Miséricorde (2024)
Regie: Alain Guiraudie | 102 minuten | komedie | Acteurs: Félix Kysyl, Catherine Frot, Jean-Baptiste Durand, Serge Richard, Jacques Develay, David Ayala, Tatiana Spivakova, Elio Lunetta, Sébastien Faglain, Salomé Lopes, Luis Serrat, Sandra Marinho De Oliveira
Iedereen kan na een gruwelijke misdaad met zichzelf in het reine komen, meent een van de hoofdpersonages in het Franse zwartkomische misdaaddrama ‘Miséricorde’ (2024). ‘U ziet toch al die volkeren die lijden, de hongerende kinderen? De daklozen in steden? De wereld gaat ten onder. Ook al is de planeet binnenkort mogelijk onleefbaar, toch gaan mensen naar de bioscoop en naar het voetbal. We zijn allemaal verantwoordelijk en dat weten we. De dood is niet zo erg. Aan al het leven komt een einde. Wanneer dan ook, en of je oud of jong bent, ziek of gezond. We hebben onverwachte overlijdens nodig, ongelukken… We hebben moorden nodig.’ Probeert hij hier nu zijn straatje schoon te vegen en wandaden te rechtvaardigen? Het is een van de zeldzame momenten dat een van de personages het achterste van zijn tong laat ziet, want het verleden en de motieven van het bonte en enigmatische gezelschap blijven grotendeels in nevelen gehuld.
Het woord ‘Miséricorde’ komt uit het Latijn en betekent zoiets als ‘mededogen’, begrip en empathie hebben voor iemand voorbij elke vorm van moraliteit. Wat iemand ook op zijn kerfstok heeft, het wordt met de mantel der liefde bedekt. De term, die doorgaans in een religieuze betekenis wordt gebruikt en hier evenzo, dekt de lading van deze onderkoelde film van schrijver en regisseur Alain Guiraudie uitstekend. Het draait allemaal om Jérémie (Félix Kysyl), een dertiger die jaren geleden naar de grote stad (in dit geval Toulouse) is verhuisd, maar vanwege een begrafenis terugkeert in het dorpje waarin hij opgroeide. De film opent met de rit die hij maakt, over steeds smaller wordende weggetjes en paadjes zoals je die alleen in Frankrijk ziet. We zien de bestuurder niet, want we kijken met hem mee door de voorruit. Guiraudie laat hier bewust de omgevingsgeluiden weg, we horen slechts het geloei van de motor en vaag en gedempt op de achtergrond iets wat de autoradio moet zijn. Deze openingsscène is een dubbele voorbode; het spel van bepaalde geluiden waar de regisseur de nadruk op legt komt later nog geregeld terug, maar daarnaast heeft de autorit iets dreigends en onheilspellends waardoor we direct op onze hoede zijn. Het moge duidelijk zijn dat de Fransman zich heeft laten inspireren door de master of suspence, Sir Alfred Hitchcock.
De overleden man is Jean-Pierre, de bakker van het dorp – je kent ze wel, die klassieke minuscule Franse gehuchtjes waar niet veel meer is dan een kerk, een boulangerie en een café – en de vader van een vroegere jeugdvriend van Jérémie, Vincent (Jean-Baptiste Durand, met boksersneus en boeventronie). Vincent stelt zich echter vijandig op tegenover de bezoeker, in tegenstelling tot zijn moeder Martine (Catherine Frot), die gelijk maar even polst of hij de bakkerij niet zou willen overnemen. Waar Vincent zijn oude vriend liever vandaag nog ziet vertrekken, biedt Martine hem een slaapplaats aan. Hoe de verhoudingen onderling liggen en wat er in het verleden is voorgevallen, blijft onduidelijk. Vincent meent dat Jérémie zo lang blijft plakken omdat hij met zijn moeder naar bed wil, maar de manier waarop de indringer naar een oude foto van Jean-Pierre in zwembroek kijkt, doet vermoeden dat juist iets speelde met Vincents vader. In de kleine dorpsgemeenschap zorgt Jérémies aanwezigheid in elk geval voor veel opschudding. De plaatselijke pastoor (Jacques Develay) blijkt mateloos in de jongeling geïnteresseerd, maar Jérémie voelt zich op zijn beurt aangetrokken tot de smoezelige Walter (David Ayala), een nietsnut die de boerderij van zijn familie heeft geërfd en de hele dag weinig anders doet dan pastis drinken in zijn hemd. Maar zodra Vincent opduikt, lopen de gemoederen hoog op, zeker als Jérémie geen aanstalten maakt om te vertrekken. Als Vincent plotseling verdwijnt, komt Jérémie in een netelige situatie terecht – tot hij zich realiseert dat zijn charme de weg naar zijn verlossing kan zijn.
‘Miséricorde’ is een mateloos intrigerende film die zich niet in een hokje laat stoppen en waarover we niet heel veel meer kunnen vertellen zonder te spoileren. Wie ‘L’inconnu du lac’ (2013) van dezelfde regisseur heeft gezien, weet een beetje welke thema’s je hier ook kunt verwachten: (homo-)erotische verlangens (al zijn ze hier beduidend minder expliciet dan in ‘L’inconnu du lac’), schuld, schaamte en moraliteit. Wat de film zo intrigerend maakt, is het geheimzinnige gedrag van de personages. Waarom is Vincent zo wantrouwig richting zijn oude jeugdvriend? Waarom lijkt het Martine niet te deren dat Jérémie schijnbaar een verhouding heeft gehad met haar zojuist overleden echtgenoot? En waarom blijft Jérémie toch zo lang plakken in het dorp; hij is toch niet voor niets weggegaan? De tegen het absurdistische aanhikkende personages lijken zo weggelopen te zijn uit het universum van Alex van Warmerdam; de mysterieuze en engelachtige Jérémie van wie je niet precies weet of hij een onschuldig lustobject is of juist degene die aan de touwtjes trekt; de bonkige Vincent die als een dolle stier middenin de nacht aan Jérémies bed staat om hem de stuipen op het lijf te jagen; de morsige en boerse Walter die onverhoeds verlangens blijkt te kunnen aanwakkeren en dan de pastoor die als een volleerd speurneus telkens op de juiste plek opduikt en vragen stelt waarvan hij de antwoorden eigenlijk allang kent. Stuk voor stuk worden ze overtuigend geportretteerd door de – op Frot na – relatief onbekende cast.
De komische noot in deze film ligt er niet duimendik op, je moet het erin wíllen zien. Bijvoorbeeld in de eindeloze zoektocht naar paddenstoelen in het in werkelijk schitterende herfstkleuren gehulde bos nabij het dorp (fraai geschoten door de ervaren cinematograaf Claire Mathon). Met name de gewilde morieljes blijken een belangrijke rol te spelen in het verhaal. Ook het vrij onnozele duo politieagenten, dat de verdwijning van Vincent onderzoekt, zorgt voor een droogkomische touch. Net als de verklaringen die de hoofdverdachte in de zaak geeft, die elke keer net weer even anders zijn, waardoor het web van leugens en bedrog steeds meer in de knoop raakt. En dan is er pastoor Philippe die een allesbepalende bijdrage levert aan het verhaal. Als metafoor voor de kerk als geheel, die al een paar duizend jaar misstanden vergoelijkt en allerlei gruwelijkheden met de mantel der liefde bedekt, is de pastoor hier de alwetende die het verhaal zo weet te sturen en de draaien dat hij er zelf beter van wordt. Guiraudie verpakt die religieuze huichelarij op zo’n manier in zijn verhaal, dat er niet aan te ontkomen valt.
Het ene moment sta je stijf van de spanning, het andere moment tovert de droogkomische ondertoon een glimlach op je gezicht. Maar geïntrigeerd ben je altijd met ‘Miséricorde’, de meest toegankelijke film van Alain Guiraudie tot nu toe. Dit mysterieuze, zwartkomische misdaaddrama hopt van het ene genre naar het andere zonder dat er een duidelijke overgang merkbaar is. De constante onderhuidse spanning, onderdrukte seksuele verlangens en duistere motieven van de personages doen denken aan Guiraudies grote voorbeeld Hitchcock – en dat compliment mag hij zeker in zijn zak steken!
Patricia Smagge
Waardering: 4
Speciale vertoning: IFFR 2025
Bioscooprelease: 6 februari 2025