My Beautiful Laundrette (1985)

Regie: Stephen Frears | 97 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Gordon Warnecke, Daniel Day-Lewis, Saeed Jaffrey, Roshan Seth, Derrick Branche, Rita Wolf, Souad Faress, Richard Graham, Shirley Anne Field

‘My Son the Fanatic’, ‘East is East’, ‘Ae Fond Kiss’ en zelfs ‘Bend It like Beckham’ zijn allemaal voorbeelden van films die de multi-etnische Britse maatschappij (en dan vooral de Aziatisch-Britse) als achtergrond en onderdeel van het verhaal gebruiken. ‘My Beautiful Laundrette’ was eigenlijk de eerste in zijn soort, en verschilt soms met de anderen doordat humor een ondergeschikte rol speelt ten opzichte van de kille sfeer die de Londense straten in de harde jaren tachtig uitstralen.

Frears maakte indruk met onder andere ‘The Queen’, ‘High Fidelity’, ‘Dirty Pretty Things’ en ‘Dangerous Liaisons’. Hij houdt ervan zich te verdiepen in ‘verschillende culturen’, zegt hij zelf, en deed dat met deze films succesvol. Hanif Kureishi schreef het script, en zou later ook het verhaal van ‘My Son the Fanatic’ op papier zetten. Kureishi, zoon van een Engelse moeder en een islamitisch-Pakistaanse vader, werd beroemd met boeken als ‘The Buddha of Suburbia’ en ‘The Black Album’. Zowel in zijn boeken als zijn scripts is het opgroeien binnen twee culturen een belangrijk thema.

Omar, gespeeld door Gordon Warnecke, is een jonge Pakistaanse Londenaar, die alleen met zijn vader woont: een oude, zieke alcoholist. Vroeger was Omars vader een intellectueel en een socialistische journalist, maar in Engeland is hij niet meer dan een arme immigrant. De oom van Omar, Nasser, is heel anders dan zijn broer en omarmt de kapitalistische manier van leven juist en proost zelfs op Thatcher. Ook heeft hij er geen enkele moeite mee dat zijn vrouw thuis zit, terwijl hij zijn Britse minnares over mee naartoe neemt.

Omar regelt dat hij een oude wassalon van zijn oom mag overnemen en wil deze met zijn oude jeugdvriend Johnny (een sympathieke rol van Daniel Day-Lewis) gaan opknappen. Johnny was ooit lid van het racistische National Front, iets wat Omars vader altijd verschrikkelijk vond. Nu heeft Johnny echter afstand genomen van zijn oude makkers, maar dat blijkt moeilijker dan hij dacht, aangezien ze nog steeds in dezelfde buurt wonen en elkaar dus vaak tegen het lijf lopen.

Zowel de familie van Omar, als de oude vrienden van Johnny hebben er moeite mee dat de twee zo goed met elkaar omgaan, ook al houden ze hun liefdesrelatie binnenskamers. Alleen oom Nasser ziet het zakelijk in en moedigt de jongens aan iets te maken van de vervallen wasserette. Dit doen ze dan ook, en het resultaat tonen ze aan alle familieleden en bekenden tijdens een feestelijke opening.

Ondertussen vraagt de familie van Omar zich af of het geen tijd voor hem wordt om aan trouwen te denken. De dochter van Nasser, de aantrekkelijke Tania, lijkt een goede partij voor Omar, en eerst lijken de twee elkaar te vinden in hun liberale opvattingen en spottende toon over de familietradities. Maar Tania is alleen bezig om weg te komen van haar familie; een nieuw leven voor zichzelf te beginnen. Ze heeft allang in de gaten dat Omar en Johnny meer dan alleen vrienden zijn en kan ook over haar vaders minnares niet doen of haar neus bloedt.

Als Saleem, een andere oom van Omar, vlak voor de wasserette in gevecht raakt met de oude vrienden van Johnny, moet de jonge Brit een keuze maken. Zijn liefde voor Omar moet hij uiteindelijk bekopen met ernstige mishandeling, door zijn ‘eigen mensen’. Maar dan is daar nog dat beetje hoop dat Engeland in de jaren tachtig nodig had, nog steeds nodig heeft eigenlijk. De twee jongens laten hun milieu hun leven niet bepalen, maar kiezen vol overgave voor elkaar.

De liefdesscènes zijn op een hand te tellen en zijn subtiel, eerder ontroerend dan echt seksueel, waardoor de nadruk daar ook niet op komt te liggen. Meer nog gaat het over kameraadschap, families, milieu en klasse. Een beter decor hiervoor dan de arbeidersbuurten van Londen en een betere tijd dan de Thatcher-jaren is er niet.

Ruby Sanders