N.U. – Nettezza Urbana (1948)

Regie: Michelangelo Antonioni | 9 minuten | korte film, documentaire

Antonioni volgt het leger straatvegers dat in de economische zware tijden na de oorlog de Italiaanse hoofdstad dagelijks aan kant moet zien te krijgen. Ze verlaten hun armoedige huizen of erger nog, ze staan op vanonder een krant die als deken voor de nacht heeft gediend. Vegend met hun bezems en zeulend met hun karretjes brengen ze hun dagen door. De troep die door anderen zo onverschillig wordt neergegooid of uit een raam geworpen, ruimen ze zwijgend en gelaten op. Qua kleding en smerig uiterlijk onderscheiden ze zich nauwelijks van bedelaars en ook de karige lunch die hun ten deel valt, doet aan een verkapte aalmoes denken.

De sociale verontwaardiging van Antonioni over hun lage status en uitzichtloze bestaan ligt er duimendik bovenop. Sommige dingen zijn te overduidelijk, zelfs bijna hinderlijk in scène gezet om vooral de sympathie van de kijker voor zijn onderwerp te winnen, zoals een man die een papier verscheurt en de snippers met een bijna guitige blik op de camera gericht op de grond werpt alsof hij vraagt: ” is dit wat je bedoelt, doe ik het zo goed?” En ook als een meisje iets uit het raam smijt, wordt dit opgeveegd zonder dat de straatveger daarbij een klacht over de lippen komt en zonder dat hij zelfs maar een veelzeggend gebaar maakt waar Italianen patent op hebben om hun ongenoegen te uiten. Ja hoor. Maar goed, de documentaire brengt wel degelijk het schrijnende lot van deze harde werkers voor het voetlicht en de manier waarop ze door de meeste mensen niet worden gezien behalve als een soort lastdieren strookt zeker met de realiteit.

Als historisch document, is het beeldmateriaal erg interessant. De straten van Rome zijn zeker leeg te noemen in vergelijking met de door het verkeer hopeloos verstopte moderne metropool en als je de kleding van de mensen ziet en hoe ongelooflijk armoedig veel buurten zijn, is het goed te begrijpen dat emigratie voor veel Italianen in die naoorlogse jaren een van de weinige mogelijkheden was om tot materiële welstand te geraken. Dat het land zich tot een van de economische grootmachten van de wereld heeft ontwikkeld, mag wel een wonder heten gezien het feit dat je amper een paar generaties geleden nog de ribben kon tellen van de paarden die de karren met het verzamelde vuilnis naar de grote stortplaats rijden en dat de bergen vuil daarop handmatig werden nageplozen op bruikbare voorwerpen. Een heus tijdsdocument.

Diana Tjin-A Cheong