Mauvaise graine (1934)

Regie: Alexander Esway, Billy Wilder | 96 minuten | komedie, drama | Acteurs: Danielle Darrieux, Pierre Mingand, Raymond Galle, Paul Escoffier, Michel Duran, Jean Wall, Marcel Maupi, Paul Velsa, Georges Malkine, Georges Cahuzac, Gaby Héritier

Billy Wilder had al aardig wat scenario’s op zijn naam staan toen hij in maart 1933, op de vlucht voor Adolf Hitler en zijn nazipartij, aankwam in Parijs. Hij zocht zijn toevlucht in Hotel Ansonia, waar hij oude bekenden uit de Duitse filmindustrie, die in het zelfde schuitje zaten als hij, aantrof: acteur Peter Lorre, scenarioschrijvers Jan Lustig en Max Colpet en componisten Franz Waxman en Friedrich Holländer. Lustig en Colpet besloten Wilder te helpen bij het uitwerken van een script dat hij in Berlijn al bedacht had. Om de financiering van het project van de grond te krijgen, was een regisseur nodig en Alexander Esway werd bereid gevonden die rol op zich te nemen. Op papier althans, want in de praktijk was het Wilder zelf die noodgedwongen op de regisseursstoel moest plaatsnemen. Hij zelf heeft nooit met naam en toenaam benoemd hoe het eraan toeging op de set van ‘Mauvaise graine’ (1934), maar actrice Danielle Darrieux zou later hebben toegegeven dat Esway zich amper had laten zien. Wilder heeft wel ooit gememoreerd aan hoe zwaar hij de opnameperiode van ‘Mauvaise graine’ vond: ‘Ik kan niet zeggen dat ik veel plezier beleefd heb aan het maken van die film… Er was druk, mensen waren van je afhankelijk. En ook al heb je niet echt de controle, je mag dat niet laten merken want anders wordt iedereen nerveus. Ik, en ik alleen, was verantwoordelijk voor alles – alles!’

‘Mauvaise graine’ – wat ‘slecht zaad’ betekent – combineert luchtige humor met een vleugje drama. Wilder zou dat later perfectioneren tot zijn handelsmerk (en de humor werd een stuk zwarter in zijn films van na de Tweede Wereldoorlog), maar in dit vroege werk is de hand van de meester al een beetje zichtbaar. Centraal staat Henri Pasquier (Pierre Mingand), een eigenwijze en verwende jongeman wiens gat in z’n hand zijn vader (Paul Escoffier) tot wanhoop drijft. Voor straf neemt hij Henri’s auto in en zet hij zijn toelage stop. Dat weerhoudt Henri er echter niet van om een auto te stelen; hij heeft immers een afspraakje met een mooi meisje dat hij niet wil laten lopen! Een bende beruchte autodieven betrapt hem echter en Henri laat zich verleiden om zich aan te sluiten bij het zootje ongeregeld. Hij raakt bevriend met het jongste bendelid Jean (Raymond Galle), die behalve auto’s ook stropdassen ontvreemdt. Hij ontmoet bovendien de mooie Jeanette (Danielle Darrieux), Jeans jongere zus die als lokaas gebruikt wordt bij de criminele activiteiten. Als Henri ontdekt dat de bendeleider (Michel Duran) het minste werk doet maar het meeste geld opstrijkt, krijgt hij het met hem aan de stok en wordt hij samen met Jeanette op pad gestuurd om een gestolen wagen – waarmee geknoeid is – van Parijs naar Marseille te rijden.

‘Mauvaise graine’ was Wilders laatste Europese film. Toen de film in première ging, zat hij al in Hollywood. Het zou nog negen jaar duren, voordat Wilder weer plaats zou nemen op de regisseursstoel (voor ‘The Major and the Minor’, 1942). ‘Ik zag mezelf nog steeds niet als regisseur. Ik wist ook nog niet of ik het leuk vond om een film te regisseren. Maar met ‘Mauvaise graine’ had ik in elk geval het bewijs geleverd dat ik het wel kon.’ ‘Mauvaise graine’ werd gemaakt met een minimaal budget, wat er mede voor zorgde dat Wilder heel veel zelf moest doen. ‘Ik moest iedereen zijn; van producent tot scriptgirl. Ik was zelfs figurant. Niet omdat ik Hitchcock zo graag na wilde doen, maar omdat we ons simpelweg geen enkel extra lijf meer konden veroorloven.’ Wilder had geen soundstage tot zijn beschikking en schoot alle scènes die binnen plaatsvonden al improviserende in een omgebouwde autoshowroom. De achtervolgingen werden ‘live’ op straat opgenomen, met de camera vastgebonden achterop een vrachtwagen of in een auto. Dat levert best spectaculaire beelden op, zeker in het licht van de tijd gezien. De klassieke Hispanos, Studebakers en Buicks zijn voor de liefhebber sowieso een lust voor het oog.

Wilder laat hier al duidelijk zijn sporen na, niet alleen in de toon van de film, maar ook in het gewiekste scenario dat vol zit met aardigheidjes en running gags (de stropdassenfetisj bijvoorbeeld, maar ook het erbarmelijke rijden van een van de andere bendeleden). De ‘talkie’ had nog niet zo heel veel eerder zijn intrede gedaan en dat is te merken aan de acteerstijl, die weinig subtiel is. Maar echt storend is dat niet, daarvoor laat Wilder te veel gebeuren in zijn film. De omgang tussen de bendeleden en de al eerder genoemde achtervolgingsscènes zijn spectaculair en de thema’s die voorbijkomen – misdaad loont niet, van je fouten kun je leren, liefde overwint alles – mogen dan afgezaagd zijn, ze zijn prima op hun plek in dit vermakelijke tussendoortje, waar ondanks die beginnersfoutjes al onmiskenbaar een Billy Wilder-film in schuilgaat.

Patricia Smagge

Waardering: 2.5