Manderlay (2005)

Regie: Lars von Trier | 139 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Bryce Dallas Howard, Isaach de Bankolé, Danny Glover, Willem Dafoe, Michael Abiteboul, Lauren Bacall, Jean-Marc Barr, Geoffrey Bateman, Virgile Bramly, Ruben Brinkman, Dona Croll, Jeremy Davies, Llewella Gideon, Mona Hammond, Ginny Holder, John Hurt, Emmanuel Idowu, Zeljko Ivanek, Teddy Kempner, Udo Kier, Rik Launspach, Suzette Llewellyn, Charles Maquignon, Joseph Mydell, Javone Prince, Clive Rowe, Chloë Sevigny, Nina Sosanya

‘Manderlay’ is deel 2 in een trilogie die ‘enfant terrible’ Lars von Trier maakt over Amerika. Niet gehinderd door het feit dat hij zelf eigenlijk nooit buiten zijn geboorteland Denemarken komt, heeft Von Trier een sterke en kritische mening over de Amerikaanse samenleving. Die eigenwijsheid leverde met ‘Dogville’, deel 1 van de ‘USA’-trilogie, een spraakmakende en indrukwekkende film op. Dat lukt met ‘Manderlay’ weer, maar toch nét een stukje minder als met ‘Dogville’.

Misschien ligt het aan de nu bekende opzet van de film, die in ‘Dogville’ nog een extra verrassend effect had: de kale studio als één grote set waar de hele film zich afspeelt. Geen muren, deuren of buitenlucht. Bijna alles wordt aan de fantasie van kijker én acteur overgelaten. Want dat Von Trier geen gemakkelijke filmmaker is voor zowel filmliefhebbers als acteurs, is genoegelijk bekend.

Von Trier is inmiddels al lang afgestapt van de strenge Dogma-eisen die hij ooit zelf medeopgesteld heeft, maar aan de kern van de principes houdt hij vast. Ook in ‘Manderlay’ haalt hij alle afleidende franjes weg. Niet alleen letterlijk met de kale set, maar ook figuurlijk: door een ingenieus spel van vrijheid geven aan acteurs om het ze vervolgens weer af te nemen, daagt Von Trier zijn acteurs uit om hun acteren nog zo weinig mogelijk ‘acteren’ te laten zijn. Het levert niet altijd de meest realistische acteerprestaties en dialogen op, en soms doet de film zelfs wat houterig aan, maar Von Triers manier van werken is wel effectief. Het verhaal van de film wordt het verhaal van de acteurs die de film spelen.

In ‘Manderlay’ zien we hoe Grace met goede bedoelingen en brute middelen een groep slaven ‘dwingt’ om vrij te zijn. De oude eigenaresse van de plantage, Mam, overlijdt bovendien snel na Grace’s komst. Het gevolg is dat drie partijen eigenlijk niet weten hoe het verder moet: Mams blanke nakomelingen, de slaven en Grace zelf zitten allen in een situatie die ze geen van allen echt willen. Het enige aanknopingspunt is ‘Mam’s Law’, een boek dat de regels van de oude situatie van slavernij beschrijft. Grace weigert echter om dit boek te gebruiken, hoewel de oude slaaf Willem dit haar wel aanraadt. Ze neemt, idealistisch en eigenwijs als ze is, zelf de leiding.

Al gauw merkt ze echter dat het allemaal nog niet meevalt, vooral omdat de slaven lang niet zo blij zijn met hun nieuwe vrijheid als Grace had gehoopt. Steeds weer nieuwe maatregelen en inzichten helpen soms tijdelijk om de sfeer in de gemeenschap te verbeteren, maar uiteindelijk blijkt er alleen maar sprake te zijn van achteruitgang.

Ondertussen vestigt Grace haar hoop steeds meer op de trotse Timothy, de enige voormalige slaaf die in staat lijkt om de gemeenschap zelf te gaan leiden. Timothy wantrouwt Grace echter en laat zich niet voor haar karretje spannen. Zo moet Grace voortdurend balanceren op een dun evenwicht van belangen van ontevreden en passieve ex-slaven, een vernederde blanke familie en haar eigen maffiose assistenten die haar vader haar heeft meegegeven. Dat haar gedachten over Timothy hoe langer hoe ‘persoonlijker’ worden, maakt de zaak niet eenvoudiger.

Het is niet de eerste keer in een film van Von Trier dat de vrouwelijke hoofdpersoon steeds verder in de problemen komt, maar net als in ‘Dogville’ lijkt Grace ook nu weer aan een verschrikkelijk noodlot te ontsnappen. Toch is er een verschil: daar waar Grace in ‘Dogville’ zelf het heft in handen neemt en ze de gemeenschap ongenadig straft, neemt de gemeenschap van Manderlay op een gegeven moment het heft in eigen handen en moet Grace het vege lijf zien te redden.

De vergelijkingen met het Amerika van 2005 dringen zich al snel op. Von Trier moet weinig hebben van Amerika’s buitenlandpolitiek waarin het agressief opleggen van vrijheid centraal staat. Zie Irak. Hoewel Von Trier altijd ontkent politieke films te maken, lijkt het slot van Manderlay een waarschuwing te zijn aan Amerika’s adres. Een waarschuwing die overigens in Irak ondertussen door de werkelijkheid al ingehaald lijkt te zijn.

‘Manderlay’ is, politiek of niet, een ingenieus gemaakte film. Het verhaal wordt knap opgebouwd en dankzij de minimale middelen halen Von Trier en zijn acteurs het maximale uit zichzelf. Dat geldt niet alleen voor de hoofdrollen, maar ook voor de kleinste bijrollen. Eén van die bijrollen wordt overigens gedaan door de Nederlandse acteur Rik Launspach (slavendrijver Stanley).

Maar waarom maakt ‘Manderlay’ dan toch minder indruk dan ‘Dogville’? Het ligt niet aan het feit dat megaster Nicole Kidman (Grace in ‘Dogville’) geen tijd had voor ‘Manderlay’. De relatief onbekende Bryce Howard is geen Kidman, maar speelt gewoon goed.

Het manco, als je het dat al mag noemen, zit hem waarschijnlijk vooral in de herhaling. Op het einde na is ‘Manderlay’ toch vooral een herhaling van ‘Dogville’. De thematiek is iets anders (vrijheid in plaats van hypocrisie), maar de basale kritiek op de Amerikaanse samenleving is hetzelfde. ‘Manderlay’ is te weinig onderscheidend om net zo’n indruk te maken en discussie op te leveren als haar voorganger ‘Dogville’.

In die zin heeft ‘Manderlay’ gewoon de handicap deel 2 van een trilogie te zijn: de film ontkomt niet aan de vergelijking met het onnavolgbare eerste deel. Daarvan los gezien (voor zover mogelijk) is ‘Manderlay’ echter nog altijd een zeer indrukwekkende film van een van de meest invloedrijke en controversiële hedendaagse regisseurs.

Daniël Brandsema

Waardering: 4

Bioscooprelease: 1 september 2005