Love Is the Devil: Study for a Portrait of Francis Bacon (1998)
Regie: John Maybury | 90 minuten | drama, biografie | Acteurs: Derek Jacobi, Daniel Craig, Tilda Swinton, Anne Lambton, Adrian Scarborough, Karl Johnson, Annabel Brooks
Een “studie voor een portret van Francis Bacon” is de ondertitel van deze intrigerende en tegelijk afstandelijke film. Of de ware Bacon hier geportretteerd wordt, is de vraag, maar het levert wel een ongewoon biografisch werk op.
Wat het meest opvalt, is het bizarre camerawerk, dat een weergave is van de vervormde wijze waarop Bacon schilderde – en de wereld bezag. Regisseur Maybury maakt dit duidelijk door middel van bizarre belichting en worden gezichten vervormd door het gebruik van extreme close-ups, verschillende lenzen en door bijvoorbeeld de reflectie van de acteurs vast te leggen in lepels en potten. Het is een stilistisch hoogstandje, maar omdat het zo vaak wordt uitgevoerd, zwakt het effect ervan af en wordt het een trucje.
Bacon zelf wordt fantastisch neergezet door Derek Jacobi als een gekweld mens, een sadist en dronkelap, die niettemin (of misschien wel dankzij) één van de grootste kunstenaars van de 20e eeuw was. Merkwaardig genoeg komt in de hele film geen enkel schilderij voor, vanwege de weigering van de erven om deze ter beschikking te stellen. Daarmee verliest een deel van de film zijn impact, omdat er wel gerefereerd wordt aan de portretten die Bacon maakte van zijn geliefde, George Dyer, maar het blijft hierdoor onduidelijk hoe Bacon hem dan afgebeeld heeft en hoe hij zijn passie in zijn schilderijen verwerkt heeft.
Daniel Craig speelt, met donker geverfde haren, de kleine crimineel Dyer, die inbreekt bij Bacon (maar geen idee heeft van de waarde van diens schilderijen) en aan de kunstenaar blijft vastplakken. Hun aanvankelijk harmonieuze liefdesrelatie wordt door de sarcastische en bijtende opmerkingen van Bacon en de labiele persoonlijkheid van Dyer langzaam maar zeker naar de afgrond gevoerd. De afloop is, als blijkt dat Dyer depressief wordt en harddrugs gaat gebruiken, onafwendbaar.
Een belangrijk deel wordt gewijd aan Bacons sociale kring, een bonte verzameling van dronkaards, homo’s en aan lager wal geraakte kunstenaars, die bij elkaar komen in de Colony Room en niets anders lijken te doen dan roddelen en drinken.
Vanaf het begin voelt Dyer, simpel en verlegen als hij is, zich niet thuis tussen de expressieve en extravagante types, die alleen maar lachen en gilletjes slaken als Bacon hem weer eens in het openbaar voor schut zet.
Als kijker voel je met hem mee, dus Craig zet een geloofwaardige rol neer, maar ondanks het goede spel van de twee hoofdrolspelers, mist de film als geheel een emotionele impact door de afstandelijke toon en het weinig meeslepend vertelde verhaal. Het is als een kunstwerk waarvan je intellectueel gezien kunt oordelen dat het heel bijzonder is, maar waardoor het hart niet geraakt wordt.
Hans Geurts
Waardering: 3
Bioscooprelease: 18 maart 1999