Mardi Gras: Spring Break (2011)

Regie: Phil Dornfeld | 85 minuten | komedie | Acteurs: Nicholas D’Agosto, Josh Gad, Bret Harrison, Arielle Kebbel, Danneel Ackles, Charles Shaughnessy, Jessie O’Donohue, Becky O’Donohue, Carmen Electra, Regina Hall, Jack Betts, Mimi Cozzens, Matt Moore, Genevieve Guzchack, Eric Paulsen, J. Patrick McNamara    

Alle films met ‘Springbreak’ in de titel vertegenwoordigen een bepaald genre. Een genre waar je van moet houden om ze leuk te vinden. Als je een liefhebber bent van een ‘boobflash’ of van ‘wet t-shirt competitions’ dan zit je bij dit soort films meestal wel geramd. In ‘Mardi Gras: Springbreak’ is het veel van hetzelfde laken en nog meer van hetzelfde pak.  Drie bevriende studenten: een knappe (Mike), een slome nerdachtige (Scottie) en een luidruchtige dikkerd (Bump) besluiten hun springbreak te vieren op het wereldberoemde Mardi Gras festival in New Orleans. Blote borsten en drinken op straat, wat valt er nog meer te wensen? Bij aankomst valt het niet mee om een slaapplek geregeld te krijgen, ook komen ze niet zo maar binnen op het  meest beruchte feest.

Laten we de film even snel vooruit spoelen. Mike komt erachter dat hij in het ootje is genomen door zijn vriendin en besluit haar met gelijke munt terug te betalen. Natuurlijk krijgt hij aan het einde het meisje, maar niet nadat hij zich eerst onsterfelijk belachelijk heeft gemaakt. Bump, een afschuwelijke vertolking van Josh Gad, gooit eerst alle remmen los en komt uiteindelijk tot bezinning. Hij krijgt uitgelegd waar het Mardi Gras feest oorspronkelijk om draait: familie en traditie. Scottie (irritant sloom gespeeld door C-acteur Bret Harrison) wordt op het eerste gezicht verliefd op Carmen Electra, verzeilt per ongeluk op haar hotelkamer, denkt tussendoor dat hij homoseksueel is en verneemt uiteindelijk van Carmen zelf dat het wel heterogoed zit met het functioneren van zijn penis, genaamd Max. Oh ja, en er zit ook een hilarische (?) scène in de film waar poep mee gemoeid is.

Helaas, Josh Gad lijkt alleen maar een beetje op Jack Black. Daar houdt het echt mee op. Of is een naakt, dik, vadsig lichaam en schreeuwen om ‘pussy’ altijd leuk?  De enige lichtpuntjes in de film zijn de vertolkingen van Arrielle Kebbel (Lucy Mills), Regina Hall (Ann Marie) en Charles Shaughnessy (de hotelreceptionist). En die arme Carmen Electra. Die wordt ook telkens maar voor dit soort onzinkarretjes gespannen. Een ster voor de moeite. Overslaan is het advies, aan een kleurige, plastic kralenketting beleef je veel meer plezier…

Ruud Stift