Oberst Redl – Colonel Redl (1985)

Regie: Istvan Szabó | 139 minuten | drama, oorlog, romantiek, biografie | Acteurs:  Klaus Maria Brandauer, Hans Christian Blech, Armin Mueller-Stahl, Gudrun Landgrebe, Jan Niklas, László Mensáros, András Bálint, László Gálffi, Dorottya Udvaros, Károly Eperjes, Róbert Rátonyi, Péter Andorai, György Bánffy, Gyula Benkö, Péter Dobai, Gyula Gazdag, Flóra Kádár, Ágnes T. Katona, Mária Majláth, Tamás Major, László Méhes, Athina Papadimitriu, Tamás Puskás, György Rácz, Péter Rudolf, Anikó Sáfár, Gábor Svidrony, Éva Szabó, Sándor Szakács, Can Togay, Károly Ujlaky, Edward Zentara 

‘Oberst Redl’ speelt zich af tegen een achtergrond van waarachtige historische gebeurtenissen, maar het specifieke verhaal in deze film heeft zich niet letterlijk als zodanig voltrokken. De film is geïnspireerd door het echte leven, en de dood, van Alfred Redl, een kolonel in het Oostenrijks-Hongaarse rijk, en er worden suggesties gedaan over mogelijke invloeden en gevolgen van gedragingen, maar deze dient de kijker op een subjectieve manier te ervaren. Dit wordt in de eerste paar minuten van de film onder meer duidelijk door het camerawerk. Het betreft hier namelijk een eerste persoonsperspectief, waarbij we de inwoners van een dorpje recht in de camera zien kijken, en het is alsof we als kijker inbreuk plegen in hun huishoudens. Later blijkt de persoon waar iedereen naar kijkt en op reageert, kleine Alfred Redl te zijn.

Redl is als kleine jongen al erg keizersgezind, en wordt in de film geïntroduceerd terwijl hij een zelfgeschreven gedicht, ter ere van de keizer, in de klas voordraagt. Hoe ver zijn loyaliteit aan de keizer reikt maakt de scène duidelijk waarin de kleine Redl bericht krijgt dat zijn vader is overleden, maar er toch voor kiest om niet naar de begrafenis te gaan teneinde, in de kerk, de naamsdag van de keizer mee te kunnen maken. Met grote ogen hoort hij de priester wanneer deze de verbondenheid van de aanwezigen met de keizer bezweert.

Redl wordt aangenomen op een militaire academie en wordt dikke maatjes met Kristof Kubinyi, wiens zusje Katalin, die hij ontmoet wanneer hij bij zijn vriendje thuis wordt uitgenodigd, hem wel kan bekoren. Later,wanneer hij volwassen is, blijkt echter dat hij net zulke sterke gevoelens heeft voor Kristof zelf. Tekenend is een scène in een café waarin hij met een hoertje naar boven is gegaan, maar alleen maar opgewonden raakt als hij over Kristof praat of denkt, en de vrouw in het kamertje pas echt beetpakt wanneer hij zijn vriend in het kamertje ernaast in actie heeft gezien.

Het zijn deze twee elementen, Brandauers keizersgezindheid, gecombineerd met zijn seksuele geaardheid, die samen de drijfkracht van de film vormen. Het zijn kwaliteiten die moeilijk samengaan, in ieder geval niet openlijk. Als men achter zijn geaardheid komt is zijn carrière binnen het leger verleden tijd, en voor een man met zoveel ambities als Redl, zou dit verschrikkelijk zijn. Vandaar dat hij maar een vrouw trouwt om opborrelende geruchten de kop in te drukken. Maar dit is natuurlijk alleen maar een houding naar de buitenwereld toe. Van binnen blijft Redl hunkeren naar zijn mannelijke medemens, en Kristof in het bijzonder.

Gaandeweg komt Redl steeds hogerop in het leger vanwege zijn leidinggevende kwaliteiten en discipline. Maar het probleem is niet alleen dat hij zijn homoseksualiteit moet verbergen. Hetzelfde geldt voor zijn arme komaf, het feit dat hij Jood is, en zijn regionale oorsprong. Brandauers acteerwerk betreft hierom vooral (het tonen van) onderhuidse emoties en hij kwijt zich op een geweldige manier van deze taak. Vaak zijn verschillende onderliggende emoties tegelijkertijd van zijn gezicht af te lezen.

Het is boeiend om te zien hoe Redl probeert op een bevredigende manier zijn verschillende ambities en wensen te combineren of juist te onderdrukken. Hiernaast is ook het contrast tussen zijn politiek-militaire ambities en die van zijn maten of superieuren interessant om waar te nemen. Hij is als één van de weinigen nog een medestander van de monarchie en iemand die de oude keizer hoog heeft zitten en dit zorgt voor spanningen; helemaal wanneer hij een steeds hogere positie verkrijgt. Er moeten dus snel stappen worden ondernomen om Redl tegen te houden door zijn tegenstanders. Ze verzinnen een plan om Redl in de val te lokken, en laten uiteindelijk de eer aan hemzelf om afscheid te nemen. De scène waarin hij dit doet, is onconventioneel doch geloofwaardig gerealiseerd. Redl loopt, vol gierende emoties al ijsberend door zijn kamer terwijl hij tot zijn beslissing probeert te komen. Zijn leven in een notendop.

‘Oberst Redl’, de tweede film uit Szabós Brandauer-trilogie, is met minder brede stroken geschilderd als Mephisto, en is daardoor wellicht wat minder meeslepend dan die film. Tegelijkertijd is dit ook de kracht van de film, en is het inherent aan het personage van Redl. Er spatten minder emoties van het scherm, maar onderhuids en thematisch gezien speelt er zich heel wat interessants af. Dit zorgt ervoor dat de film in weinig onderdoet voor zijn Oscarwinnende voorganger. Szabó en Brandauer blijken wederom een gouden combinatie te vormen.

Bart Rietvink