Madame Bovary (1991)

Regie: Claude Chabrol | 140 minuten | drama | Acteurs: Isabelle Huppert, Jean-François Balmer, Christophe Malavoy, Jean Yanne, Lucas Belvaux, Christiane Minazzoli, Jean-Louis Maury, Florent Gibassier, Jean-Claude Bouillaud, Sabeline Campo, Yves Verhoeven, Marie Mergey, François Maistre, Thomas Chabrol

De klassieke roman van Gustave Flaubert was al acht keer eerder verfilmd, ondanks de opvatting van veel liefhebbers dat het boek onverfilmbaar was. Ondanks deze opvatting en de bereden filmpaden wijdde regisseur Chabrol zich aan een negende versie, met Isabelle Huppert in de titelrol. De film is knap gemaakt, maar bezwijkt uiteindelijk onder de druk van al te precieze hervertelling van het boek. Hierdoor wordt het geheel saai en langdradig.

Huppert is uiteraard het centrale personage in de film en ze weet een uiterst onsympathieke versie van Emma Bovary neer te zetten. Haar ijzige uitstraling weet ze in elk geval prima te vertalen naar het scherm. Het is vooral met haar ogen dat ze de passie weet over te brengen die in haar brandt tijdens haar odyssee op zoek naar geluk. Huppert doet haar best en zet een overtuigende ijsprinses neer, ware het niet dat het door haar kilheid moeilijk is om meer dan twee uur met haar lotgevallen mee te leven. En is Emma Bovary zo’n ijsprinses als Huppert en Chabrol ons willen doen geloven? Het gevaar in het neerzetten van zulk een complex karakter als Emma is dat het een eenzijdige versie wordt. Het lijkt erop dat de makers hier te ver zijn doorgeschoten. Dat is een serieus manco voor een zoveelste filmversie van een beroemd boek, zeker als de rest van de film zo slaafs het originele verhaal volgt. Emma Bovary is in deze versie ook heel wat minder het slachtoffer van haar eigen romantische dromen en de mooie praatjes van haar minnaars. Door Huppert’s vertolking komt het veel meer over dat het haar verdiende loon is dat ze zo ongelukkig is. De tragische uitkomst is dan ook meer een geval van “”eigen schuld, dikke bult””.   De andere acteurs leveren prima acteerprestaties, alleen wekken de meeste hierbij ook meer sympathie op. Zo is Balmer erg overtuigend als dokter Bovary. Hij bedoelt het allemaal goed en hij is echt aan zijn vrouw toegewijd. Het is jammer voor hem dat hij zo’n oppervlakkig en egoïstisch kreng getrouwd is. Ook Malvoy als haar minnaar Rodolphe Boulanger is erg sterk.

Mooi in beeld gebracht is de film in elk geval wel. Zo zijn de opnamen gemaakt in en rond Rouen, waar Flaubert zelf ook woonde en zijn de bal- en operascènes goed geregisseerd – maar niets bijzonders vergeleken met andere kostuumdrama’s. Erg storend is de plots opduikende voice-over, die vertelt wat er aan de hand is in Emma’s geest. Vaak een erg handig trucje bij een literaire verfilming om delen aan elkaar te praten, maar nu wekt de timing vooral wrevel op. De voice-over is namelijk niet constant aanwezig, duikt maar sporadisch op en voegt eigenlijk ook niet bijzonder veel toe. Ondanks de positieve punten, zoals acteerwerk, beelden en muziek, is de film een bloedeloze verfilming geworden, die wel de saaiheid van Emma Bovary’s bestaan laat zien, maar faalt in het uitwerken van de emoties en passies, die het boek tot zo’n klassieker maken. En dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.

Hans Geurts

Waardering: 3

Bioscooprelease: 11 oktober 1991