My Life As a Dog – Mitt liv som hund (1985)

Regie: Lasse Hallström | 101 minuten | drama, komedie | Acteurs: Anton Glanzelius, Tomas von Brömssen, Anki Lidén, Melinda Kinnaman, Kicki Rundgren, Lennart Hjulström, Ing-Marie Carlsson, Leif Ericson, Christina Carlwind, Ralph Carlsson, Viveca Dahlén, Arnold Alfredson, Fritz Elofsson, Didrik Gustavsson, Jan-Philip Hollström, Vivi Johansson, Per Ottosson, Magnus Rask, Tony Rix, Manfred Serner, Johanna Udéhn, Susanna Wetterholm, Reidar Jönsson

De kunst van het relativeren staat zo ongeveer centraal in Lasse Hallström’s verfilming van het autobiografische boek van Reidar Jönsson, ‘Mit liv som hund’ ofwel ‘My Life as a Dog’. Hoofdpersoon Ingemar Johansson heeft geen makkelijke puberteit. Zijn moeder is terminaal ziek en heeft daarnaast ook nog last van woede aanvallen, waarbij ze haar twee zoons uitscheldt. Zijn oudere broer biedt ook al geen soelaas, liever maakt hij zijn broertje wakker door een luchtbuks op hem te richten. De vader is afwezig, die laadt bananen in een schip rond de evenaar, aldus de twaalfjarige Ingemar tegen zijn vriendinnetje. De enige twee vriendschappen die voor hem van belang zijn, zijn die met zijn hondje Sickan en die met eerdergenoemd vriendinnetje, met wie hij wel eens doktertje speelt in een tunnel onder het spoor. De gelukkigste uren van zijn leven beleefde Ingemar echter met zijn moeder, zo zien we in flashbacks. De puber vindt zelf niet eens dat hij het zo slecht heeft. Hij leest regelmatig over de meest fantastische rampen in de krant en bedenkt op die manier dat het met hem allemaal nog wel mee valt.

Het verhaal over Laika, de hond die in 1957, twee jaar voor de film zich afspeelt, de ruimte ingeschoten werd, wordt door Ingemar vaak aangehaald. Wanneer hij zijn gedachten over het lot van het dier uitspreekt, kun je niet anders dan overeenkomsten zien tussen hem en het eerste levende wezen dat in een baan om aarde gebracht werd. Ingemar wordt ook – zonder voldoende (emotionele) bagage – weggestuurd om te gaan wonen bij zijn oom en tante, wanneer het voor zijn moeder te moeilijk wordt om nog voor haar kattenkwaad uithalende zoon te zorgen. Bij Laika wisten de mensen vooraf dat het dier zou sterven, gelukkig blijft Ingemar dit lot vooralsnog bespaard, maar je zou kunnen zeggen dat Ingemar ook min of meer in de steek gelaten wordt.

Het dorp waarin Ingemar terechtkomt, herbergt een keur aan excentrieke personages. Zijn oom is een flierefluitende losbol, die keept voor het lokale voetbalteam en maanden doet over het timmeren van een theehuisje. Ook jaagt hij zonder gêne zijn vrouw na, om haar half ontkleed in een kamer te duwen, Ingemar, die eerst meedeed met het spelletje, verbaasd voor de dichte deur latend staan. In hetzelfde huis woont een oude bedlegerige man, aan wie Ingemar regelmatig de meest prikkelende stukken uit een lingeriecatalogus voor moet lezen (let wel, het is pas 1959). Dan is er nog meneer Fransson, die continu zijn dak repareert en de beeldschone Berit, die iedereen in de glasfabriek, waar het halve dorp werkt, het hoofd op hol brengt, dus ook Ingemar. Berit vraagt hem als chaperonne mee naar poseersessies, er wordt van haar een beeld gemaakt. De scène waarin hij haar bespiedt en vervolgens door de ruit in het dak valt is enorm komisch.

Niet alleen Berit wekt seksuele gevoelens in Ingemar op, het jongensachtige meisje Saga doet dat ook. Saga is overduidelijk verliefd op de nieuwe dorpsbewoner, en neemt hem in vertrouwen door te bekennen dat ze een meisje is, die nog borsten krijgt ook. Prachtig om te zien hoe die twee om elkaar heen draaien. Ook erg leuk is een van de laatste scènes, waarin Saga toont haar vrouwelijkheid eindelijk omarmt te hebben.

Wanneer het allemaal te veel wordt voor Ingemar gaat hij blaffen als een hond. Dit is voor hem de enige mogelijkheid om zich te uiten. In tegenstelling tot de twee ‘Bolderburen’ films die de Zweedse regisseur direct na deze voor twee Oscars genomineerde film maakte, is hier onmiskenbaar geen sprake van een zorgeloze jeugd. Hallström heeft in ‘My Life as a Dog’ echter een volmaakte balans tussen tragiek en komedie weten te vinden. De pijn die Ingemar voelt, wanneer zijn twee meest geliefde wezens sterven; de angst dat hij verantwoordelijk is voor de dood van zijn moeder; maar ook het plezier dat hij ondanks al die misère in zijn leven heeft; het wordt allemaal heel natuurlijk op de kijker overgebracht. De cast levert prima werk, bewonderenswaardig gezien het grote aantal jeugdige acteurs. Een hele mooie coming-of-age film, die je als je een liefhebber van Hallström’s werk bent, niet mag missen.

Monica Meijer

Waardering: 4

Bioscooprelease: 18 december 1986