Mother India – Bharat Mata (1957)
Regie: Mehboob Khan | 175 minuten | drama, musical | Acteurs: Nargis, Sunil Dutt, Raaj Kumar, Rajendra Kumar, Kanhaiyalal, Jilloo Maa, Kumkum
‘Mother India’: een betere titel is bijna niet denkbaar. Zowel inhoudelijk als filmhistorisch dekt de titel de lading voortreffelijk. Inhoudelijk, omdat de film handelt over een vrouw, en moeder, die symbool staat voor de kracht, eer, en onafhankelijkheid van het Indiase volk, en zo tegelijk als een letterlijke en een figuurlijke moeder figureert. En filmhistorisch, omdat ‘Mother India’ zo succesvol en invloedrijk was, dat de film als moeder van de Bollywoodfilm kan worden beschouwd.
Het is niet moeilijk in te zien waarom de film zo inspirerend heeft gewerkt. Het verhaal weet de (arbeidersklasse van) het Indiase volk hoop te geven door de manier waarop de simpele arbeider voor vol wordt aangezien. Verder wordt de waardigheid van het volk als geheel benadrukt. Een volk dat over zichzelf (en het eigen land) kan beschikken en niet onderdanig hoeft te zijn aan onderdrukkende overheersers. Het is vanaf het begin van de film duidelijk bij wie de sympathie van de filmmaker(s) ligt. Radha (en daarmee tegelijk het Indiase volk) wordt neergezet als degene met de morele waarheid aan haar zijde. Zij is degene die laat zien echt karakter en doorzettingsvermogen te hebben.
Het begint al bij haar huwelijk. Als kersverse bruid is ze al direct, aan de zijde van haar man, op het land te vinden, terwijl een nieuwe bruid eigenlijk niet zo hard hoort te werken. Radha is echter volhardend en principieel. We zien haar werken zo hard als een os; wat vrij letterlijk het geval is, wanneer één van hun ossen overlijdt en zij zelf met de ploeg op haar nek over het land struint. Ze wenst geen steekpenningen of liefdadigheid te ontvangen van de achterbakse geldlener Sukhilala, maar blijft volledig zelf voor haar gezin zorgen, tevens pogend de schulden (van haar schoonmoeder) die al bij deze schurk openstaan, terug te betalen.
Haar trots en gevoel van eigenwaarde gaan zo ver dat ze op een gegeven moment zelfs (bijna) het leven van haar kinderen op het spel zet. Je kunt je afvragen of deze prijs (of dit risico) niet te hoog is. Waardigheid is een groot goed, maar zoals de film ‘Grave of the Fireflies’ zo krachtig duidelijk maakt, kan een te erg vasthouden aan trots fatale gevolgen hebben. In ‘Mother India’ gaat het gelukkig goed. Radha weet het land goed te bebouwen en ook weet ze haar mededorpelingen na een hevige regenval en overstroming ervan te overtuigen hun eigen land (het India dat hun toebehoort) niet te verlaten, en de handen ineen te slaan. Ze weet India hoop te geven, wat direct getoond wordt middels een overhead shot van de verzamelde bevolking die samen het (topografische) India vormen met hun lichamen.
Het tweede deel wordt wat subtieler en krijgt dimensies van een Griekse tragedie. Radha’s rebelse zoon Birju heeft van jongs af aan een grote haat jegens Sukhilala, en wil hem zelfs vermoorden, alsmede zijn dochter ontvoeren. Dit zorgt voor een intern moreel conflict bij Radha. Enerzijds heeft ze voor haar kind alles over, maar er zijn ook grenzen, ingegeven door sociale codes, eer, en fatsoen. Moord en ontvoering zijn niet de manier om respect te verdienen. Hoewel Sukhilala een grote schurk is, is Birju hier toch ook een klein duiveltje geworden (of liever, gebleven), en dit stelt Radha voor een moeilijke keuze.
Diegene die zich puur op deze betekenisvolle thematiek van de film richt, en geniet van het krachtige spel van Nargis, die de hele film op haar schouders draagt, zal in ‘Mother India’ een inspirerende en ontroerende film vinden. Het probleem is alleen, dat dit behoorlijk moeilijk wordt gemaakt. Om te beginnen wordt het verhaal niet bepaald efficiënt verteld. De film had zeker drie kwartier korter kunnen zijn. Zo komen er vrij veel loze stukken of onnodige herhalingen in de film voor. De confrontaties tussen Birju en Sukhilala worden bijvoorbeeld te veel herhaald, en subplotjes als Birju die de “watermeisjes” pest, krijgen ook te veel aandacht.
Nog vervelender is het gehalte aan “overacting” en de komische inslag van de film. Gezichtsuitdrukkingen, handelingen, en complete scènes zijn vaak dermate overdreven dat deze afleiden van de kijkervaring, en de kijker ofwel in lachen doen uitbarsten, ofwel te erg irriteren. De “brede”, komische stijl van de film gaat soms ten koste van de tragiek en dramatiek. Hiervoor zorgen de vaak erg simpel geschetste personages, het overdreven acteerwerk, en het Eisenstein-achtige montagewerk (dat soms wel weer effectief is).
Hiertegenover staan, zoals gezegd, het sterke acteerwerk van Nargis, de krachtige thematiek, en de epische reikwijdte. O ja, en de liedjes. Want, “hoe kan dit de moeder aller Bollywoodfilms zijn zonder zang en dans?”, zul je je misschien hebben afgevraagd. Treur niet, want dit aspect is uitstekend vertegenwoordigd, met goed geplaatste, relevante en vakkundig uitgevoerde liedjes.
Een sterke film dus, maar met zeker wat haken en ogen. Het is uiteindelijk aan de kijker om te ervaren welke aspecten van de film zwaar wegen, en welke naar de achtergrond verdwijnen in de beoordeling van de film.
Bart Rietvink