My Son, My Son What Have Ye Done? (2009)

Regie: Werner Herzog | 91 minuten | drama | Acteurs: Michael Shannon, Willem Dafoe, Chloë Sevigny, Brad Dourif, Michael Peña, Loretta Devine, Grace Zabriskie, Udo Kier, James C. Burns, Irma P. Hall, Candice Coke, Jenn Liu, Braden Lynch, Gabriel Pimentel, Noel Arthur    

Het recenseren van films is altijd al wel een activiteit geweest die nederig stemt. Wellicht zullen sommige lezers zich het betoog aantrekken, maar de filmmakers toch zeker niet. Terwijl baanbrekende meesterwerken dikwijls genadeloos floppen, kunnen absolute draken als ‘Transformers: Revenge of the Fallen (2009) uitgroeien tot historische kaskrakers zonder dat je er als criticus enige invloed op hebt. Bij regisseur Werner Herzog is het echter nog extremer: hij luistert echt naar niemand meer. Werner Herzog doet gewoon wat hij wil, of het nou goede films oplevert of niet. Dat leidt tot geweldige, eigenzinnige films, zoals in recente jaren ‘Grizzly Man’, ‘Bad Lieutenant: Port of Call – New Orleans’ en waar met een beetje goede hoop ook nog niet in Nederland verschenen documentaire (in 3D) ‘Cave of Forgotten Dreams’ gerekend toe kan worden.

Die eigenzinnigheid kan echter ook tot grandioze mislukkingen leiden, en ‘My Son, My Son What Have Ye Done’ behoort zonder twijfel in die laatste categorie. Dit op een waargebeurd verhaal gebaseerde werk draait om een theateracteur, Brad McCullum (Michael Shannon), die gedurende het spelen van een Griekse tragedie op het idee komt om zijn moeder met een zwaard te doorklieven. Brad was kort daarvoor op een kayakreis in Peru geweest, waarin hij simpel gezegd compleet van het mentale padje af is geraakt en al zijn reisgenoten verdronken. Terug aan het thuisfront kan hij, zo blijkt tijdens de veelvuldige flashbacks, geen normale zin meer uitbrengen of niet als een aspirant-Hannibal Lecter uit zijn ogen kijken, maar dat baart zijn lieftallige verloofde Ingrid (Chloë Sevigny) en moeder (de altijd creepy Grace Zabriskie) niet al te veel zorgen.

Herzog wilde dit verhaal al in de jaren 90 verfilmen, maar niemand zag er brood in – behalve collega-filmmaker en nutcase David Lynch, die de film uiteindelijk produceerde. De film werd na ‘Bad Lieutenant’ gemaakt, en naast het delen van de halve crew hebben de films nog wel meer gemeen. Beiden draaien om een hoofdpersoon die compleet gestoord en gewelddadig is en zitten vol met magisch-realistische intermezzi, met een hoofdrol voor de plaatselijke fauna (in dit geval flamingo’s in Los Angeles). Helaas houdt hiermee elke overeenkomst op, want waar ‘My Son’ tekort schiet in vaart, acteerwerk, dialogen en spanning, is ‘Bad Lieutenant’ een genot om naar te kijken waarin alles op zijn plaats valt.

Waar gaat het precies mis? Het is interessant om de films preciezer te vergelijken om zo hopelijk te kunnen bepalen waar brille omslaat in bagger. De kern ligt waarschijnlijk in de omgang met de hoofdpersoon: Nicolas Cage wist als geflipte politieagent in ‘Bad Lieutenant’ personages om zich heen die eigenlijk nog best normaal door het leven gaan, en die net zo verbijsterd zijn over Cage’s geestesgesteldheid als wij als kijkers. Met andere woorden: naast die rondrazende agent zijn er genoeg karakters die allerminst lieverdjes zijn, maar waarmee men zich wel kan identificeren. In ‘My Son’ hebben we een soortgelijke hoofdpersoon, maar die wordt op zo’n naïeve manier behandeld door zijn omgeving dat de kijkers vooral het idee krijgen dat ze in de maling worden genomen. Geen weldenkend mens ontgaat het als iemand zich zo belachelijk gedraagt, maar daar zijn McCullums naasten niet tot te rekenen. Het is een kwestie van tijd voordat je afhaakt.

Als je dit optelt bij de nietszeggende andere karakters, de geestdodend saaie en veel te frequente flashbacks en wat hoogstwaarschijnlijk het meeste stupide gijzelingsdrama in de geschiedenis van de cinema is (met een doorzichtige, flauwe ontknoping), blijft er zeer weinig over van ‘My Son’ dat kijkenswaardig is. Wellicht dat cinefielen die op zoek zijn naar een zeldzaam curiosum het kunnen waarderen. Anders zijn er misschien diehard Werner Herzog-fans die de film een kans willen geven, maar het is waarschijnlijker dat de Duitser hiermee louter fans kan verliezen. Laten we hopen dat de heren Herzog en Lynch niet nog zo’n groteske tijdverspilling zullen ondergaan waar wij in moeten delen.

David van Marlen

Waardering: 1.5

Bioscooprelease: 16 juni 2011