Nowhere Boy (2009)
Regie: Sam Taylor Wood | 100 minuten | drama, muziek, biografie | Acteurs: Aaron Johnson, Kristin Scott Thomas, Anne-Marie Duff, Thomas Sangster, David Morrissey, David Threlfall, Ophelia Lovibond, Sam Bell, Jack McElhone, Ellie Jeffreys, Calum O’Toole, Simon Lowe, Les Loveday, Christian Bird, Josh Bolt, James Johnson, Daniel Ross, Daniel Solazzo
Liverpool staat in 2010 in het teken van John Lennon. Op 9 oktober wordt de zeventigste geboortedag van de voormalige Beatle gevierd en precies twee maanden later, op 9 december, herdenkt men zijn dertigste sterfdag. Om het muzikale icoon te herdenken vindt een twee maanden durend festival plaats met muziek, kunst, film en poëzie. Een prominente plaats op het festival wordt ingenomen door de biografische film ‘Nowhere Boy’ (2009) van debuterend regisseur Sam Taylor-Wood, over de tienerjaren van Lennon. Aan de basis van de film liggen de memoires van Julia Baird, de halfzus van Lennon, uitgebracht onder de titel ‘Imagine This: Growing Up With My Brother John Lennon’. Het script werd geschreven door Matt Greenhaigh, die ook verantwoordelijk was voor ‘Control’ (2007), de door Anton Corbijn geregisseerde film over Joy Division-frontman Ian Curtis. Hoewel je zou verwachten dat muziek in deze biopic de hoofdmoot zou vormen ligt de nadruk toch vooral op Lennons relatie met de twee vrouwen die op dat moment het belangrijkst waren in zijn: zijn moeder Julia, van wie hij vervreemd is, en zijn tante Mimi, bij wie hij al sinds zijn vijfde in huis woont.
De film speelt zich halverwege de jaren vijftig af in Liverpool. John Lennon (Aaron Johnson) wordt in ‘Nowhere Boy’ neergezet als een echte rebel, een jongen die zich afzet tegen alles en iedereen. En dan vooral tegen zijn Victoriaans strenge tante Mimi (Kristin Scott-Thomas).Hij spijbelt van school, jat elpees, klimt op de daken van dubbeldekkers, rookt en drinkt als een ketter, versiert meisjes en zit vol stoere taal. Uiteraard ontbreekt de Elvis-kuif niet. Maar hij heeft een klein hartje. Als zijn lievelingsoom George, de man die hem zijn eerste muziekinstrument schonk, plotseling overlijdt, komt John op een keerpunt in zijn leven. Tijdens de begrafenis ziet hij zijn moeder Julia (Anne-Marie Duff). Hoewel hij altijd al wist dat hij opgevoed werd door zijn tante, heeft hij nooit eerder de drang gehad om uit te zoeken waarom hij niet bij zijn moeder woont. Dankzij een neef ontdekt hij dat ze bij hem op de hoek woont met haar gezin en twee dochters. Julia is compleet het tegenovergestelde van haar zus: ze is levendig en losbandig: niets is haar te gek. Nadat het ijs tussen de twee gebroken is, gaan ze samen op stap en laat ze John kennismaken met rock ’n roll. Ook leert ze hem hoe hij banjo moet spelen. Met zijn moeder heeft hij altijd plezier, maar een serieus gesprek over waarom ze hem ooit heeft afgestaan lijkt er maar niet van te komen.
Tussen alle familieperikelen door zet John zijn eerste bandje op, The Quarrymen (voorloper van The Beatles). Het duurt niet lang of hij leert een jongen kennen die over een groot muzikaal talent blijkt te beschikken: Paul McCartney (Thomas Sangster). Hun eerste ontmoeting is een bijzondere, vooral omdat je als kijker weet wat uit die kennismaking is voortgevloeid. De relatie tussen John en Paul is sowieso erg prikkelend. Ze delen het gemis van hun moeder (Pauls moeder overleed toen hij veertien was) en hun muzikale talent. Aan de andere kant verschillen ze veel van elkaar: Paul komt veel braver, vriendelijker en stabieler over dan de grillige, tegendraadse en stoere John. Een zekere jaloezie komt ook hier al even om de hoek kijken. Aan de ene kant is het jammer dat de relatie tussen Lennon en McCartney niet nog wat meer naar voren wordt geschoven, het zou namelijk een heel interessante film opleveren. Aan de andere kant, ‘Nowhere Boy’ is op zichzelf interessant genoeg. Misschien wel juist omdat geprobeerd wordt de complexe figuur Lennon te doorgronden. Overigens wordt ook George Harrison (Sam Bell) geïntroduceerd, al is het slechts zijdelings. Het is een van de vele leuke ‘knipogen’ naar wat later zou komen, zoals Johns wandeling langs het weeshuis Strawberry Fields, de walrus die hij in zijn schrift tekent en zijn weigering bij The Cavern Club dat ook zijn.
‘Nowhere Boy’ wordt grotendeels gedragen door de acteurs. Hoofdrolspeler Aaron Johnson is dan wellicht niet John Lennons spitting image, op een bepaalde manier heeft hij zeker iets van hem weg. De jonge acteur is bovendien even charismatisch en magnetiserend als de oud-Beatle. De camera is dol op hem (dat geldt overigens ook voor de regisseur) en hij weet de verschillende lagen van Lennon allemaal in één samen te brengen. Ook Scott-Thomas en Duff zijn sterk. Onder haar geharde, kille uiterlijk voelt Scott-Thomas een warme en diepe liefde voor de jongen en Duff zet de tragische manisch-depressieve Julia op overtuigende wijze neer. Het Liverpool uit de jaren vijftig ziet er dankzij het frisse camerawerk van Seamus McGarvey voor de verandering eens niet grauw en grijs uit, maar bruisend en levendig. En hoewel er nauwelijks Beatles-muziek voorbij komt, is de soundtrack met vooral lekker veel rock ’n roll-klassiekers (Elvis, Jerry Lee Lewis, Screamin’ Jay Hawkins) uitstekend verzorgd. Overigens zingen Johnson, Sangster en Bell zelf ook een aantal liedjes. Lennons eigen nummer ‘Mother’ mocht uiteraard niet ontbreken.
Over een complex figuur als John Lennon zou je zonder enige moeite een film van twintig uur kunnen maken. Maar helaas gaat dat niet en moeten er keuzes worden gemaakt. Debutant Sam Taylor-Wood heeft het met haar uitsnede uit Lennons jongste jaren zeker niet onverdienstelijk gedaan. Geholpen door geweldige acteurs, een frisse look, een sterke soundtrack en een prima scenario komt ze heel ver. Maar ergens knaagt de gedachte dat er (nóg) meer in had gezeten. Misschien was een film over de vriendschap cq. tweestrijd tussen Lennon en McCartney wel interessanter geweest? Het blijft speculeren. Hoe dan ook kunnen we concluderen dat ‘Nowhere Boy’ een zeer vermakelijke film is geworden. En zeker niet alleen voor Beatle-maniacs. Deze biopic is bovendien een prachtig podium voor de jonge Aaron Johnson om te laten zien wat hij allemaal in huis heeft. Want deze jongen zou best eens een hele grote kunnen gaan worden!
Patricia Smagge
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 1 april 2010