Mother of Tears – La terza madre (2007)

Regie: Dario Argento | 98 minuten | horror | Acteurs: Asia Argento, Cristian Solimeno, Adam James, Moran Atias, Valeria Cavalli, Philippe Leroy, Daria Nicolodi, Coralina Cataldi-Tassoni, Udo Kier, Robert Madison, Jun Ichikawa, Tommaso Banfi, Paolo Stella, Clive Riche, Massimo Sarchielli, Barbara Mautino, Gisella Marengo, Marica Coco, Diego Bottiglieri, Franco Leo, Silvia Rubino, Claudio Fadda, Roberto Donati, Gianni Gatta, Luca Pescatore, Alessandro Zeme, Antonio Pescatore, Stefano Fregni, Simonetta Solder, James Kelly Caldwell, Simone Sitta

Dario Argento’s lang verwachte slotstuk van zijn trilogie die begon met het sterke, sfeervolle horrorwerkje ‘Suspiria’ en opgevolgd werd door ‘Inferno’, kan met geen goed geweten een goede, of zelfs maar geslaagde film genoemd worden. En dat doet pijn. Argento geldt toch als een meester in het horrorgenre, en om dan met zo’n ondermaats werkje geconfronteerd te worden, is een desillusie; helemaal omdat de film herinneringen oproept aan ‘Suspiria’ en het contrast dan zo groot is. Sommige sfeerelementen zoals de muziek en camerawerk werken nog best goed en de moorden zijn weer ouderwets bruut en expliciet, maar de zwakke punten van de film maken dat de kijker vooral inziet hoeveel beter de film had kunnen zijn.

Opmerkingen van critici dat Argento zijn touch verloren heeft op zijn oude leeftijd en dus maar met pensioen moet gaan, zijn wat kort door de bocht aangezien hij recentelijk nog een meer dan competente bijdrage leverde aan de “Masters of Horror”-serie met zijn intrigerende ‘Jenifer’, over een “zielig” mutantenmeisje dat overgeleverd is aan haar dierlijke driften. Nee, het is waarschijnlijk niet zijn oude leeftijd die de filmmaker parten speelt. Misschien was de druk te hoog om zijn vorige successen te evenaren. Of wellicht is juist het probleem dat er teveel gepoogd wordt om de vorige films te imiteren, inclusief de minder geslaagde elementen. Dus wordt er een stemmige score gebruikt met griezelig gefluister op de soundtrack, die sterk doet denken aan de geniale muziek van de Goblins voor ‘Suspiria’. Claudio Simonetti van diezelfde Goblins slaagt er echter niet in dezelfde magie te creëren. De moorden vinden in eenzelfde soort statig gebouw plaats, met ook weer indrukwekkende afstandshots van de hoofdpersoon voor dit gebouw, terwijl ze bedreigd wordt door een nog onbekend kwaad. Maar de shots zijn te kort en boezemen geen angst in zoals in het origineel.

Dat het allemaal net wat minder is dan vroeger betekent echter niet dat het nu slecht is. Het probleem is dat er nu ook nog aantal belegen verhaalelementen wordt toegevoegd en de slechte aspecten uit het origineel hier nog slechter zijn. Natuurlijk wordt Sarah door niemand geloofd wanneer ze de agenten over de moord en bovennatuurlijke indringers vertelt, en komen er verplichte scènes in de film voor als de douchescène na een traumatische ervaring, waarbij natuurlijk Asia Argento (de dochter van de regisseur) in al haar naakte schoonheid getoond wordt. Want dit is iets wat de filmmaker nog steeds als noodzakelijk beschouwt: appetijtelijk vrouwelijk naakt. En wie zijn wij om te protesteren? Dus laat hij geen moment ongemoeid om de perfect gevormde borsten van (voornamelijk) de vrouwelijke demonen te tonen. Demonen die helaas weinig angst in weten te boezemen. Als een stel schreeuwende, recalcitrante gothics irriteren ze de bezoekers van een winkelcentrum, maar meer dan dat is het lange tijd niet. De geestbezoekjes van de moeder van Sarah zijn eerder lachwekkend dan mysterieus of inspirerend, wat de spanning verder danig doet kelderen. Maar de grootste boosdoeners zijn uiteindelijk het abominabele acteerwerk van Asia Argento en een ontzettend slap einde dat zorgt voor een gigantische anticlimax. De manier waarop de almachtige demon wordt verslagen is bizar eenvoudig en lijkt alleen weer een reden voor Dario Argento om vrouwelijk naakt te kunnen tonen. En waar Asia Argento in het verleden heeft laten zien redelijk tot zelfs goed te kunnen acteren, lijkt het hier wel alsof ze zich voor het eerst in een film bevindt. Praktisch geen enkele dialoog komt overtuigend uit haar mond, wat de film wel weer een hoop onbedoelde komedie bezorgt.

Gelukkig maar dat de sfeer soms nog best doeltreffend is, ook al is het een stap omlaag van ‘Suspiria’, en, last but not least, dat de moorden smerig en meedogenloos zijn. En lekker amoreel en politiek incorrect. Babies worden van bruggen gestuiterd, en lange metalen lansen door de vagina van een vrouw geramd, om er bij de mond weer uit te komen. Ook komt er een leuk tangetje in de film voor met twee goed geplaatste pinnen waarmee je heel precies twee ogen tegelijkertijd kunt uitsteken. En de scène waarin het slachtoffer met haar eigen darmen wordt gewurgd is een directe smakeloze klassieker. ‘The Third Mother’ biedt dus genoeg te genieten voor de liefhebber van gore, onfunctioneel naakt, en slechte smaak, maar geslaagd is deze langverwachte film helaas niet te noemen.

Bart Rietvink