Night of the Living Dead (1968)
Regie: George A. Romero | 96 minuten | horror | Acteurs: Duane Jones, Judith O Dea, Karl Hardman, Russel Streiner, Marilyn Eastman, Keith Wayne, Judith Ridley, Kyra Schon, Bill Hinzman
Deze zwart-wit film (1968) is de eerste uit de zombie-trilogie van George A. Romero. In de vervolgen op deze film van Romero ligt de nadruk op de actie (‘Dawn of the Dead’) of op een combinatie van sfeer en actie (‘Day of the Dead’). In deze film echter staat de sfeer voorop en wordt alles uit de kast getrokken om dit te bewerkstelligen.
Het ontbreken van kleur en het gebruik van licht en donker vergroot de duistere en sombere sfeer van de film doordat het geheel letterlijk kleurloos en daardoor grauw en troosteloos overkomt. De doodse en verlaten omgeving en het feit dat het verhaal zich voornamelijk ’s nachts afspeelt lijkt de uitzichtloze situatie van de groep te vergroten. Daarnaast zijn er tal van sfeerverhogende ontwikkelingen. Allereerst de steeds talrijker wordende zombies die zich vaag en onduidelijk in de donkere schaduwen voortbewegen. Verder worden meerdere zombies pas op het laatste ogenblik (schrikeffect) zichtbaar wanneer ze uit de schaduwen tevoorschijn stappen. Een vluchtpoging waarbij twee groepsleden door hun eigen geklungel de dood vinden door een ontploffende vrachtwagen lijkt deprimerend symbolisch voor de onafwendbare volledige ondergang van de gehele groep. Het uitvallen van de stroom en daardoor de berichtgeving via de televisie brengt tenslotte hun verlatenheid tot uiting doordat hun laatste link met de buitenwereld wordt verbroken.
In de film komt niet alleen de strijd tegen de dreiging van buiten (de zombies) aan bod, maar minstens zo duidelijk, zo niet duidelijker wordt weergegeven dat het de strijd binnen de groep zelf is die de ondergang van de groepsleden zal betekenen. Deze onderlinge strijd vindt plaats tussen de twee meest dominante groepsleden: ‘held’ Ben (Duane Jones) en ‘anti-held’ Cooper (Karl Hardman). Tijdens dit gevecht ligt de sympathie van de kijker bij Ben doordat Coopers ‘ laffe’ optreden schril afsteekt tegen Bens ‘moedig’ gedrag. Cooper wil dat de groep zich in de kelder verschanst (‘ the cellar is the strongest place’), terwijl Ben de talrijke ramen en deuren wil dichtspijkeren om zodoende de zombies buiten de deur te houden en pertinent weigert de kelder als schuilplaats te overwegen (‘The cellar is a death trap’, ‘I’m not stupid enough to follow you’). De karakters komen duidelijk naar voren: het bijna van kwaadheid stampvoetende en opvliegende en daardoor irritante ‘I am right’ karakter van Cooper en het zich superieur gedragend betweterige en daardoor eveneens irritante karakter van Ben. Van enige karakterontwikkeling is geen sprake. Beiden blijven hardnekkig vasthouden aan hun oorspronkelijke opvattingen. Het personage Tom (Keith Wayne) stelt een compromis voor (‘we can make it to the cellar if we have to’ , ’we would all be a lot better off, all three of us if we’re working together’), maar zijn voorstel vindt totaal geen gehoor. De strijd tussen Ben en Cooper wordt steeds heviger en verzwakt de groep. Tenslotte lijkt het laatste restje menselijke beschaving weggevallen te zijn wanneer Ben Cooper in elkaar slaat en hem later zelfs neerschiet wanneer Ben door opzettelijke nalatigheid van Cooper bijna aan een zombie ten prooi valt.
De overige karakters lopen achter Ben of Cooper aan of proberen hen aan te sporen samen te werken of iets zinnigs te doen. Enige wezenlijke bijdrage leveren tegen de oprukkende zombies lukt ze echter niet. Verder lopen hun gemoedstoestanden uiteen van angstige apathie tot gelatenheid in het schijnbare besef dat ze zo goed als machteloos en afhankelijk van de meer dominante groepsleden zijn. Wanneer ze later aan de zombies ten prooi vallen gebeurt dit ook verder zonder noemenswaardige tegenstand van hun kant. Dit lijkt te onderstrepen dat hun ondergang al bij voorbaat vaststond en maakt daardoor de zinloos gebleken onderlinge perikelen en twisten extra wrang.
Wanneer de zombies aldus uiteindelijk massaal hun slotaanval op het huis inzetten trappen ze de opgeworpen barricades bijna achteloos in. De groepsleden die dus jammer genoeg geen van allen in de kelder verschanst zitten vallen hierna aan hen ten prooi en/of worden zelf zombies waarna ze door Ben worden gedood. Ben heeft tenslotte geen keus meer dan zijn toevlucht in de kelder te zoeken, waar hij achter de zwaar gebarricadeerde deur veilig blijkt te zijn voor de overige tientallen oprukkende zombies. De ironie dat hij tenslotte overleeft op de plek die hij eerst ten koste van alles afwees lijkt echter niet tot hem door te dringen. Ook maakt hij zich geen verwijten dat het zijn steeds mislukkende plannen zijn geweest waardoor de groep ten onder is gegaan. Een nog bitterder wetenschap voor de kijker zelf is dat niet alleen Ben maar alle betrokkenen het hadden kunnen overleven door het advies van nota bene de ‘anti-held’ Cooper op te volgen..….
Alle ironie en doden ten spijt is er een enkel hoopgevend lichtpuntje: Ben heeft het tenminste overleefd…..totdat hij uit zijn schuilplaats komt en wordt gedood door een kogel van een militie-scherpschutter die hem vanuit de verte voor een zombie houdt. De beelden van zijn lijk dat vervolgens op een brandstapel met de lijken van diverse zombies wordt verbrand laat de kijker verslagen achter en lijkt tevens aan te geven dat niet alleen de groep maar ook de hele mensheid weleens de strijd tegen de zombies kan gaan verliezen…… hetgeen verder uitgewerkt werd in Romero’s vervolg op deze film ‘ Dawn of the Dead’ uit 1979.
De locatie in deze film is perfect gekozen en nagevolgd in vele zombiefilms van diverse makelij. Een afgelegen huis ‘in the middle of nowhere’ waar hulp van buiten voorlopig niet te verwachten is zodat alle registers open kunnen worden getrokken in zowel de onderlinge strijd als in het gevecht tegen de zombies. De grote hoeveelheid zombies wordt verklaard door de ideaal nabijgelegen begraafplaats waar naar hartelust talrijke zombies uit het graf kunnen opstaan om het leven van de groepsleden zuur te maken. Het ontstaan van de zombies zelf wordt verklaard doordat er een ‘mysterieuze straling van hoog nivo’, afkomstig van een satelliet, de doden tot leven wekt. Tja, het ontstaan van de zombies moet toch ergens door verklaard worden…….
De zombies zelf zijn niet alleen maar hersenloze vleesetende doden. Dit blijkt wanneer Ben langs een gedeeltelijk open raam loopt en een klauwende arm van een zombie hem van buitenaf probeert te grijpen: de zombie heeft achter het raam geduldig zijn kans en tijd afgewacht. De overige zombies reageren wel wanneer een van de levenden in hun gezichtsveld komt, maar daarnaast staan ze bewegingsloos naast het huis te wachten tot hun aantal groot genoeg is voor een definitieve aanval. De spanning wordt daarbij steeds meer vergroot doordat er langzaam maar zeer zeker steeds meer zombies van tussen de donkere bomen komen opduiken. Hun langzaam naderbij komend gestrompel gepaard gaande met het hierdoor opzettende kippenvel van de kijker lijkt symbolisch voor hun op handen zijnde allesvernietigende stormloop. Ook hun bereidheid rustig af te wachten in de schijnbare kalme zekerheid dat hun prooi hen niet kan ontgaan vergroot hun sinisterheid en de stille maar onmiskenbare dreiging die er van ze uitgaat.
Met betrekking tot de opgeroepen sombere, troosteloze, duistere en dreigende sfeer is deze film gruwelijk geslaagd te noemen. Voor de toevallige kijker die niets met het genre heeft en per ongeluk in deze film verzeild raakt is dit een bijna ondraaglijk grauwe en deprimerende film. Zonder dat er een lichtpuntje te ontdekken is lijkt de hele film in het teken te staan van sadisme, sarcasme, dood en verderf waarbij alle groepsleden waarmee de kijker heeft meegeleefd tenslotte ook nog de dood vinden. Voor de liefhebber van het (sfeervolle) zombiegenre echter is dit de beste zombieklassieker die er te vinden is alsmede een van de beste en spannendste griezelfilms aller tijden. Dit door de lugubere sfeer die de beelden oproepen met daarbij het vakkundig ondersteunend gebruik van licht en donker, de ironie die aan bod komt en door de spanning en vooral de dreiging die uitgaat van de talrijke langzaam maar zeker naderbij strompelende zombies.
Deze film krijgt de maximale waardering omdat het een ware klassieker is die als voorbeeld van tal voor andere films heeft gediend, met het toenmalig beschikbaar budget en middelen niet beter gemaakt had kunnen worden, en voor de zelden tot nooit geëvenaarde sfeer gedurende de volle speelduur ervan.
Frans Buitendijk