Michael Moore Hates America (2004)
Regie: Michael Wilson | 94 minuten | documentaire | Met: Andrew Breitbart, Peter Damon, Dinesh D’Souza, Sandra Froman, Carr Hagerman, David Horowitz, Jan Jacobson, Penn Jillette, Albert Maysles, Christopher Ohlsen, JC Watts, Michael Wilson
Filmmaker Michael Moore mag dan veel medestanders hebben, hij heeft minstens zo veel tegenstanders. Met zijn manipulatieve manieren om zijn standpunten kracht bij te zetten, jaagt hij vele – hoofdzakelijk conservatieve – Amerikanen tegen zich in het harnas. Daarbij gaat hij ook nog eens bijzonder creatief te werk in de montageruimte, waar hij fragmenten zodanig uit elkaar knipt en weer aan elkaar plakt dat ze precies datgene zeggen wat hij wil. Moore houdt diep van binnen absoluut van Amerika, maar is niet te spreken over de richting die zijn land sinds de jaren tachtig – en het presidentschap van Ronald Reagan – is ingeslagen. Een kritisch geluid vanuit linkse hoek mag je natuurlijk best laten horen – graag zelfs – maar de manier waarop Moore zijn punt wil maken is niet altijd even moreel verantwoord. Dat lang niet iedereen zo over zijn vaderland denkt als Moore, laat Michael Wilson zien in zijn documentaire ‘Michael Moore Hates America’ (2004). Wilson geeft Moore een koekje van eigen deeg. Met vrijwel dezelfde stijlmiddelen tracht hij de hypocrisie van Moore bloot te leggen. En hoewel ‘Michael Moore Hates America’ amateuristischer in elkaar steekt dan pak ‘m beet ‘Fahrenheit 9/11′ (2004) en het moet stellen met heel wat minder sjeu, weet Wilson op een heel aardige manier duidelijk te maken waarom Michael Moore’s oeuvre met een korreltje zout genomen moet worden.
Bij een titel als ‘Michael Moore Hates America’ zie je een documentaire voor je die gemaakt is door iemand uit de conservatieve hoek. Een overdreven vaderlandslievende film waarin de traditionele waarden van de Amerikaanse samenleving worden verheerlijkt, waarin vlaggen en vaandels worden gehesen en ‘The Star Spangled Banner’ volop klinkt. Michael Wilson is echter niet bepaald een doorsnee conservatief. Sterker nog, hij is helemaal geen conservatief. Hij noemt zichzelf liever een liberaal (‘met een kleine l’). Michael Moore raakte met zijn documentaires niet alleen conservatief Amerika in zijn hart, zo mag duidelijk zijn. Voor Wilson was de speech die Moore hield na het winnen van de Oscar voor beste lange documentaire (‘Bowling for Columbine’, 2003) de druppel: hij besloot een ’tegendocumentaire’ te maken. De titel ‘Michael Moore Hates America’ is een beetje misleidend, geeft Wilson zelf ook toe (hij durft hem zelfs niet aan al zijn geïnterviewden te vertellen omdat hij bang is dat ze bij het horen van de titel dicht zouden klappen). Wilson koos de titel echter bewust, vanwege de ironie en om te provoceren, en maakte zeker geen film waarin haat uitgedragen wordt. Slechte grappen ten koste van Moore zul je dan ook niet vinden in deze documentaire.
In plaats daarvan bestrijdt Wilson Moore met zijn eigen wapens. Rode draad vormt de (vergeefse) zoektocht van de regisseur naar Moore, in de hoop hem rechtstreeks enkele vragen te kunnen stellen en hem te kunnen confronteren met de schaduwzijde van zijn handelswijze. Hij probeert de dialoog op te zoeken. Moore gebruikte die vorm zelf eerder in ‘Roger & Me’ (1989). Het is niet het enige wapenfeit dat door Wilson gekopieerd wordt. Zijn stijl is vrijwel een kopie van die van Moore; een slimme zet van de regisseur, omdat medestanders van Moore hem nu niet kunnen betichten van eenzijdige journalistiek. Hij doet immers precies hetzelfde als hun idool. Hij vraagt mensen naar hun mening over Moore. De geïnterviewden hebben diverse politieke achtergronden; de conservatieven Dinesh D’Souza, Andrew Breibart en David Horowitz krijgen tegengas van liberalen als de redacteuren van een linksgeoriënteerd tijdschrift in Flint (de stad die Moore zijn thuisbasis noemt) en de befaamde documentairemaker Albert Maysles. Allen hebben zo hun bedenkingen bij de manier waarop Moore te werk gaat. De meest uitgesproken is de schreeuwerige Penn Jillette, presentator van het satirische politieke programma ‘Bullshit’.
De ambitieuze Wilson, die de film draaide van zijn eigen spaargeld, zocht verder mensen op die aan kunnen tonen hoe Moore de boel verdraaid heeft. Bijvoorbeeld de medewerkers van de bank waar hij opnamen maakte, om daarna triomfantelijk met een geweer naar buiten te lopen – om aan te tonen hoe gemakkelijk het in Amerika is om een geweer te verkrijgen). Gelukkig stelt Wilson hier ook een kritische vraag waarom er in de VS een bank is waar je een geweer krijgt als je een rekening afsluit. Effectiever is Wilsons bezoek aan veteraan Peter Damon, die in de oorlog in Irak zijn beide armen verloor. Moore gebruikte beeldmateriaal van NBC (waarin een nieuw medicijn werd aangeprezen), waarin Damon te zien is terwijl hij in een ziekenhuis hersteld van zijn verwondingen, in ‘Fahrenheit 9/11′. Wilson toont Damon thuis met zijn gezin. Hij geniet van het leven en draagt zijn oorlogswonden met trots, maar is verbolgen over het feit dat Moore hem heeft uitgebuit voor zijn film. “Ik wil geen deel uitmaken van je propaganda,” spreekt hij Moore rechtstreeks toe. Hier verrast Wilson zijn publiek opnieuw, als hij vraagt of Damon vindt dat Moore wel het recht heeft om zijn film te maken. “Dat is de reden waarom we ten strijde trekken – om zijn recht om een film te maken te verdedigen.”
Gezien zijn bescheiden budget heeft Michael Wilson een heel aardige film gemaakt, waarin de morele ethiek van Michael Moore aan de kaak wordt gesteld. Een film als deze had makkelijk kunnen uitmonden in een partijtje moddergooien, maar Wilson staat daar godzijdank boven. In plaats daarvan toont hij aan dat Moore er niet altijd even correcte handelswijzen op nahoudt en hij door creatief monteren zijn publiek manipuleert en stuurt. Het beeld dat Moore de wereld instuurt van Flint, Michigan (waar hij overigens helemaal niet blijkt te wonen) is eveneens vertekend. In plaats van een hel op aarde is de stad namelijk hard bezig de draad weer op te pakken na het sluiten van de fabriek van General Motors. Mensen nemen het heft in eigen handen en zorgen voor hun eigen geluk en welvaart. En laat dat nou net de boodschap zijn van Michael Wilson: in Amerika kun je het ver schoppen door hard werken en een optimistische instelling. Wilson zelf en ook Michael Moore zijn daar het levende bewijs van. Michael Wilson bestrijdt Michael Moore met zijn eigen wapens en dat is wat deze film de moeite waard maakt. Ook al ligt het tempo lager dan in een Moore-film, ziet het er allemaal wat minder gelikt uit en is er minder humor om de trein rijdende te houden.
Patricia Smagge