Muriel’s Wedding (1994)

Regie: P.J. Hogan | 106 minuten | drama, komedie | Acteurs: Toni Collette, Bill Hunter, Rachel Griffiths, Jeanie Drynan, Daniel Lapaine, Sophie Lee, Rosalind Hammond, Belinda Jarrett, Pippa Grandison, Matt Day, Chris Haywood, Gennie Nevinson, Gabby Millgate, Daniel Wyllie

Het duurt lang voor je er weer aan wordt herinnerd dat je deze film ooit aan anderen hebt aanbevolen; na bijna tien jaar lijkt ‘Muriel’s Wedding’ een groot deel van haar honderd minuten niet meer dan een slappe tragikomedie; pas in het slotakkoord valt het spreekwoordelijke kwartje.

In het uur daarvoor is regisseur P.J. Hogan – die na deze film ‘My Best Friend’s Wedding’ mocht doen – te druk bezig ons te overtuigen van de zieligheid van Muriel, een vrouwelijke Ben Stiller wier capriolen die van haar mannelijke tegenhanger in flauwigheid dreigen te overtreffen. Zúlke enge vriendinnen en zó’n verstikkend milieu: de sympathie van de kijker kan de slome Muriel simpelweg niet ontgaan.

Draaglijker wordt het als de geboren cameravreetster Rachel Griffiths in beeld verschijnt. Haar allure sleept Muriel en de film letterlijk en figuurlijk mee naar een hoger niveau; langzaamaan wordt duidelijk dat wat in eerste instantie een reeks van absurde gebeurtenissen lijkt subtiel naar een wending stuurt. Hogan mengt voorzichtig steeds wat meer tragiek door Muriels wet van Murphy heen en krijgt daar uiteindelijk de handen mee op elkaar. Dat moment komt echter pas als Muriel haar langverwachte huwelijk beleeft en de humor zwart wordt; pikzwart zelfs, want waar het gezin Heslop aanvankelijk een soort ‘Royle Family’ leek, blijkt zij aan het slot een tragisch samenraapsel van onvolkomen karakters – een dodelijke combinatie.

De film dreigt vervolgens naar drama over te hellen, maar de gelouterde Muriel slaat terug, met onverwacht optimisme; de flauwe bruidegom-in-bezemkast-met-bruidsmeidgrappen van het begin zijn we dan fluks vergeten. Een Kafkaiaans afscheid van haar kersverse wederhelft (Daniel Lapaine) is het eerste resultaat en – hadden we het niet al gedacht – de slotscène is een onbeschaamde lesboknipoog. Klassiek niet, bizar leuk wel.

Jan-Kees Verschuure

Waardering: 3

Bioscooprelease: 4 mei 1995