Meet the Feebles (1989)

Regie: Peter Jackson | 92 minuten | actie, drama, komedie, oorlog, animatie, romantiek, fantasie, misdaad, musical, documentaire | Acteurs: Donna Akersten, Stuart Devenie, Mark Hadlow, Ross Jolly, Brian Sergent, Peter Vere-Jones, Mark Wright, Danny Mulheron, Doug Wren

Voor wie Peter Jackson louter kent van zijn gelauwerde ‘Lord of the Rings’-films zal een confrontatie met zijn eerdere werk op zijn zachtst gezegd verrassend overkomen. Jacksons eerste drie films lijken qua uiterlijk en stijl namelijk bijzonder weinig op zijn latere Oscarwinnende trilogie. De films zijn vulgair, politiek incorrect, en doorspekt met een flinke lading (zwarte) humor en gore.

Het begon in 1987 met zijn op (cult)festivals laaiend enthousiast ontvangen low-budget “splatterfilm” ‘Bad Taste’, waar Jackson samen met een stel vrienden vier jaar aan heeft gewerkt, en waarvoor hij zelf allerlei camera-apparatuur en rekwisieten in elkaar moest knutselen. De combinatie van humor en gore, duidelijk zijn oorsprong vindend in de ‘Evil Dead’-films van Sam Raimi, sloeg aan en in 1992 besloot Jackson dit hele concept nog eens dunnetjes, of zeg maar gerust moddervet, over te doen in zijn heerlijke over-de-top zombiefestijn ‘Braindead’ (ook bekend als ‘Dead Alive’).

‘Meet the Feebles’ is gemaakt in de tijd tussen ‘Bad Taste’ en ‘Braindead’ en heeft veel gemeen met deze films. Ook hier worden we weer geconfronteerd met kotsende, pissende, vloekende, gewelddadige personages, en uit elkaar spattende lichamen en ledematen. En ook hier is de film in essentie een komedie, vanwege de grappige uitlatingen en gedragingen van de personages en de waanzinnige gebeurtenissen in de film. Het grootste verschil met Jacksons andere gorefilms is dat de extreme, vuilspuiende personages in dit geval poppen zijn!

De poppen in Jacksons dolle, en dolkomische film zijn een soort tweederangs muppets die alles doen wat God verboden heeft: ze liegen en bedriegen, hebben kinky seks, schelden, drinken, spuiten, en schrikken zelfs niet terug voor moord. Maar afgezien hiervan is het een erg aangenaam stel onverlaten. Ook al zijn de figuren in beeld vaak interessant vanwege hun shock-waarde en humoristische ondertoon, er zijn opmerkelijk genoeg vele personages waar we tot op zekere hoogte sympathie voor ontwikkelen, en het is hier dat we één van Jacksons belangrijkste kwaliteiten kunnen waarnemen. Het genereren van toeschouwerbetrokkenheid is juist extra waardevol wanneer het gaat om personages of situaties die erg ver van de kijker af (lijken te) staan. Deze vaardigheid van Jackson is wat hem deels zo geschikt maakte voor de regie van ‘The Lord of the Rings’. Als we zelfs een noemenswaardige band kunnen opbouwen met de absurdistische poppen uit ‘Meet the Feebles’, dan is het niet zo gek dat Jackson zoveel leven wist te blazen in een geanimeerd wezen als Gollem.

‘Meet the Feebles’ begint in een betrekkelijke recht-toe-recht-aan wijze met het openingsnummer van de Feebles, net als bij de ‘Muppet Show’, waarbij de humor voortkomt uit de gezichtsuitdrukkingen en gedragingen van de poppen tijdens het openingsnummer. We zien een rasta-pop met zonnebril op een piano spelen, waar wat guitige kippen op zitten. De piano is omringd door allerlei andere poppen, zoals een bulldog, een olifant met een zweep, en wat stuiterende wuppies. En net als in de ‘Muppet Show’ verschijnt er al snel een pop die als ceremoniemeester fungeert; hier neemt Harry het konijn de kermit-rol voor zijn rekening. Het zwaarlijvige Nijlpaard Heidi is de ster van de show en is met haar roze uiterlijk en extreem hoge stem een duidelijke persiflage op Miss Piggy.

Maar zo onschuldig blijft het niet lang. Na Heidi’s laatste noot wordt ze op grove wijze beledigd door een rokende rat die SM-films produceert. Vanaf dat moment valt de kijker van de ene verbazing in de andere. We volgen Heidi naar de kamer van Bletch, de producent van de Feebles-show, waar we hem in een seksuele activiteit verwikkeld zien met een op zijn bureau liggende Siamese poes. Net wanneer hij “about to pop his cookies” is, klopt Heidi op de deur. Bletch, zo zien we later, zit in de drugshandel met ene Mr. Big, een soort walvis met een gigantische bek. Tegen het einde van de film gaat Bletch hem met een gewapende bende opzoeken bij de pier, om zijn onderdanen te liquideren. Dus, als je wil weten hoe maffiamuppets er uitzien, hier is je kans. Maar praktisch ieder personage heeft zijn eigen achtergrond en subplot. Zo heeft Heidi een minderwaardigheidscomplex en troost ze zich met flinke hoeveelheden gebak en taart. Harry het konijn, vervolgens, doet de reputatie van zijn soort eer aan door met elk koormeisje het bed te delen, terwijl een achterbakse strontvlieg, die de term riooljournalistiek een nieuwe dimensie geeft, gretig gebruik van het gerucht dat Harry AIDS zou hebben.

Erg op de lachspieren werkend is de aan coke verslaafde, en door de Vietnamoorlog getraumatiseerde kikker Wynard. Zijn act in de show is messen werpen, maar het wordt al snel duidelijk waarom het niet verstandig is om zo’n labiel figuur met scherpe voorwerpen te laten gooien. En zijn flashback naar de Vietnamoorlog, met een aan ‘The Deerhunter’ refererende russische roulette-scène, is werkelijk hilarisch.

Aandoenlijk is het stekelvarken Robert, die dolgraag onderdeel wil uitmaken van ‘The Feebles’ en verliefd wordt op koormeisje (poedel) Lucille. Hij is erg verlegen en praat een beetje als Elmer Fudd (zijn eigen naam spreekt hij uit als “Wobert”). De stemmen vormen overigens een onderdeel van de humor. Er passeren allerlei verschillende soorten stemmen en accenten de revue: deftig, plat, Engels, Frans, Nieuw-Zeelands, je oren worden constant geprikkeld.

Wat inhoudelijk nog de moeite waard is, is de kritiek op het overdreven aanbidden van sterren, en de uitbuiting van deze cultuur door paparazzi. Afgezien hiervan zit er weinig diepte in, maar dit is geen groot probleem. Het gaat om het buitenzinnige karakter van de film. Verder is er ook niet veel overkoepelend verhaal aanwezig. Het is meer een serie reportages van wat er achter de schermen gebeurt. Toch werkt alles en iedereen toe naar de première en worden er vrij veel personages ontwikkeld.

Maar hoe veel ontwikkeling er ook in zit, de film voelt wat langdradig aan. Het is nu eenmaal moeilijk om pratende, en op kleine schaal opererende poppen lang boeiend te houden. Ook neemt de shockwaarde hierdoor gaandeweg af. Het einde maakt wel weer veel goed, maar het middenstuk had efficiënter gemonteerd kunnen worden. Verder blijft deze film natuurlijk een vreemde eend in de bijt, en zal de humor niet iedereen aanspreken. Voor de liefhebber van absurde films is ‘Meet the Feebles’ echter op zijn minst het kijken waard. Het is hoe dan ook een ontmoeting die je niet snel zult vergeten.

Bart Rietvink