Monkey Business (1952)

Regie: Howard Hawks | 97 minuten | komedie, science fiction | Acteurs: Cary Grant, Ginger Rogers, Charles Coburn, Marilyn Monroe, Hugh Marlowe, Henri Letondal, Robert Cornthwaite, Larry Keating, Douglas Spencer, Esther Dale, George Winslow

In 1952 kwamen er vlak achter elkaar twee films met Marilyn Monroe in de bioscopen. ‘Don’t Bother to Knock’ verscheen in juli, om slechts twee maanden later te worden opgevolgd door ‘Monkey Business’. Van overexposure van de wulpse actrice was echter geen sprake, aangezien de rollen die ze in de films speelde behoorlijk van elkaar verschilden. In het drama ‘Don’t Bother to Knock’ speelde ze de hoofdrol, een vrouw die net uit een inrichting is ontslagen. In de komedie ‘Monkey Business’ lag haar (kleine) rol als aantrekkelijke secretaresse van een wetenschapper veel dichter bij het imago waarmee ze uiteindelijk bekend werd; dat van het domme blondje. En dat terwijl Monroe veel meer te bieden had dan dat. ‘Monkey Business’ opende echter wel deuren voor de actrice, vooral dankzij regisseur Howard Hawks. Met hem zou Monroe een jaar later definitief haar naam vestigen met de film ‘Gentlemen Prefer Blondes’.

In ‘Monkey Business’ was er dus nog geen hoofdrol voor Marilyn weggelegd. Die eer ging naar Cary Grant en Ginger Rogers, twee acteurs die hun sporen in 1952 al lang en breed verdiend hadden. Zij spelen het echtpaar Barnaby and Edwina Fulton. Barnaby is een sullige en saaie wetenschapper die bezig is een elixer te ontwikkelen waarmee mensen hun jeugd terug kunnen krijgen. Hij probeert de brouwsels uit op chimpansees, maar zonder succes. In een onbewaakt ogenblik ontsnapt een van de apen. Het beest gaat zelf in de weer met de ingrediënten en per ongeluk komt een en ander in de tank met drinkwater terecht. Dat heeft uiteraard grote gevolgen. Als Barnaby het water drinkt, wordt hij inderdaad ineens jaren jonger. Hij gedraagt zich als een tiener, koopt snelle sportwagens en flirt met de wulpse secretaresse van zijn baas. Verrassend genoeg zit zijn vrouw Edwina daar niet mee. Sterker nog, ze besluit het drankje zelf ook maar eens uit te proberen, met alle gevolgen van dien.

Regisseur Howard Hawks staat vooral bekend om zijn uitstekende screwball comedies, waaronder ‘His Girl Friday’ en ‘Bringing Up Baby’ (beiden eveneens met Cary Grant). Ook ‘Monkey Business’ is in dat genre in te delen, maar moet het toch afleggen tegen deze films. Desondanks is ‘Monkey Business’ een feest om naar te kijken. Alleen al de aanwezigheid van Cary Grant, een van de beste (komedie-) acteurs allertijden, maakt de film de moeite waard. De film is levendig en energiek, weliswaar soms wat over the top maar dat doet niets af aan het amusementsgehalte. Het is jammer dat Marilyn Monroe zo’n kleine rol heeft. Ze was misschien niet de beste actrice die Hollywood rijk was, maar beschikte wel degelijk over een uitstekende komische timing zoals ze later bewees in haar beste film, ‘Some Like It Hot’. Ginger Rogers is degelijk, maar kwam beter tot haar recht naast Fred Astaire. Charles Coburn steelt als Barnaby’s norse baas Oxley de show in de grappigste scène van de film, die hij deelt met Monroe.

De reden waarom ‘Monkey Business’ toch niet helemaal uit de verf komt is de lengte van de film. Het script – geschreven door een dreamteam van schrijvers bestaande uit Ben Hecht, Charles Lederer en I.A.L. Diamond, drie grootmachten in het genre van de screwball comedy – zit goed in elkaar en 97 minuten lijkt misschien niet zo lang, maar het plot is te mager om het als zodanig uit te rekken. Het gevaar van een herhaling van zetten ligt op de loer. Maar hoewel zowel Grant en Monroe als regisseur Hawks (veel) beter werk hebben afgeleverd, biedt ‘Monkey Business’ toch een heerlijk avondje vermaak.

Patricia Smagge