken gaat de vervallen omgeving langzaam aan steeds vertrouwder overkomen: het is een ‘gewoon’ verschijnsel geworden van de nieuwe wereld waar de hoofdpersonen definitief in zijn beland en het is door henzelf en daarmee door de kijker relatief snel geaccepteerd als een feitelijk onderdeel van deze nieuwe wereld.

De vraag kan gesteld worden met welke beweegredenen Rollin deze film heeft gemaakt. Een weergave van zijn eigen angsten en/of fantasieën? Een eerbetoon wellicht aan het aanpassingsvermogen van de mens aan steeds veranderende situaties en ontwikkelingen? Een combinatie van deze beide punten? Net als bij andere films van Rollin is deze film door het zwevende gehalte, de nodige surrealistische beelden en het ontbreken van logica moeilijk in specifieke termen of uitspraken te vatten. In elk geval is dit een sfeervolle film, waarin het science-fiction aspect van een parallel universum een kleinere rol speelt dan wellicht verwacht zou worden. In plaats daarvan gaat deze film meer de kant op van psychologische horror waarbij er ingespeeld wordt op verschillende bewuste en onbewuste angsten van de mens, die veel kijkers ook direct bij zichzelf zullen herkennen. De low-budget indruk die deze film maakt doet daar niets aan af. Al met al is dit daarom, juist mede door het ontbreken van al te veel verklaringen en/of logica, een geslaagde sfeervolle film en een aanrader voor de fans van Rollin, voor de liefhebber van surrealistische films en voor de liefhebbers van licht psychologische horror en science-fiction films.

Frans Buitendijk