Mishima: A Life in Four Chapters (1985)

Regie: Paul Schrader | 121 minuten | drama, biografie | Acteurs: “Ken Ogata, Masayuki Shionoya, Hiroshi Mikami, Junya Fukuda, Shigeto Tachihara, Junkichi Orimoto, Naoko Otani, Gô Rijû, Masato Aizawa, Yuki Nagahara, Kyuzo Kobayashi, Yuki Kitazume, Haruko Kato,Yasosuke Bando, Hisako Manda”

Het is 25 november 1970. Nadat hij zich zorgvuldig heeft geschoren en op het terras van zijn villa op zijn gemak koffie heeft gedronken, hult de schrijver Yukio Mishima (Ken Ogata) zich in een fraai, smetteloos militair uniform. Het is het uniform dat hij voor zichzelf en zijn privéleger heeft ontworpen. Als hij wordt opgehaald door vier van zijn getrouwen ontspint zich in de auto een discussie. Zijn getrouwen willen hem allen volgen in zijn eervolle dood, als het tenminste zover moet komen, Mishima wil echter dat ze zich vasthouden aan het plan. Van hun heroïsche daad en zijn glorierijke dood kan alleen verslag worden gedaan als ze niet net zoals hij van plan is te gaan doen bij een eventuele mislukking, rituele zelfmoord plegen.

In een uiterste poging om de oude Japanse tradities en waarden te verdedigen tegen de corrumperende werking van het grote geld en andere westerse invloeden gijzelen Mishima en zijn mannen de generaal van een militair garnizoen. Mishima wil de verzamelde manschappen toespreken in de hoop dat ze zich daarna bij zijn idealistische beweging zullen aansluiten. Voordat ze bij het garnizoen aankomen, is in flashbacks te zien hoe Mishima als jongetje gedwongen wordt om te kiezen tussen de liefde voor zijn moeder en zijn grootmoeder, hoe hij tijdens zijn adolescentie en vroege volwassenheid in het reine probeert te komen met zijn homoseksuele en masochistische gevoelens en hoe hij er tenslotte in slaagt om een van de meest gevierde schrijvers van zijn land te worden.

Het leven van Yukio Mishima (1925-1970) is al niet doorsnee te noemen, de manier waarop hij tot zijn spectaculaire, rituele zelfmoord is gekomen en wat daaraan vooraf is gegaan, gaat elke fantasie te boven. Op een gepast afstandelijke, vervreemdende manier geeft Schrader inzicht in het werk en leven van deze publieke figuur en laat zo zien hoe hij tot zijn ultieme poging is gekomen om kunst en daden samen te laten smelten.

Door de film in vier hoofdstukken in te delen, voorzien van titels uit Mishima’s literaire werk, en door verschillende kleuren voor de verschillende onderdelen uit diens leven te gebruiken (de tegenwoordige tijd is in kleur gefilmd, het verleden in zwart/wit en de toneelmatige autobiografische elementen uit zijn werk in harde, onwerkelijk aandoende kleuren) schetst Schrader een gefragmenteerd beeld van deze man, dat vreemd genoeg toch een harmonieus geheel vormt, alle puzzelstukjes passen uiteindelijk mooi in elkaar. En ook al blijf je als kijker op die manier op afstand, je hebt wel het gevoel dat je deze man en de unieke manier waarop hij zijn kunstopvatting doorvoert in alle facetten van zijn leven, beter kunt begrijpen.

Ken Ogata weet als Mishima in de bloei van zijn leven precies de juiste toon te treffen. Hij is charmant en charismatisch, je gelooft meteen dat hij mensen aan zich weet te binden die hem desnoods in de dood willen volgen, maar hij is ook huiveringwekkend fanatiek in wat hij tot stand wil brengen, in het najagen van esthetiek, zij het in opvattingen, zij het in het leven of in de kunst. Tegelijkertijd vermoed je achter zijn flamboyante uiterlijk de verwarring en de kwetsbaarheid die concreet worden weergegeven in de gestileerde toneeldecors met de harde kleuren. Zo wordt Mishima’s leven op aangrijpende wijze navoelbaar, hoezeer hij in een eigen universum leeft dat nu eens sprookjesachtig mooi is, dan weer zo duister als een nachtmerrie, maar altijd prachtig om te zien en gevat in fraaie, poëtische bewoordingen.

Diana Tjin-A Cheong