Mocros (2011)

Regie: Roy Dames | 75 minuten | documentaire

Het is een bekend fenomeen dat documentairemakers soms zo betrokken raken bij hun onderwerp, dat ze deze personen blijven volgen. De Britse Phil Grabsky volgde bijvoorbeeld jarenlang het Afghaanse jongetje Mir, wat resulteerde in twee documentaires: ‘The Boy Who Plays on the Buddhas of Bamiyan’ (2004) en ‘The Boy Mir’ (2011). Ook in Nederland zijn er voorbeelden: Marijke Jongbloed bijvoorbeeld, die al in de jaren tachtig begon met het filmen van jonge balletdansers en -danseressen. Dit engagement leverde een mooi drieluik op, dat Jongbloed in 2011 afrondde met ‘Dans voor het leven’. Ook Roy Dames is zodanig geïnteresseerd in de mensen die hij filmt, dat hij er niet een maar twee documentaires aan wijdt. En terecht. De Rotterdamse jongeren in zijn documentaire ‘Ik ben Mohammed’ (2005), die misschien wel model staan voor een hele generatie Marokkanen in Nederland, verdienden meer schermtijd dan ze in die korte, voor een Gouden Kalf genomineerde, documentaire krijgen. Al is het alleen maar om meer bewustzijn te creëren voor de problemen, al dan niet zelf veroorzaakt, waarmee deze Marokkaanse tieners geconfronteerd worden.

Vier kogels: twee voor zijn oudere broer en twee voor zijn zwager. Het leven in Nederland is voor Tomaz niet makkelijk geweest. Na de moord op zijn broer, waarvan hij praktisch getuige is geweest, ging het met Tomaz helemaal verkeerd. ‘Mocros’ laat een rauw en onopgesmukt beeld zien van deze ontspoorde jongeman. Hoewel Roy Dames niet oordeelt, maar slechts zijn camera laat registreren, zullen er weinig kijkers zijn die bij de gepeperde uitspraken van de ex-gevangene geen mening zullen hebben over Tomaz als hij grijnst: “Op school haalde ik kwajongensstreken uit. Nu een leveltje hoger, hè.”

Ook Soufian wordt op eerlijk wijze, dicht op de huid gefilmd. Hij is een jongen die wel wil, maar die zijn draai maar moeilijk kan vinden. Na een afgeronde opleiding electrotechniek zit hij samen met zijn beste vriend Hamid op een kappersopleiding (zoals ook in ‘Ik ben Mohammed’ getoond wordt), maar in ‘Mocros’ zien we dat hij het inmiddels alweer over een andere boeg heeft gegooid. Hij wil manager worden en schrijft zich in voor een opleiding op het ROC Zadkine, maar kan bij het intakegesprek moeilijk onder woorden brengen wat zijn motivatie is. Het komt er op neer dat hij geld wil verdienen, snel rijk wil worden. Maar als het vinden van een bijbaantje voor deze jongeren al zoveel problemen oplevert (alle grote supermarkten wijzen ze af, bij uitzendbureau’s krijgen ze nul op het rekest), hoe moet dat dan als ze carrière willen maken? Hamid krijgt een baantje bij een dierenwinkel gespecialiseerd in vissen, waar elke jongere blij mee zou zijn, maar reageert eigenlijk alsof hij wc’s moet schoonmaken. “Als ik de mensen niet aardig vind, dan kan ik toch stoppen?” reageert hij later voor de camera. Nourdinne geeft in een gesprek met een uitzendbureau toe dat het werk dat hij via hen kreeg te lastig was om te bereiken met het openbaar vervoer, dus besloot hij maar niet op te komen dagen. “Dus ik dacht, weet je, laat maar.”

Rijk worden, die wens is eigenlijk wat het gros van de gefilmde Marokkaanse jongeren gemeen heeft. Velen van hen zijn van mening dat een gewone baan hen niet snel genoeg een vette bankrekening oplevert. Daarom kiezen ze maar de kant van de criminaliteit. Het is frustrerend om te zien dat een jongerenwerker tegen een muur van onbegrip moet vechten wanneer hij een zeventienjarige Marokkaan ervan probeert te overtuigen dat na de huidige studie een vervolgstudie een reële optie is.

Er is wel heel veel overlap tussen ‘Ik ben Mohammed’ en ‘Mocros’, maar voor wie die eerste documentaire niet gezien heeft of al wat is weggezakt, is ‘Mocros’ de moeite van het kijken waard. De filmmaker volgt de jongens tot in Marokko, waar ze op familiebezoek gaan. En dat maakt duidelijk dat ze zich ook daar als een vis op het droge voelen. Ze zijn daar net zo goed toerist als de gemiddelde Nederlander die ’12 dagen sprookjesachtig Marokko’ boekt. Dames biedt geen oplossingen, maar registreert slechts. En dat is eigenlijk ook de enige juiste aanpak. Hoe deze problematiek opgelost moet worden, daar gaan vast nog generaties over nadenken. Het is wel fijn om te zien dat er altijd hoop is. Ook voor jongens als Tomaz.

Monica Meijer

Waardering: 3

Bioscooprelease: 10 november 2011