New York Doll (2005)

Regie: Greg Whiteley | 75 minuten | documentaire | Acteurs: Arthur Kane, David Johansen, Sylvain Sylvain, Morrissey, Iggy Pop, Chrissie Hynde, Bob Geldof, Mick Jones, Clem Burke,Nina Antonia, Bishop Bragg, Lee Black Childers, Steve Conte, Frank Infante, Barbara Kane, Brian Koonin, Dawn Laureen, Don Letts, Bishop MacGregor, Sirius Trixon, Sammi Yaffa

The New York Dolls was een rockband met de dood op de hielen. Van de oerleden stierf Billy Murcia al op zeer jonge leeftijd en niet veel later volgden zijn opvolger Jerry Nolan en gitarist Johnny Thunders. De leden van The New York Dolls leefden dan ook het ultieme rockleven, waarbij drugs en alcohol deel uitmaakten van de dagelijkse kost. Muzikaal gezien waren de Dolls hun tijd ver vooruit. In een tijd waarin rockmuziek een bijna academische aangelegenheid werd, speelden de New Yorkers een vuig soort rock & roll dat je later zou terugvinden bij The Ramones, The Clash en The Strokes. Daarbij kleedden ze zich als goedkope snollen, in jurken en onder lagen make up. Deze stijl zou navolging vinden in de Amerikaanse hardrockscene van de jaren 80 (Motley Crue, Quiet Riot).

De documentaire ‘New York Doll’ gaat over Arthur ‘Killer’ Kane, één van de oerleden van de band. Bassist Kane maakte na zijn tijd bij de Dolls en een paar mislukte pogingen met nieuwe bands, een onverwachte careermove. Hij bekeerde zich tot het mormonisme en vond een baan als bibliotheekmedewerker bij het Family Centre van die gemeenschap. De documentaire volgt Kane vanaf de voorbereidingen op een eenmalig reünieconcert in London tot de opmerkelijke gebeurtenissen vlak na dat concert. Naast de interviews met Kane zien en horen we een groot aantal collega-musici en leden van de mormoonse kerk. Uiteraard is er ook aandacht voor het reünieconcert zelf.

Met Arthur Kane had regisseur en collega-mormoon Greg Whiteley geen beter onderwerp kunnen vinden. De bassist is een lieve, bescheiden, tamelijk wereldvreemde man, die met de ernst van een kind over zijn turbulente leven vertelt. De liefde voor God heeft zijn bitterheid ten aanzien van voormalige bandleden en huidige armoe gedeeltelijk gedempt, maar nog altijd verlangt hij ernaar nog één maal met zijn oude band te spelen. De vervulling van dat verlangen geeft de film een dramatische lading, een lading die tot een climax komt in de weken na het concert.

‘New York Doll’ zit filmisch goed in elkaar en gaat redelijk diep, waarbij de respectvolle aanpak van regisseur Whiteley een ontwapenende factor blijkt. Zo treffen we een Morrissey die nu eens niet sarcastisch uit de hoek komt en een Iggy Pop die met jeugdig enthousiasme over de Dolls vertelt. Dat alle geïnterviewden een groot zwak hebben voor die aandoenlijke Killer Kane helpt natuurlijk ook.

Zodoende is ‘New York Doll’ een ontroerende, diep menselijke en uiterst boeiende documentaire geworden. Met een fijne bonus bovendien. Als de aftiteling voorbij is krijgen we nog een unplugged versie van de hymne Poor Wayfairing Man of Grief, gezongen door ex-Doll David Johansen. Een prachtige uitvoering van een prachtig lied, perfect passend bij een band met de dood op de hielen.

Henny Wouters