Live a Little, Love a Little (1968)

Regie: Norman Taurog | 85 minuten | komedie, romantiek, musical | Acteurs: Elvis Presley, Michele Carey, Rudy Vallee, Don Porter, Dick Sargent, Sterling Holloway, Celeste Yarnall, Eddie Hodges, Joan Shawlee, Mary Grover, Emily Banks, Michael Keller, Merri Ashley, Phyllis Davis, Ursula Menzel, Susan Shute, Edie Baskin, Gabrielle, Ginny Kaneen, Susan Henning, Morgan Windbeil, Benjie Bancroft, Russ Bender, Thordis Brandt, Ann Doran, Vernon Presley

Vijfentwintig jaar na je dood nog een nummer-1-hit scoren; het zijn er niet veel die het Elvis Presley voor- of nadeden. Met dank aan de Nederlandse dj Tom Holkenborg, alias Junkie XL, die in opdracht van sportkledingfabrikant Nike een in de vergetelheid geraakte plaat van Elvis in 2002 in een splinternieuw en modern jasje stopte. De remix van ‘A Little Less Conversation’ werd een wereldwijde hit en Elvis stond weer even in het middelpunt van de belangstelling. De originele versie van het liedje werd geschreven voor de soundtrack van de film ‘Live a Little, Love a Little’ uit 1968. Het was een van de laatste films die The King zou maken. Omdat Elvis’ filmcarrière op dat ogenblik op zijn laatste benen liep gingen de liedjes grotendeels aan het publiek voorbij. Met dank aan Junkie XL is ‘A Little Less Conversation’, het beste liedje uit de film, jaren na dato dus alsnog in ere hersteld.

Net als zoveel Elvis-films uit de jaren zestig heeft ‘Live a Little, Love a Little’ een inhoudsloos script. Elvis speelt modefotograaf Greg Nolan. Na een ontspannen tochtje racen met zijn auto over het strand van zonnig Californië ontmoet hij de knappe Alice (Michele Carey), een losbandige jonge dame die hem direct uitnodigt met haar het bed te delen. Wanneer hij haar vriendelijk doch resoluut afwijst, stuurt ze haar gigantische Deense dog Albert op hem af, die hem de zee injaagt. Schoorvoetend gaat de drijfnatte Greg met de vrouw mee naar huis. Eenmaal daar stopt ze hem een pilletje toe waardoor hij vier dagen bewusteloos blijft. Wanneer hij wakker wordt, blijkt Alice ineens ook Suzie en Betty te heten, of toch gewoon Bernice. Ook blijkt ze er met meerdere mannen intieme contacten op na te houden. Omdat hij vier dagen niet op zijn werk is verschenen is Greg zijn baan kwijt en achter zijn rug om heeft Bernice de huur van zijn woning opgezegd. Om de eindjes weer aan elkaar te kunnen knopen besluit Greg twee banen aan te nemen in hetzelfde gebouw. Hij werkt tegelijkertijd voor een gerespecteerd reclamebureau en voor een blootblad en zijn bazen mogen daar natuurlijk geen lucht van krijgen. Greg vliegt van de ene afspraak naar de andere. Wanneer hij thuiskomt, blijkt dat die dekselse Bernice zich niet zo gemakkelijk af laat schudden.

‘Live a Little, Love a Little’, gebaseerd op de roman ‘Kiss My Firm, But Pliant Lips’ van Dan Greenburg, wordt gepresenteerd als de enige ‘volwassen’ komedie waarin Elvis een rol speelt en grijpt terug naar het met name in de jaren veertig razend populaire genre van de screwball comedy, waarin de strijd tussen mannen en vrouwen centraal stond. Om er echter een moderne draai aan te geven werden er elementen van de toen alom vertegenwoordigde hippiecultuur aan toegevoegd. Bernice is de verpersoonlijking van de jaren zestig; ze predikt de vrije liefde (de dialogen zijn voor die tijd behoorlijk seksueel getint) en is zwaar onder invloed van de drugs. Anders kan ze namelijk nooit zo verknipt zijn. Ook is er een surrealistische droomscène, die zich afspeelt wanneer Greg vanwege het pilletje van Bernice bewusteloos is, waarin hij het nummer ‘The Edge of Reality’ zingt. Op zich een prima lied, maar wat er in beeld te zien is, is schaamteloos lachwekkend. Regisseur Norman Taurog, die al in 1931 – op zijn 32e! – een Oscar won voor ‘Skippy’, maakte in totaal negen films met Elvis. ‘Live a Little, Love a Little’ was de laatste in een lange reeks eindeloze dertien-in-een-dozijn musicals die de teloorgang van de filmcarrière van The King inluidden.

Elvis speelt zeker niet zijn slechtste rol, maar is het slachtoffer van het ridicule script. Met zíjn personage kun je op de een of andere manier nog meeleven, maar dat geldt niet voor zijn tegenspeelster. Michele Carey (‘El Dorado’, 1966) werkt alleen maar op de zenuwen. De manier waarop ze praat, de dingen die ze doet; ze haalt het bloed onder je nagels vandaan. Helaas heeft haar personage een groot aandeel in de film. Kleinere rollen zijn er voor Rudy Vallee – ‘de Elvis van de jaren dertig’ – en televisieacteur Don Porter als de twee bazen van Greg en Dick Sargent (‘Operation Petticoat’ uit 1959) als de nichterige ex van Bernice. Het zegt genoeg dat de beste rol in de film gespeeld wordt door Brutus, de aandoenlijke Deense dog van Elvis die als lobbes Albert de harten van de kijkers steelt. Wie goed oplet ontdekt Vernon Presley, de vader van Elvis, in een minieme cameo tegen het einde van de film. De muziek, die normaal gesproken een zeer prominente rol speelt in de films van Elvis, is dit keer ver naar de achtergrond gedrukt. In totaal zijn er – inclusief de leader – slechts vier te horen.

De enige ‘volwassen’ komedie die Elvis maakte is jammer genoeg weinig memorabel. Er zitten welgeteld twee goede liedjes in. Het gemis van de muziek is het grootst, omdat die juist heel wat missers van Elvis nog de moeite waard maakte. In dit geval dus helaas niet. Het tempo van de film is hoog, zoals het hoort bij een screwball comedy, maar de situaties spreken maar weinig tot de verbeelding. Het personage van Michele Carey is dusdanig irritant dat ze de hele film overheerst. En dat wil wat zeggen, als je iemand met het onmetelijke charisma van Elvis naast je hebt en die naar de achtergrond kunt drukken. Voor de fans van The King is deze film heel misschien een kijkbeurt waard. Alle anderen kunnen ‘Live a Little, Love a Little’ beter links laten liggen

Patricia Smagge