Los Frikis (2024)
Regie: Tyler Nilson, Michael Schwartz | 105 minuten | drama | Acteurs: Héctor Medina, Eros de la Puente, Adria Arjona, Jorge Perugorría, Luis Alberto García, Manuel Alejandro Rodríguez Gomez, Pedro Martínez, Jorge Enrique Caballero, Reinier Díaz, Alexis Valdés, Orestes Amador, Miriam Socarras, Omar Patin, Euriamis Losada, Alain Mesa, Yasser Michelén, Thalia Valdespino
In 1963 verbood Fidel Castro rockmuziek in Cuba. In het geheim maakten en luisterden de echte rebellen natuurlijk nog wel naar deze muziek. De echte diehards binnen die groep noemden zichzelf “Los Frikis”. Tyler Nilson en Michael Schwartz, onder andere bekend van hun film ‘The Peanut Butter Falcon’, maakten met ‘Los Frikis’ een film over deze groep en hun beslissing om zich te laten opnemen in de in Cuba befaamde HIV-kampen.
Het zijn de jaren 90 en Paco (Héctor Medina) en Gustavo (Eros de la Fuente) zijn broers uit Havana. Ze rekenen zichzelf tot de groep “Los Frikis”. Het Cuba van de jaren 90 was straatarm. Eten is bijna niet te krijgen en het eten van straatkatten is aan de orde van de dag. Een uitweg voor de meesten lijkt de oversteek te wagen naar Florida, maar daarmee ook hun leven te riskeren. Voor Paco is dat geen optie, vanwege de kosten. Gustavo kan in eerder instantie mee met zijn oom, maar het vlot is niet stevig genoeg om de hele familie te dragen. De broers hebben nog één kans; HIV krijgen. U leest het goed, het toen nog dodelijke HIV-virus.
Cuba had in de jaren 90 namelijk quarantainekampen voor HIV- en AIDS-patiënten. Naar verluidt was het in die kampen goed vertoeven. Geen gebrek aan eten en een kant en klare woonruimte voor elke patiënt. Het enige probleem: De jongens hebben geen HIV. Daarvoor zijn twee oplossingen; Seks hebben met een HIV-patiënt of HIV inspuiten. Paco kiest voor het tweede. Het is immers “toch maar een lichte griep en tegen de tijd dat het echt gevaarlijk word zal er wel een medicijn voor zijn”. Gustavo durft de prik niet aan en blijft achter. Later probeert hij nog wel een diagnose te krijgen door bloed van een ander aan de arts te overhandigen, maar die trapt daar niet in. Uiteindelijk geeft hij Gustavo toch de diagnose, nadat Gus dreigde er alles aan te zullen doen om toch in het kamp bij Paco terecht te komen. Indien nodig zelfs HIV inspuiten.
Het kamp lijkt inderdaad de hemel op aarde. Er is eten ten overvloede en een hoop rebelse jongeren die bijna allemaal hetzelfde pad als Paco hebben bewandeld. Wat volgt is een langzame collectieve realisatie dat de jongeren hun doodsvonnis hebben getekend, in ruil voor een ongekende, doch kortstondige vrijheid. De regels van Castro gelden namelijk niet in de HIV-kampen. Althans, ze worden niet gehandhaafd.
‘Los Frikis’ is gebaseerd op waargebeurde verhalen. Sterker nog, tijdens de aftiteling krijgen we foto’s te zien van de personen op wie de personages gebaseerd zijn. In de jaren 90 hebben zo’n 200 tot 500 jongeren vrijwillig HIV bij zichzelf ingespoten om zo een beter leven te bewerkstelligen. Met de kennis van nu is dat een vrij paradoxale gedachte , maar ergens valt te begrijpen dat velen deze laatste strohalm hebben aangegrepen.
Binnen het kamp speelt zich van alles en nog wat af. Romances, het maken van (rock)muziek, het vieren van het leven en het rouwen om de doden. Ondanks dat je met de kennis van nu het einde van de film wel kunt raden, heeft ‘Los Frikis’ toch de kracht om de aandacht van de kijker vast te houden.
Het feit dat deze personages zelf de domme, bewuste keuze hebben gemaakt om HIV te krijgen, blijkt geen sta-in-de-weg om toch met ze mee te voelen. Deels door de anders zo uitzichtloze situatie waarin de jongeren al zaten en deels door het goede acteerwerk, ondersteund door een uitstekende subtiele, maar toch tranentrekkende soundtrack.
De twee belangrijkste rollen worden ingevuld door De la Fuente en Adria Arjona. Arjona speelt Maria, de vrijwilliger die het kamp leidt. Na een uitstekend optreden in Zoe Kravitz’ ‘Blink Twice’ laat ze in ‘Los Frikis’ zien ook uit de voeten te kunnen met een meer subtielere rol. Haar chemie met De la Fuente is uitstekend en ze houdt eigenhandig de film met beide voeten op de grond. De la Fuente maakt in ‘Los Frikis’ overigens zijn acteerdebuut. Dat het een debuut betreft is niet aan zijn spel af te zien.
Wat ‘Los Frikis’ tot een succes maakt is dat het de kijker het gevoel geeft dat je met Paco, Gustavo en Maria in het kamp zit. Je beleeft de vreugde en het verdriet met hen. Niet als bioscoopganger, maar als kampbewoner. Je bouwt een band de personages op, waardoor de onvermijdelijke aftakeling van je medekampgangers extra hard aankomt.
Waar de film wat punten verliest is op de montage. ‘Los Frikis’ voelt als een film die negentig minuten had moeten zijn. Hier en daar had de film ook best wat bijgeschaafd mogen worden. Met name in het eerste bedrijf voelt de film wat traag.
Dat neemt niet weg dat ‘Los Frikis’ een prima film is. Interessante personages, een verhaal met een lach en een traan, geweldige muziek en uitstekend acteerwerk. Nilson en Schwartz laten na ‘The Peanut Butter Falcon’ nogmaals zien dat ze een personagegedreven film kunnen neerzetten die resoneert bij het publiek. ‘Los Frikis’ is een bijzondere “feel good” film met een duister randje. Als je fan was van ‘The Peanut Butter Falcon’, dan is ‘Los Frikis’ ook zeker de moeite waard.
Jelco Leijs
Waardering: 3.5
Speciale vertoning: Leiden International Film Festival 2024